mm 1
Aan de andere kant werkt de automatisering kos
tenbesparend en leidt hij tot verbetering van het
produkt. Dit zal dus moeten leiden tot een ver
hoging van de welvaart wanneer men de econo
mische stelling in het oog houdt dat de menselijke
behoeften onbeperkt zijn. Vrijgekomen arbeids
krachten zouden dus in principe kunnen worden
aangewend voor de produktie van andere artike
len.
Naarmate de welvaart stijgt zal er meer vraag
komen naar artikelen als t.v.-toestellen, wasma
chines, centrifuges, ijskasten, allerlei apparatuur
voor de keuken, auto's enz.
Het grote probleem is echter de omschakeling van
het ene soort werk op het andere. Dit vraagstuk
kan zich in een bepaalde fabriek intern voordoen,
het zou ook kunnen betekenen dat men in een
geheel andere bedrijfstak werk zou moeten vinden.
Het is daarom logisch dat de automatisering slechts
in een zeer geleidelijk tempo kan geschieden wil
men grote spanningen en schokken vermijden, nog
afgezien van de enorme investeringen die vereist
zouden zijn.
Uiteindelijk echter zou de gemeenschap slechts
kunnen profiteren van de automatisering door zo
als gezegd, lagere kosten, meer produktie, betere
produktie.
Prof. Volbeda trok in dit verband een vergelijking
met de mechanisatie en vertelde dat toen een
eeuw geleden in Engeland de eerste mechanische
weefgetouwen waren opgesteld deze op een zeker
moment door de arbeiders werden stukgeslagen
uit vrees dat ze werkloos zouden worden.
Henri Ford, de bekende fabrikant van het T-Fordje
uit de twintiger jaren, de man die als eerste de
produktie aan de lopende band toepaste, onder
kende de problemen die dit opwierp. Hij verdub
belde de lonen van de arbeiders met de motivering,
als ik het niet doe, wie zal dan mijn auto's kunnen
kopen (iedereen kon bovendien zo'n Fordje in de
kleur krijgen die men hebben wilde, mits het maar
zwart was, zegt de anecdote).
Spreker sprak als zijn mening uit dat er door de
automatisering op de lange duur een verschuiving
zal optreden in de verdeling van het aantal arbei
ders over de verschillende bedrijfstakken. Het aan
tal werknemers in de landbouw zal nog verder
afnemen, terwijl het aantal, werkzaam in de
dienstenverlenende sector t.a.v. de industrie sterk
zal vermeerderen.
Hij dacht hierbij aan allerlei onderhoudsdiensten
met betrekking tot b.v. auto's, t.v.-toestellen en
andere huishoudelijke apparatuur.
Voor het onderwijs, in het bijzonder de lagere
Technische Scholen, betekent dit dat men zich zal
moeten voorbereiden op een her-oriëntatie.
Tijdens zijn inleiding wees Prof. Volbeda nog op
de enorme ontwikkeling die de computers, de
elektronische rekenmachines, hebben ondergaan.
Het aantal mogelijkheden, hij noemde in dit ver
band het geheugen van deze machines is verveel
voudigd vergeleken bij enkele jaren geleden. De
capaciteit van de menselijke hersenen in dit op
zicht is momenteel echter nog vele, vele malen
groter.
Toch staat men wel even verbaasd als men hoort
dat bij alle superioriteit van de menselijke geest
waar het gaat om scheppende en doelgerichte
activiteit, er nu ook al machines zijn die creatieve
arbeid kunnen verrichten en dit zelfs zeer goed
doen.
Zo werden door Prof. Volbeda allerlei aspecten
van de mechanisatie onder de loep genomen en
zijn actuele en interessante inleiding werd dan ook
met grote aandacht door de aanwezigen gevolgd.
Van de gelegenheid tot vragen stellen werd druk
gebruik gemaakt.
Aan het eind van de avond werd nog een filmpje
vertoond over de volledige geautomatiseerde ka
toenspinnerij in Japan.
Deze vertoning was een prachtige afsluiting van
de zeer geslaagde voorlichtingsbijeenkomst.
7