De voorzitter meent, dat wij dit niet als reden kunnen
aanvoeren. Als wij blijven overwerken in ploegen
moet dit gebeuren op bedrijfseconomische gronden.
De heer J. H. Seppenwoolde stelt de vraag of, wan
neer de Directie na aanvraag bij de Vakraad geen
toestemming krijgt voor overwerken, zij gebruik zal
maken van de overwerkregeling van de C.A.O. via
de Arbeidsinspectie, met het gevolg dat de toestand
ongewijzigd blijft.
De voorzitter antwoordt, dat de Directie dit zeker
zal doen; wel zal men in de toekomst rekening moe
ten houden met het feit dat men beslist verkort wil
werken en wij zullen ons daarbij neer moeten leggen.
De heer J. H. Seppenwoolde zou n.a.v. het boven
staande het volgende voorstel willen doen, nl. om bij
het afkomen van de nieuwe C.A.O. (naar wij hopen
in januari a.s.) waarbij waarschijnlijk weer een nieu
we loonronde zal plaats vinden, dan op dat moment
de werktijd verkorten, zodat het verlies in loon dan
gedeeltelijk of misschien geheel gecompenseerd kan
worden.
De voorzitter wil toezeggen, dat wij dit zeer serieus
zullen bekijken; wij hopen, dat wij niet te lang be
hoeven te wachten op de onderhandelingen betref
fende de nieuwe C.A.O.
De heer J. H. Seppenwoolde zegt, dat misschien ook
de mogelijkheid bestaat de ploegentoeslag te verho
gen; dan zouden we de uren moeten afbouwen.
De voorzitter zegt nogmaals toe, dat e.e.a. zeer se
rieus bekeken zal worden.
De heer Borkent stelt de vraag waar het meeste te
kort is, waarop de voorzitter antwoordt, dat dit in de
Spinnerij is. Wij kochten nl. voor de Spinnerij veel
garens bij; door de huidige toestand in de jute-
industrie hebben wij geen contract kunnen afsluiten;
wij zullen dit wel kunnen mits we de jute krijgen,
maar daar hebben wij momenteel nog niets aan.
De heer Borkent vraagt, wat de reden is waarom de
mensen in de Spinnerij met ontslag gaan. In andere
afdelingen geven de mensen als reden op ploegen of
het loon.
De heer Pavlicek antwoordt, dat men o.a. vindt dat
het garen soms niet zo goed loopt.
De heer Borkent dacht, dat de verdienste in de Spin
nerij te weinig is voor het werk dat men daarvoor
moet doen; dus m.a.w. dat men te hard moet werken
voor het loon.
De heer Pavlicek zegt, dat het in de Spinnerij Boom
kamp minder goed schijnt te lopen dan vroeger.
De voorzitter zegt, dat dit probleem wel de aandacht
heeft; men is bezig de oorzaken op te sporen. De
factor onderbezetting speelt ook een rol; de machines
staan hierdoor nl. wel eens langer stil en dan loopt
het eerste stuk erg slecht; wij zullen echter proberen
dit zoveel mogelijk te ondervangen.
De heer J. H. Seppenwoolde heeft gehoord, dat het
werk in de Spinnerij te zwaar is. Spreker vraagt zich
af of het tarief dan wel juist wordt toegepast t.o.v.
andere afdelingen en of dit wel eerst bekeken is.
De voorzitter antwoordt hierop dat e.e.a. wel zeer
goed bekeken is; het tarief is niet gebaseerd op be
paalde personen.
Het is ook niet de bedoeling van de heer J. H. Sep
penwoolde om te zeggen dat de berekening niet juist
is, maar het is van groot belang, vooral voor het tarief,
of men vakbekwaam is.
Spreker noemt als voorbeeld bepaalde spinners die
meer van de machines halen dan anderen.
De voorzitter meent, dat daarom ook juist zulke grote
verschillen mogelijk zijn. De ene wever bijv. moet
voor 72 B's meer moeite doen om die te halen dan
een andere die 78 B's haalt.
De heer Seppenwoolde meent, dat een goede inwerk-
periode noodzakelijk is en dit zal er nog wel eens bij
inschieten omdat vanwege de produktie de mensen
zo gauw mogelijk zelfstandig moeten werken.
De heer Spenkelink brengt naar voren, dat het on
derhoud van de machines zeer belangrijk is voor de
kwaliteit en het goede lopen van de machines. Als
de machines onder stof zitten lopen ze lang niet zo
goed. Momenteel zijn er slechts 2 mensen voor het
onderhoud en deze mensen kunnen het werk niet
meer zo goed doen als vroeger toen men hetzelfde
werk met 6 personen deed.
De voorzitter zegt, dat dit een belangrijk punt is en
dit zal genoteerd worden.
De voorzitter stelt voor om de discussie betreffende
het overwerk te sluiten. Er zal toestemming worden
gevraagd aan de Vakraad om ook het 4e kwartaal
over te mogen werken met de ploegen.
Verder zegt de voorzitter de O.R.-leden toe, dat de
werktijdregeling voor het volgende kwartaal heel goed
zal worden bekeken en of er iets aan te doen is.
De heer Waanders acht geen motief aanwezig om
terug te komen op zijn standpunt zoals door hem uit
eengezet in de vorige vergaderingen, bovendien heeft
de Directie de toestemming van de O.R. niet nodig.
De voorzitter zegt, dat de zaak zoveel mogelijk open
op tafel moet worden gelegd om tot een algemene
overeenstemming te kunnen komen. In de aanvrage
om toestemming voor het overwerk zal worden ver
meld, dat deze zaak in de O.R.-vergadering bespro
ken is.
De heer Heuver weet, dat de meeste mensen bij hem
in de afdeling voelen voor een vrije zaterdag en kan
er dus niet vóór zijn om nog over te werken in ploe-
gen.
De heer Waanders acht geen motief aanwezig om
meningen van de arbeiders geen rekening kan hou
den, want deze zijn zeer verdeeld.
Er zijn mensen, die zeggen, wanneer ze verkort
zouden gaan werken, het verlies in loon niet te zullen
accepteren. Daartegenover staat, dat er ook mensen
zullen zijn die er niets om geven dat ze een paar
cent minder ontvangen en veel liever de vrije zater
dag prefereren.
De voorzitter stelt voor om van dit onderwerp af te
stappen en over te gaan op het volgende agenda-punt.
2d. Wat verder ter tafel zal ivorden gebracht.
Commissie voor overlijdensbijdrage
De voorzitter deelt mede, dat de Commissie voor
Overlijdensbijdrage in de afgelopen week bijeen is
geweest. Deze commissie bestaat namens de werk-
nemers(sters) uit de heren G. J. van Putten, F. Han-
stede en D. Markvoort en namens de Directie uit de
heren H. Jordaan en V. K. Pavlicek.
Het is wenselijk om ook i.v.m. de pensionering op 31
oktober a.s. van de heer F. Hanstede, deze commissie
met enige leden uit te breiden.
De heer Waanders vraagt met hoeveel leden deze
commissie uitgebreid zou moeten worden.
De voorzitter is van mening, dat 2 personen wel vol
doende zou zijn. Toentertijd is deze commissie sa
mengesteld (juni 1948) door de toenmalige Kern.
12