De heer Pavlicek zegt dat wanneer een werk
nemer voor of op 21 april zijn ontslag indient,
deze niet meer in aanmerking komt voor de
winstdeling.
^ftPe heer Js. Harbers vraagt of de mensen die het
^^ïele jaar 1965 in dienst zijn geweest, over de
eerste 3 maanden geen winstdeling krijgen.
De Voorzitter zegt nog eens duidelijk dat de
winstdeling loopt van 1 januari 1965 tot 31
december 1965. Maar de eerste 3 maanden na
indiensttreding blijven buiten beschouwing- Als
b.v. iemand op 21 januari 1965 in dienst treedt
en vóór of op 21 april 1966 nog geen ontslag
heeft aangevraagd, deze werknemer over 9
maanden winstdeling krijgt uitgekeerd van 1
april tot 31 december.
De heer Pavlicek zegt nog eens nadrukkelijk dat
men vóór of op 21 april nog geen ontslag moet
hebben aangevraagd.
N.a.v. het gezegde van de heer Js. Harbers, dat
sommige mensen naar de winstdeling uit zouden
kijken, zegt de Voorzitter dat hij hieraan twij
felt. Spreker is van mening dat de winstdeling
helemaal niet meer tot de mensen spreekt.
•In ieder geval zegt de Voorzitter zijn alle voor
waarden betreffende de winstdeling gelijk aan
de voorgaande jaren. De mensen die na 21 april
ontslag hebben aangevraagd en weg gegaan
zijn, komen wel in aanmerking voor de winst
deling, maar dit aandeel zullen ze als ze er
belangstelling voor hebben, zelf moeten afhalen;
wij gaan de winstdeling aldus de Voorzitter
niet nasturen.
Op de vraag van de heer Js. Harbers of ieder
die na 21 april met ontslag gaat en dus voor de
winstdeling in aanmerking komt, wel bericht
krijgt antwoordt de Voorzitter dat iedereen
hiervan op de hoogte wordt gesteld.
Vervolgens zegt de Voorzitter nog O.R.-leden
verwacht te hebben op de Gecombineerde
Ledenvergadering (Stichting Pensioenfonds, Af-
delingskas en Aanvullend Ziekenfonds). De
Voorzitter zegt dat diverse onderwerpen aan de
orde zijn geweest.
De Voorzitter vraagt of er verder nog op- of
aanmerkingen zijn.
De heer Seppenwoolde neemt hierop het woord
en dankt de Directie namens de gehele O.R.
voor de winstdeling van 3% die over 1965 zal
worden uitgekeerd. Spreker zegt eerst nogal
pessimistisch te zijn geweest, doch het blijkt, dat
ondanks de moeilijkheden die de Directie in het
afgelopen jaar heeft moeten incasseren, nog
wel mee te vallen. Spreker hoopt dat dit van de
andere kant een stimulans voor de mensen zal
zijn om hier te blijven werken; hoewel er altijd
mensen zullen zijn die voor de winstdeling geen
interesse hebben. Spreker zegt nogmaals dat ge
zien de moeilijkheden het des te meer een reden
is om dankbaar te zijn, dat er toch nog een
winstdeling van 3% wordt uitgekeerd.
De Voorzitter wil hierop aansluiten en spreekt
zijn waardering uit over dit dankwoord van de
heer Seppenwoolde; spreker zegt het verheugend
te vinden dit te horen en is van mening uit dit
dankwoord op te kunnen merken dat er toch
nog mensen zijn die hart voor de zaak hebben.
Nogmaals zegt de Voorzitter de heer Seppen
woolde hartelijk dank.
De heer Beunk vraagt of de werknemers op 30
april vrij zijn met behoud van loon. De Voor
zitter antwoordt dat ook dit jaar deze dag tot
een nationale feestdag is verklaard en dat men
dus dan vrij is met behoud van loon.
De heer Pavlicek zegt dat dit alleen geldt voor
de speciale ploegen, n.l. de B-, D- en F-ploeg
terwijl de E-ploeg ditmaal vrijdagsavonds om
10 uur niet behoeft op te komen.
De heer Seppenwoolde zegt dit te vragen omdat
er van hogerhand alleen advies is gegeven zater
dags vrij te geven en het niet als een verplich
ting is gesteld; het zou daarom, aldus spreker
mogelijk kunnen zijn, dat Ter Horst dit advies
niet opvolgde en dus zaterdag 30 april niet vrij
gaf.
De Voorzitter zegt nogmaals dat de zaterdag
vrij zal worden gegeven met behoud van loon.
Verder niets meer aan de orde zijnde, sluit de
Voorzitter deze vergadering.
29