Aan al onze medewerkers
Nog enkele dagen en het jaar 1967 zal weer ach
ter ons liggen. Een jaar, dat wat onze economie
betreft, gekenmerkt werd door een zekere ver
traging in de ontwikkeling en dat voor sommige
bedrijfstakken zelfs een terugslag te zien heeft ge
geven.
Vooral de textielindustrie heeft een moeilijk jaar
achter de rug. We weten allemaal dat verschei
dene textielbedrijven geheel moesten worden ge
sloten, terwijl andere gedwongen werden tot dras
tische reorganisatie, produktiebeperking en wat
dies meer zij.
Al zijn deze verschijnselen voor een deel terug te
voeren op conjuncturele factoren, toch is hier ook
sprake van een structurele aanpassing, van een
zekere sanering dus.
We hebben er reeds enkele jaren geleden op ge
wezen, dat met het voortschrijden op de weg naar
één gemeenschappelijke markt, de Euromarkt, de
concurrentiestrijd harder zou worden. Het is ge
worden wat de Engelsen noemen een „survival
of the fittest", d.w.z. dat de zwakkeren op de
duur zullen afvallen en alleen de sterken zich zul
len kunnen handhaven.
De sterken, dat zijn die bedrijven, die met hun tijd
meegaan, tijdig nieuwe investeringen doen, zodat
ze met de nieuwste produktiemethoden het beste
en goedkoopste kunnen produceren.
Iedereen zal echter begrijpen, dat deze investerin
gen alleen vruchten kunnen afwerpen, wanneer zij
zo volledig mogelijk in gebruik kunnen worden
genomen. Een dure machine die stilstaat kost
veel geid aan rente en afschrijving. En hier zit nu
juist het knelpunt, ook in ons bedrijf.
Nog altijd blijft het moeilijk, ondanks de werke
loosheidscijfers voor Twente, om mensen te krij
gen. De sociale voorzieningen, op zichzelf een
zegen, schijnen in de hand te werken, dat de werk-
schuwen hiervan misbruik maken.
Ook andere dingen werken een onderbezetting in
de hand, zoals het relatief hoge ziektepercentage.
Wanneer we nu het afgelopen jaar overzien, dan
blijkt dat er gelukkig aan orders geen gebrek is
geweest. Het is zelfs zo geweest, dat wij op be
paalde momenten nauwelijks aan onze leverings
verplichtingen konden voldoen.
Het is dan ook nodig gebleken tot verdere uit
breiding van de breeddoekweverij over te gaan.
Op zichzelf is dit een verheugende ontwikkeling.
Een minder prettig bijverschijnsel is, dat de meeste
van onze afnemers hun eigen voorschriften hebben,
t.a.v. de kwaliteit en breedte van het doek en dat
van enige normalisering geen sprake is. Dit stelt
hoge eisen aan onze flexabiliteit en brengt moei
lijkheden met zich mee bij opslag en expeditie.
Aan de andere kant staan wij sterk wanneer wij
aan de bijzondere eisen die gesteld worden kun
nen voldoen. Onze kracht ligt dan ook enerzijds
in specialisatie, anderzijds in het zo breed moge
lijk opzetten van de productie.
Het in harmonie brengen van deze twee tegen
strijdigheden brengt vaak problemen met zich mee
en stelt aan planning en uitvoering hoge eisen.
Daarom zullen wij moeten blijven streven naar de
grootst mogelijke doelmatigheid, naar een zo hoog
mogelijke graad van bezetting, naar een drukken
van de kosten, naar het opvoeren van de produc
tiviteit. Iedereen kan hieraan op zijn eigen plaats,
zijn deel bijdragen. De vooruitzichten voor 1968
laten zich, wat onze afzet betreft, niet ongunstig
aanzien. De klanten zijn er, ons productie-appa
raat staat ook voor 1968 gereed. Laten we met zijn
allen dit apparaat voor 100 procent gebruiken om
de klanten tot hun tevredenheid te bedienen.
Wanneer we ook in het nieuwe jaar ons geheel in
zetten voor ons werk, kunnen we de toekomst met
vertrouwen tegemoet zien.
Wij danken U allen voor hetgeen het afgelopen
jaar werd verricht in het belang van het bedrijf
en wensen U en de Uwen prettige feestdagen en
een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar.
De Directie.
3