Ondernemingsraaclvergacleriiig
woensdag ÏO full 1968
Aanwezig de heren: H. Jordaan, G. J. Kochanows-
ki, J. H. Seppenwoolde, J. Niks, A. Borkent, Joh.
Spenkelink, J. H. Nijland, G. J. J. Beunk, G. H.
Schippers, J. W. Baan, A. H. Wennemers, W. Com-
panje, G. Wessels, G. Tijhof, J. Leussink, J. W.
Pongers, Js. Harbers, V. K. Pavlicek en J. C. Tom.
De Voorzitter, de heer H. Jordaan, opent met een
kort welkomstwoord de vergadering.
2a. Notulen vergadering d.d. 17 juni 1968:
De Voorzitter vraagt of op deze notulen op- of
aanmerkingen zijn.
De heer Seppenwoolde komt terug op de vraag
betreffende de werkbezetting in de Krasserij, nl.
wat op blz. 6 van de notulen staat, dat men van
dit punt is afgestapt.
Spreker licht nogmaals deze aangelegenheid toe
en komt op de 2 punten waar het nu om gaat temg,
nl. de bezetting en de tariefcommissie.
Na enige discussie merkt de Voorzitter op, dat wij
hier momenteel 2 punten bespreken die niet aan
de orde zijn, gevraagd werd of de notulen van de
vorige vergadering goedgekeurd kunnen worden.
De heer Beunk zegt dat er in de notulen staat dat
er eerder een compensatie in de basisuurlonen was
gegeven, hij vraagt zich af of dit inderdaad al eer
der is geschied.
De Voorzitter antwoordt dat dit juist in de vorige
vergadering al gezegd is, omdat er toen leden van
de vakbonden aanwezig waren, zij hebben ge
hoord wat hierover gezegd is en zijn hier verder
niet op ingegaan.
De heer Wennemers zegt dat er wel eerder com
pensatie geweest is.
De Voorzitter deelt verder mede, dat er daarom
altijd bij de werktijden is gezegd dat de meerdere
uren ook overuren waren.
De heer Spenkelink meent dat de compensatie
gegeven is, toen indertijd de dagploeg van 48 naar
45 uur teruggebracht werd met behoud van het
oude totale bruto weekloon. Momenteel gebeurt
met de verandering van 45 naar 43 J4 uur in de
dagploeg hetzelfde.
Waar er verder geen op- of aanmerkingen zijn,
worden deze notulen goedgekeurd.
Vervolgens beantwoordt de heer Pavlicek de in de
vorige vergadering gestelde vragen:
1. Vraag van de heer Schippers betreffende zak
messen voor de Sterkerij. Deze vraag is aan de
Directie voorgelegd en iedereen in het bedrijf, ook
de vrouwen, zullen een zakmes krijgen, deze mes
sen zijn besteld en worden pl.m. oktober/novem
ber verwacht. De nieuwe mensen die hier komen
werken, krijgen tegelijk met de overalls ook een
zakmes, gaan ze echter binnen zes maanden hier
weg, dan moeten zij evenals de overalls, ook dit
mes weer inleveren.
2. Vraag van de heer Spenkelink betreffende stof
afzuiging. Hier is men nog steeds niet uitgekomen,
de bedrijfsleiding heeft gezegd, dat de direkteur
van de afzuigfabriek hier is geweest om een en
ander persoonlijk te bekijken, men heeft ons een
voorstel gedaan, dat uitgeprobeerd zal worden.
3. Vraag van de heer Kochanowski betreffende
een geval in de Krasserij. Wij hebben een onder
houd gehad met de heer Kochanowski en wij ho
pen dat dit punt thans uitgesproken is.
4. Vraag van de heer Companje betreffende het
loon van de getouwbazen. De Directie heeft ge
vraagd om haar de nieuwe lonen vanaf 1 juli 1968
van de touwbazen en het andere personeel in zijn
geheel voor te leggen.
Vraag eveneens van de heer Companje, betreffen
de de premies voor de ideeënbus. Dit is met de
Voorzitter van de Ideeëncommissie besproken; als
er goede ideeën binnenkomen zal hier rekening
mee worden gehouden, maar het is en blijft zeer
moeilijk om een premie vast te stellen, men kan
hier geen vaste rekennorm voor bepalen. Er wordt
zoveel mogelijk rekening gehouden met de oor
spronkelijkheid van het voorstel en in zekere mate
ook in hoeverre het betreffende idee voor het be
drijf van belang kan zijn. De heer Companje had
gedacht van b.v. 10 °/o van de winst.
De Voorzitter antwoordt dat dit niet kan.
De heer Harbers is van mening dat een idee ook
achteraf bekeken moet worden.
De Voorzitter antwoordt dat dit ook inderdaad wel
gebeurt, er zijn gevallen dat iemand b.v. na een
14