De heer Wennemers vraagt of bijgehouden wordt waarom al die mensen hier weggaan en zo ja, of de O.R. daar kennis van mag nemen. De Voorzitter antwoordt dat dit bijgehouden wordt en dat hier een lijstje voor de O.R. van ge maakt zal worden. Volgens de heer Gompanje is de oorzaak van het verloop in de Weverij dat hier te hard gewerkt moet worden. De heer Seppenwoolde vraagt of er al gesproken is over de interne aangelegenheden in de Krasse- rij, de heer Seppenwoolde zegt dat hij niet wil zeggen dat de mensen door die veranderingen te zwaar belast zijn, maar heeft bezwaar dat een en ander niet is overlegd, waarop de Voorzitter zegt dat dit niet kon omdat er geen O.R. was. Over dit punt wordt nog uitvoerig gediscussieerd. De slotconclusie van de Voorzitter is, dat dit punt gerust verder uitgepraat kan worden, maar dan door de heer Seppenwoolde met het loonbureau. Verdere bespreking werktijdregeling: De heer Borkent vestigt er de aandacht op dat er hier veel overgewerkt wordt. De Voorzitter zegt dat het punt van de agenda de werktijd voor het 3e kwartaal geldt. Voor het le kwartaal is dit met de O.R. besproken, voor het 2e niet. Daar er toen geen O.R. was, heb ben de vakbonden een gunstig advies aan de Vakraad gegeven waardoor wij de toestemming kregen. Volgens de C.A.O. mag de O.R. per jaar voor 2 perioden van 3 maanden zelf toestemming verlenen, onder mededelingen van de Vakraad; voor de andere 2 perioden van het jaar mag alleen de Vakraad toestemming verlenen. De O.R. heeft van het jaar slechts 1 x van haar privilege gebruik gemaakt, zodat men dat nog 1 x zelf doen kan. Als jullie zeggen wij gaan gebruik maken van die 3 maanden, kunnen wij volstaan met alleen een en ander aan de Vakraad te melden. Volgens de heer Borkent ligt dit heel moeilijk; ge zien de produktie-eisen moet men overwerken want anders komen er nog meer moeilijkheden met de klanten; aan de andere kant heb je de werk nemers. De heer Seppenwoolde hoopt dat wij toch eens aan die werktijdverkorting komen zowel in het belang van het bedrijf als in dat van de mensen. Ik vind het heel jammer dat wij niet mee kunnen doen aan die werktijdverkorting, maar aan de andere kant mogen we ook blij zijn, dat er zoveel orders zijn. Ik geloof dan ook dat we die 3 maan den moeten laten overwerken op vrijwillige basis zoals tot nu toe is geschied. De Voorzitter vraagt of wat betreft overwerken over het 3e kwartaal afgesproken kan worden dat de O.R. deze vergunning geeft en dat een en ander alleen bij de Vakraad gemeld behoeft te worden. Men zegt dat het de taak van de O.R. is om mee te werken en gaat met het voorstel van de Voor zitter akkoord. Naar aanleiding van een opmerking van de heer Seppenwoolde ontspint zich hierop een discussie over overwerken in het bedrijf. Uiteindelijk concludeert de heer Van Eist dat de vraag van de heer Seppenwoolde hierop neer komt, dat de O.R. weet wat er gebeurt en dat de O.R. meegedeeld wordt waarom er hier of daar overgewerkt moet worden; de O.R. heeft dan de kans om te vragen of dit nodig is en of er geen andere oplossing mogelijk is, de O.R. kan dan over een en ander van gedachten wisselen, er moet een mogelijkheid bestaan om er over te praten. De Voorzitter zegt dat wij vroeger deze toestand niet gekend hebben, doch dat dit gekomen is om dat er geen O.R. was. De Voorzitter zegt dat tijdelijk overwerken met grotere groepen altijd met het O.R.-lid van de be treffende afdeling besproken wordt. Hier is de laatste tijd een kortsluiting ontstaan omdat er een tijdlang geen O.R. is geweest. De Voorzitter heeft Van de heer Van Putten, die gekozen was als O.R.-lid voor de bazen van de spinnerij en bijbehorende afdelingen, een brief ontvangen, dat de heer Van Putten wegens ziekte moet bedanken als O.R.-lid, hiervoor is in de plaats gekomen de heer J. W. Pongers. Voorts vraagt de heer Seppenwoolde of de notulen van de O.R. niet in het bedrijf aangeplakt kunnen

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1968 | | pagina 8