op precies dezelfde voorwaarden als wij hier de werknemers in dienst hebben. Wij gaan ook zeer selectief te werk; wij hebben wel aanvragen ge had van personen die in de textiel gewerkt heb ben en die zeer gunstige referenties hadden. Wij nemen geen contract-arbeiders aan, dus ze zullen onder dezelfde voorwaarden moeten wer ken als onze mensen hier. Dit loopt echter ook niet hard; de mensen zijn óf te kort hier óf ze vormen een te hoog ziekterisico. De heer Borkent vraagt hoe men de leeftijd stelt; of men alleen jongeren aanneemt of ook wel ouderen. De Voorzitter antwoordt dat men niet alleen jon- geren aanneemt maar ook wel ouderen; iemand van b.v. 55 jaar die nog nooit geweven heeft, kunnen we natuurlijk niet aannemen voor de Weverij, maar over 't algemeen bekijken wij wel ieder geval apart. Het is op het moment zo dat iemand die in de W.W. zit, niet voor die plm. 10,schade die hij heeft ergens anders werk zoekt; wij hebben alleen dan kans dat er nog wat komen solliciteren wanneer ze na een half jaar uit de W.W. komen. De Voorzitter zegt het heel gek te vinden dat de textiel in Twente zo'n slechte naam heeft. Over de aannemers hoor je nooit iets. Die kunnen zich veroorloven om zomaar mensen te ontslaan, ook die er reeds jaren gewerkt hebben; dat zouden wij ons niet kunnen permitteren dan zou er direct een heleboel commentaar komen van alle kanten. De heer Seppenwoolde meent dat men in de bouw altijd een veel groter verloop heeft gehad; spreker zegt dat een bouwbedrijf ook niet vaak een werknemer 50 jaar in dienst heeft; het ligt daar ook heel anders. ADe Voorzitter vraagt zich af waarom men dat niet vreemd vindt en wel wanneer dit in de textiel gebeurt. De heer Seppenwoolde komt terug op de opmer king van de heer Pavlicek betreffende het zoveel mogelijk redelijk gebruik laten maken van de toiletten. Spreker is van mening dat wij dit probleem hou den zolang er nog niet voldoende W.C.'s zijn en er niet genoeg ruimte is; wij kunnen dan ook geen controle uitoefenen omdat men uit verschillende afdelingen gebruik maakt van W.C.'s in andere afdelingen; op die manier kan men er heel weinig aan doen. De Voorzitter zou het scherp willen stellen door te zeggen dat hoe minder W.C.'s men heeft, hoe beter het eigenlijk zou zijn. Het gaat juist om de vernielingen die aangericht worden; dit is heel erg op het ogenblik. De heer Seppenwoolde vraagt of het niet moge lijk is hiervan kennis te geven in de W.C.'s, alhoe wel men dit natuurlijk wel weet. De Voorzitter zegt dat het een probleem blijft waarom men dit in de fabriek doet, thuis doet men dit toch ook niet. De heer Seppenwoolde zegt dat wanneer ze uit verschillende afdelingen naar een W.C. gaan het veel moeilijker is hierop enige con trole te hebben. De heer J. Harbers merkt op dat de baas niet altijd bij de W.C.'s kan staan om te controleren, maar wanneer iemand uit de afdeling ziet dat er iets gebeurd is wat niet door de beugel kan, dan kan deze persoon toch naar de baas gaan om dit door te geven. De Voorzitter zou het willen stellen als een op voedkundige taak; als iemand iets ziet, om dit te melden bij de baas. De heer Seppenwoolde meent dat dit dan wel onder voorbehoud, dat hierover door de baas niet wordt gesproken, moet gebeuren. De Voorzitter zegt dat wanneer men het eerst aan de persoon in kwestie zelf zegt, deze dan heus wel weet waar het vandaan komt. De heer W. Harbers is van mening dat je er dan zelf uitligt door dit te doen. De Voorzitter vindt dit onzin; men maakt toch zelf ook gebruik van de W.C. en daarom kan men dit gerust zeggen; het kan zijn dat men er uitligt bij één persoon maar de anderen zullen dit des te meer waarderen; wij moeten gezamenlijk trachten dit probleem op te lossen. De heer Spenkelink stelt de vraag of de gereser veerde snipperuren al vrij gegeven kunnen wor den of anders een gedeelte ervan. Besloten wordt om vanaf 15 maart de helft vrij te geven en de andere helft na 1 mei a.s. (inmiddels werd kort na de vergadering besloten om i.v.m. de voetbalwedstrijd op 8 maart de eerste helft direct vrij te geven n.a.v. een verzoek uit de Geurne). De heer Kiers brengt een klacht naar voren be treffende de kantine; hier zijn altijd veel mensen bij elkaar en er wordt veel gerookt. Nu is daar bijna geen luchtverversing en spreker stelt daarom voor om in de kantine enige ventila toren aan te brengen. Dit zal genoteerd worden. Verder niets meer aan de orde zijnde dankt de Voorzitter de leden voor hun opkomst en sluit hiermede de vergadering. 17

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1967 | | pagina 17