Meikamp 1968 Het meikamp, dat ook dit jaar weer werd gehou den als beloning voor jongens, die een Betex, Bemetel of een diploma van de vakopleiding we verij gehaald hebben, kan in alle opzichten een geslaagd kamp genoemd worden. Het kamp werd gehouden op 27, 28, 29 en 30 mei j.l. Het slagen van het kamp was voor een belang rijk deel te danken aan het feit, dat het kamp bijzonder gunstig was gelegen. Het kamp werd gehouden in vakantiedorp „De Woudstee" te Hierden en lag 4 km. van Harder wijk. Het Veluwestrand was met de fiets in onge veer 15 min. te bereiken. Hieronder volgt een waarheidsgetrouw verslag van uw „kronieker" - groep - geslaagde Betexers en andere gedecoreerden, totaal 18 man. - bestemming - De Woudstee en omgeving. - doel - Veel Leut en weinig regen. Op maandagmorgen staat op „de Driehoek" al een groepje jongens op de O.A.D.-bus te wachten, als uw kronieker hier zwaar beladen aankomt. We stijgen in - de bestemming is voorlopig Nijverdal - en onderweg worden nog enige verdekt (bij bus haltes) opgestelde flierefluiters in de bus geladen. In Nijverdal stappen we in de trein richting Zwol le - overstappen in de boemel - en verder op Har derwijk aan. Hulshorst is ons eindpunt v.w.b. de treinreis en vrolijk gestemd worden de vooruitgestuurde fiet sen uit de stalling gehaald. Wanneer we willen vertrekken, na enige verma nende woorden van Hoofdleider Vlogtman, komt de stationschef in allerhaast nog aanrennen om een regu te bemachtigen, dat door een slimme jongen achtergehouden blijkt te zijn maar ook hier zegeviert de bureaucratie; geen tweede fiets dus Na een kleine fietstocht langs groene bossen en over gladde en hobbelige paden komen we te 10.15 a.m. aan bij vakantiecentrum „De Woud stee". Dit blijkt te bestaan uit een hoofdgebouw en ver scheidene her en der tussen dennen en heide uitgestrooide zomerhuisjes. De vriendelijke eigenaar van al dit vermaak over handigt ons de sleutels van de ons toebedeelde 3 zomerhuisjes, zodat de bagage uitgepakt kan worden en het benodigde vaste en vooral vloei bare voedsel in de kampwinkel kan worden inge kocht. De kennismaking met „De Woudstee" verloopt goed, want het blijkt dat hier heel wat jeugdige schonen van andere kunne aanwezig zijn, welk feit met instemming begroet wordt. Des te groter is de teleurstelling, als blijkt, dat dit gezelschap op het punt staat te vertrekken. Geluk kig schroeft de heer Vlogtman de stemming wat op door de oude waarheid - Geen handvol, maar een landvol -. Na dit intermezzo worden de fietsen gepakt en we vertrekken richting Harderwijk. Onderweg zien we bosjes eendekwekerijen langs de weg met ge vogelte in alle maten en soorten. Dit ontlokt een duister gemompel onder enige jachtbeluste leden van het gezelschap. In Harderwijk wordt de haven bezichtigd. De hoge koepel van het Dolfinarium reikt er boven uit. Besloten wordt een rondvaart te maken; daar we nog enige tijd tijd hebben voor de boot ver trekt, dwalen we nog wat langs de jachthaven en de oude visserhaven. Enige jongens knopen vriendschapsbanden aan met een oude visser, die op z'n boot bezig is. Ze vragen of ze ook eens mee uit vissen kunnen en twee man mogen mee. Om vier uur de volgende morgen zal de boot uitvaren. Na de geslaagde rondvaart - niemand zeeziek - wordt nog een kleine verfrissing gebruikt en gaan we weer huistoe naar „De Woudstee", waar de avondmaaltijd in het hoofdgebouw gebruikt zal worden. 12

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1968 | | pagina 12