Dropping Terugkomst van ziekte „Wanneer men bijna elke week leest dat er door ^^een sport- of een bedrijfsvereniging een dropping wordt georganiseerd, dan kunnen wij toch niet achterblijven". Dit moet Johnny Eertink wel gedacht hebben toen hij links en rechts eens polste wie er voor zou voe len aan zo'n dropping mee te doen. Er bleek voldoende belangstelling te bestaan en zo kon het gebeuren dat op de donkere avond van 2 februari 1968 een groep van ruim 25 sportieve- lingen zich verzamelde op het Stationsplein om daar in een geblindeerde vrachtauto van de firma Meenks te klimmen of te worden gehesen. Na enig slingerwerk door naar ons leek de buiten wijken van Rijssen, voelden we dat we op een grote weg zaten, het was alleen de vraag of het de Mar- kelose-, de Enter- of de Holterstraatweg was. Na ongeveer een kwartiertje rijden werden we in groepjes van 4 a 5 personen losgelaten met tussen pozen van 4 minuten en voorzien van een enve loppe die de eerste opdracht bevatte. Het was nogal moeilijk om de boerderij te vinden ^kmet het reclamebordje van een melkmachine en ^^niet te vergeten de aardige boerendochter die er op zat te wachten om voor een avondje uit te wor den gevraagd. Het pond haverstro kon gelukkig op hetzelfde adres verkregen worden en gewapend met dit ar tikel moest de volgende opdracht worden uit gevoerd. Het zou ons te ver voeren al onze belevenissen tot in bijzonderheden te vertellen. De tocht voerde via een uitgeblazen ei, een rood knipperlicht bij de Volkshogeschool (het bleek dat we ergens in Else- nerbroek gedropt waren), een voederbiet en een verschrikkelijke tocht door een soort moeras naar de „Schaapskooi". Die werd bereikt door op het geluid van een trompet af te gaan. Dit droefgees tige geluid in de donkere februari-nacht werd dan nog verlevendigd door een trommel. Hulde aan de hoornblazer en trommelslager die zonder ophou den bleven toeteren en trommelen tot alle deel nemers waren gepasseerd. De tocht ging verder over de Markeloseweg tot Piet van het Witte Hoes, waar wij rechtsaf sloegen langs de twee leeuwen en het fietsenrek. Nu was het nog slechts zaak op het rode licht af te gaan en kwamen we vanzelf terecht bij het eind punt, de blokhut van de padvinders, aan het Bokkepad. Hier moesten haverstro, uitgeblazen ei en af geschrapte biet plus schillen worden ingeleverd. Het bleek dat de groep Pongers de minste straf- punten had en de eerste prijs verdiende. Groep Schouten kreeg 9 strafpunten, groep Webbink 11, groep Boonstra 14 en groep Bronsvoort 19. Een tegenvaller voor groep Bronsvoort die de over winning in de hand had gehad, maar zich had ver laat door menselijke zwakheid. De avond werd besloten met een heel gezellig samenzijn in de blokhut waar de koffie en de kar bonade zich goed liet smaken. Hartelijk dank heren Eertink en Tijhof voor alle moeite gedaan bij het organiseren van de tocht en de dames, in het bijzonder mevrouw Eertink, voor het braden van al die heerlijke koteletten! Het gebeurt nog wel eens dat, wanneer iemand van ziekte terugkomt, hij zonder meer aan zijn werk gaat. Voor de goede gang van zaken wijzen wij erop dat het noodzakelijk is dat men bij terugkomst van ziekte, zich altijd eerst even bij de baas meldt. Gaarne hiervoor uw aandacht. 19

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1968 | | pagina 19