2a. Bespreking werktijdregeling 4e kwartaal 1966. Voordat men overgaat tot het bespreken van de werktijdregeling geeft de voorzitter eerst een overzicht van de toestand zoals die op het ogen blik in het bedrijf eruit ziet; deze is aldus de voorzitter nog steeds zoals 3 maanden geleden. ^^Wat betreft de aanbieding van personeel zegt de spreker dat deze nog slechter is geworden. Wel heeft men, evenals andere jaren, jeugdige werk nemers aan kunnen trekken; toch is de personeels bezetting bedroevend gedaald. Daarentegen is het orderbestand zeer goed; we hebben zelfs meer aanvragen dan we kunnen aannemen. Niettemin, zegt de spreker, heeft de directie be sloten om er nieuwe brede getouwen bij te kopen; deze zullen in november a.s. afgeleverd worden. Mocht het zo zijn, dat we dan nog niet genoeg personeel zouden hebben, dan zullen we genood zaakt zijn bepaalde produkten te verminderen of af te schrijven. Voor een bedrijf echter is stil stand, achteruitgang, dus moeten we niet stil staan. De vraag naar breeddoek is groot; we heb ben zelfs in Europa een zeer goede naam. Ondanks dat het er in de textielindustrie niet zo rooskleurig uitziet is dit met de jute-industrie ge lukkig niet het geval; nog steeds is er naar onze artikelen grote vraag; men vraagt zich ook dik wijls af hoe men de orders klaar moet krijgen. De voorzitter brengt naar voren dat België reeds een belangrijk aandeel heeft in de produktie. In Lokeren zal men binnenkort op meer getouwen overgaan. De produktie is tot nu toe uitstekend en ondanks het feit dat de werknemers een lange tijd uit de circulatie zijn geweest, zijn er werknemers die nu zelfs 79 B's halen en dat zegt wel iets. Als men dit vergelijkt met de produktie uit Rijssen, dan valt dit nog wel mee, temeer omdat deze mensen er een poos uit zijn geweest en op andere getouwen moesten werken dan zij gewend wa ren. De voorzitter zegt dat wat betreft de toekomst, wij nog niets kunnen zeggen. De eerste drawings zijn reeds naar Lokeren gebracht en ook brea kers; alles schijnt tot nu toe goed volgens schema te verlopen; wij hebben zelfs hoop dat wij eind november kunnen beginnen te spinnen. Spreker zegt dat zoals men uit bovenstaande uit eenzetting heeft kunnen vernemen de toestand nog steeds hetzelfde is; i.v.h.m. verzoekt de di rectie de werktijdregeling zoals die nu is nog weer te handhaven voor het 4e kwartaal. De voorzitter vraagt of hij dit punt in discussie mag brengen of dat hierover nog vragen zijn. De heer Seppenwoolde neemt het woord en zegt blij te zijn ondanks het feit dat zich in de textiel industrie de laatste tijd veel moeilijkheden voor doen, de jutebranche gelukkig nog wel meevalt. Spreker hoopt echter dat het niet altijd zo zal blijven dat men hier verlengd blijft werken. De heer Seppenwoolde zou echter voor het vol gende nog wel graag de aandacht vragen. Mocht het onverhoopt nog eens zo worden, dat men verkort zou moeten gaan werken, dan zou spreker graag zien, dat men dan de werktijd niet ineens drastisch ging verkorten, maar heel ge leidelijk aan, zodat de mensen de klap van ach teruitgang in het loon niet ineens te verwerken krijgen. Men zou dan bv. per uur kunnen afbouwen. De voorzitter antwoordt, dat, wanneer men on verhoopt ineens van een verlengde werktijd zou moeten overgaan tot een verkorte werktijd, dit ze ker eerst met de O.R. overlegd zal worden. De voorzitter is van mening dat het nu het beste is, dat men de werktijdregeling zoals die nu is, handhaaft. De voorzitter zegt, dat, wanneer men korter zou gaan werken men niet meer de contracten van de klanten na kan komen met het gevolg dat de klanten hun orders dan gaan afzeggen en ook in het vervolg naar andere leveranciers zullen gaan. De voorzitter vraagt vervolgens of de O.R. ermee akkoord kan gaan, dat óók voor het 4e kwartaal de werktijdregeling gehandhaafd blijft. Tevens vraagt de voorzitter of ook de heer Seppenwoolde bereid is mede de aanvraag te ondertekenen. De O.R. gaat hiermede akkoord en de heer Sep penwoolde gaat er mee akkoord om de aanvraag te ondertekenen. 2c. Wat verder ter tafel zal worden gebracht. 2d. Rondvraag. De heer Heuver vraagt, inhakend op de mede deling van de voorzitter betreffende de aankoop van nieuwe getouwen, welke dit zijn. 21

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1966 | | pagina 21