Kinderbijslag Voor de vraag of en voor hoeveel kinderen men recht kan doen gelden op kinderbijslag, is de toestand op de eerste dag van het kwartaal beslissend. Men zal dus moeten nagaan of er per de eerste van een kwartaal of in de loop van het afgelopen kwartaal veranderingen in de ge- •somstandigheden zijn gekomen. Daartoe 'nt men de volgende vragen te bekijken 1. Bent u van adres veranderd 2. Is in het afgelopen kwartaal één van de kinderen overleden, of is er een kind gebo ren? Hebt u een pleegkind aangenomen en hebt u dit opgegeven? 3. Is het huwelijk in het afgelopen kwartaal ontbonden door echtscheiding of overlijden? 4. Is één van de kinderen in het afgelopen kwartaal 16 jaar geworden? Zo ja, volgt dit kind algemeen vormend dag onderwijs of een opleiding voor een beroep? Zo ja, welk onderwijs volgt het, of voor welk beroep wordt het opgeleid? Is het kind ziek of gebrekkig? 5. Indien één van de kinderen tussen 16 en 27 •jaar, waarvoor u tot nu toe kinderbijslag ontving, of dat voor een beroep werd opge leid, niet meer studeert of niet verder opge leid wordt, dan moet u dit eveneens opge ven. Ook moet u opgeven wanneer een kind dat ziek of gebrekkig was, hersteld is. 6. Bestaat voor één of meer van de kinderen voor wie over het komende kwartaal kinder bijslag wordt aangevraagd, reeds aanspraak op kinderbijslag uit andere hoofde (bijvoor beeld een kinderbijslag op invaliditeits-, ouderdoms- of wezenrente, kinderbijslag voor kleine zelfstandigen, kinderbijslagrege ling van een ander land, enz.)? a. Zo ja, voor welke kinderen? b. Van welk orgaan en onder welk num mer? c. Over welke dagen van dit kwartaal? d. Tot welk bedrag? 7. Als u via een rijksregeling in aanmerking komt voor kindertoelage dient u daarvan omgaand kennis te geven aan de Personeels afdeling. Er moet dan een verrekening plaatsvinden met de via ons te ontvangen kinderbijslag. 8. Er bestaat ook recht op kinderbijslag voor één eigen, aangehuwd of pleegkind van 16 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar, wiens voor werkzaamheden beschikbare tijd groten deels in beslag wordt genomen door a. het verzorgen van het huishouden van de verzekerde; of b. het mede verzorgen daarvan. In het onder a. bedoelde geval (het volledig verzorgen) dient uitgangspunt te zijn, dat het kind thuis moet zijn teneinde de moeder te ver vangen en wel om een andere reden dan dat de moeder een werkkring buitenshuis vervult, in het eigen bedrijf medewerkt of thuiswerk ver richt. In het onder b. bedoelde geval (het medeverzorgen) geldt de eis dat tot het huis houden naast het onderhavige kind nog tenmin ste drie andere kinderen jonger dan 27 jaar behoren. Dit behoeven geen op kinderbijslag rechtgevende kinderen te zijn, doch anderzijds mag een eventueel dubbeltellend kind in dit verband slechts als één kind worden aangemerkt. 9. Indien een kind jonger is dan 16 jaar en dat niet tot uw huishouden behoort, noch als eigen, aangehuwd of pleegkind tot enig an der huishouden (b.v. inrichtingskinderen, of kinderen wegens studie verblijven in kost scholen, etc.) kan voor dat kind dubbele kinderbijslag worden aangevraagd. Wel moet bedoeld kind grotendeels op uw kos ten worden onderhouden. Zijn er in uw gezin veranderingen opgetreden die overeenkomen met de hiervoor genoemde punten, dan moet u dit altijd zo spoedig moge lijk opgeven aan de Personeelsafdeling. 23

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1967 | | pagina 25