Ondernemingsraadvergadering op dinsdag 7 december 1965 Aanwezig: de heren H. Jordaan, A. H. W. Thomassen, G. J. van Putten, J. Harbers, J. H. Seppenwoolde, A. Borkent, J. Spenkelink, J. H. Nijland, G. J. J. Beunk, J. Bruins, J. Waanders, J. Heuver, G. Kippers, G. Wessels, A. J. Seppen woolde, J. Leusink, W. Harbers en J. C. Torn. De Voorzitter, de heer Jordaan, opent met een kort welkomstwoord de vergadering. 2a. Notulen vergadering d.d. 16 sept. 1965. Deze notulen worden op een enkele opmerking na, onder dank aan de secretaris goedgekeurd. Vragen gesteld in de vorige vergadering. 1. Vraag van de heer Seppenwoolde betreffen de de lading. Men is hier thans druk mee bezig zodat dit probleem binnenkort opgelost zal zijn. 2. Vraag van de heer Beunk betreffende de temperatuur in Beek. E.e.a. is bekeken en hopelijk is het nu in orde. De moeilijkheden komen daardoor dat wanneer de temperatuur in de papierspinne rij te laag is, deze opgevoerd wordt, met het gevolg dat het in de Spinnerij en Spoelerij te warm wordt. Het vocht voor de papierspinnerij wordt wel apart geregeld en hierover zijn ook geen klachten, maar met de temperatuur is dit niet mogelijk. De heer Borkent meent dat men voor het verhogen van de temperatuur bij het papier de oplossing moet zoeken in het plaatsen van heaters. Men kan dan hiermee de tem peratuur verhogen terwijl men de aircondi tioning kan instellen op de Spinnerij en Spoelerij. De Voorzitter zegt dat dit genoteerd zal worden. De heer Seppenwoolde merkt op dat men met de airconditioning nog bezig is. 3. Vraag van de heer Kippers betreffende waterreservoirs uit de Geurne; deze zijn reeds weer geplaatst. 2b. Jaaroverzicht 1965. De Voorzitter heeft dit keer niet zo'n uitvoerig verslag gegeven, omdat het afgelopen jaar reeds vaker een overzicht is gegeven i.v.m. de werk tijdregelingen. Het jaar 1965 heeft zich gekenmerkt als een jaar met nog groter personeelstekort dan voor heen; de produktie van de Spinnerij is lager zo dat meer garen bijgekocht moest worden. De Weverij is niet zover teruggelopen, maar ook hier zijn wij genoodzaakt geweest doek van anderen bij te kopen. De onveranderde arbeidsverkorting op deze krappe arbeidsmarkt, die ons boven het hoofd hangt, baart ons de nodige zorgen voor de toe komst. Na zeer lang beraad hebben wij dan ook be sloten om in Lokeren in België te beginnen. Daar zal een nieuwe Spinnerij gebouwd wor den die in twee ploegen 88 uur zal draaien. Voor deze nieuw te bouwen Spinnerij zullen machines van hier naar Lokeren worden overge bracht. Tevens zijn wij genoodzaakt om er met een Weverij te beginnen en zullen ook getouwen van hier daarheen worden overgeplaatst. Het is wel een zeer droevige zaak dat wij tot dit besluit hebben moeten komen, maar zoals de kaarten nu in Nederland op tafel liggen, zien wij op het ogenblik er geen gat meer in om ons produktieapparaat volop aan de gang te hou den. Men leeft op het ogenblik alsof de bomen tot in de hemel groeien, wat zij toch heus niet doen. Het afgebrande pakhuis Belt is weer hersteld en bijna klaar. Voor de Batchingkamer zijn de eerste 2 nieuwe spreaders ook aangekomen en voor de Krasserij zijn een nieuwe Breaker Finisher en twee eerste drawings besteld. 14

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1966 | | pagina 14