Bent u wel eens in de één of andere grote dieren tuin geweest? Dan weet u, dat daar allerlei in heemse en uitheemse dieren te vinden zijn, mooie en lelijke, grote en kleine, gevederde, behaarde, kale, geschubde, gepantserde, kortom legio soor-l ten en rassen, te veel om op te noemen. Tijdens onze laatste vakantie hebben wij, na vele jaren, eindelijk weer eens een bezoek aan Artis in Amsterdam gebracht. Geweldig, wat een aantal dieren, zeldzame en minder zeldzame hebben we daar gezien, alleen is het zo jammer dat we de namen vergeten zijn; geen wonder overigens. Kunt u ons, aan de hand van de beschrijving van onze tocht door de tuin, helpen de namen der dieren weer op te diepen uit het geheugen? Daar gaat-ie dan: Niet zodra waren we het grote hek binnen of daar zagen we een prachtige vogel, die luid schreeuw de, hoewel hij zijn kaken dicht had. Een eindje verder zagen we grote statige dieren, die ondanks twee bulten op de rug zich kennelijk kip-lekker voelden. De vogels, die in dezelfde ruimte liepen, staan bekend wegens een bepaalde politiek die ze schijnen te voeren. „Wat, oe', zie een rund", riep een dame, wijzend op een uit-| heemse koe. „Nee Moe, dat beest heet anders", zei haar man. Ik vind trouwens dat oversteekpad veel mooier, hoewel niet zo bijzonder. Daar staat nog een dier dat niets voor lopen voelt, integen- stelling tot zijn buurman, die juist dol op rennen is, als ik zijn naam moet geloven. „Dag koning", zei een jongetje tegen een trots beest, dat veilig achter dikke tralies zat. Een wanhopige oppasser stond bij een kooi van kleine roofdieren. „Wie zal haar de bel aanbin den", riep hij wanhopig. „Pappa, stoppen de men sen dat beest nou in een tank?" vroeg mijn doch ter. „Nee, je bent in de war, dit beest heeft de naam van een dure Engelse auto. En die zwarte daar schijnt goed te kunnen keepen, hij speelt als doelman mee in het Nederlands elftal, geloof ik". 24

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1965 | | pagina 26