het niet alleen die dit hebben, maar dit is een
verschijnsel in geheel Europa. Op het moment is
het zo, dat van iedere 12 werknemers er één ziek
is, tegenover 10 jaren geleden op ca. 25 werk
nemers slechts één.
Ik vraag mij zelf wel eens af, wordt de mensheid,
ook de dupe van té goede sociale maatregelen?
Ik neem namelijk nog niet aan dat het menselijke
geslacht zo erg aan het aftakelen is, want als dat
zo zou zijn dan zou de toekomst er voor ons als
mens minder fraai uitzien.
Zou hier niets aan te doen zijn? Ik hoop, dat uit
onze ondernemingsraad eens goede suggesties ko
men ten einde dit ziekteverzuim te kunnen be
perken.
Op 2 september j.l. ontstond er brand in een van
onze 4 pakhuizen nl. in het pakhuis Belt. Tot op
heden is de oorzaak niet vast komen te staan.
Door snel ingrijpen van de bedrijfs- en Rijssense
Brandweer kon verhinderd worden dat alles ver
loren ging. Voor ons bedrijf werd echter het
merendeel der jute waardeloos. Door de grote
voorraad die wij gelukkig hadden en directe in
kopen, is er geen stagnatie in onze produktie ont
staan.
Zoals we in de afgelopen week hebben kunnen
lezen en horen gaan de lonen weer omhoog en wij
zullen ons in het komende jaar weer schrap moeten
zetten om deze verhoging, die natuurlijk niet al
leen de lonen beïnvloedt, doch ook dienovereen
komstig de sociale lasten en onkosten, verhoogt,
te kunnen opvangen.
Ik doe op u allen een beroep om gezamenlijk te
komen tot een verhoging van onze produktie ter
compensatie van deze onvermijdelijke kostenver
hoging.
Op dit moment is het natuurlijk niet te voorspel
len hoe 1965 voor ons zal worden. De directie
heeft echter het vertrouwen dat wij, wanneer
iedereen zijn best doet, het in het komende jaar
ook wel weer zullen rooien.
U allen van de Ondernemingsraad wil ik danken
voor de plezierige samenwerking en de goede ver
standhouding die we hebben gehad in het nu bijna
afgelopen jaar en spreek de hoop uit dat deze ook
in 1965 in het belang van iedereen voortgezet zul
len kunnen worden.
Ik wil dan nu besluiten met u allen prettige Kerst
dagen en een gezegend Nieuwjaar toe te wensen.
In aansluiting op dit jaarverslag deelt de Voor
zitter nog mede, dat juist eergisteren besloten
is om een aantal smalle getouwen om te bouwen
tot bredere getouwen; deze zullen in de weverij
Boomkamp komen te staan; waarschijnlijk zal dit
in totaal 44 getouwen betreffen.
Vervolgens vraagt de Voorzitter of er naar aan
leiding van dit jaarverslag nog vragen zijn.
De heer J. H. Seppenwoolde merkt betreffende
de personeelsbezetting nog op dat deze week goed
geweest is voor ons bedrijf; spreker heeft name
lijk gehoord dat deze week verscheidene personen
aangenomen zijn.
De Voorzitter bevestigt dat deze week inderdaad
meerdere personen in dienst zijn getreden.
Betreffende de opmerking van de Voorzitter over
het hoge ziektepercentage meent de heer Seppen
woolde dat momenteel misbruik gemaakt wordt
van de sociale instellingen. Spreker gelooft niet dat
de „kwaliteit" van het menselijk geslacht achter
uit gaat, doch dat men gezien de goede voorzie
ningen als ziekengeld, enz. eerder thuis blijft dan
wanneer de welvaart niet zo groot was.
Spreker ziet dan ook als enige oplossing, het ver
scherpen van de controle hoe onplezierig dit ook
zal zijn voor de bonafide werknemers. Mensen
met verantwoordelijkheidsgevoel zullen niet zo
gemakkelijk thuis blijven en het gaat hier dan ook
niet om de echte ziektegevallen, doch om de ge
vallen van zeer korte duur.
Baas Van Putten vraagt of misschien de oorzaak
gezocht moet worden bij het jeugdig personeel.
De Voorzitter antwoordt hierop dat dit door ons
ook eerst werd verondersteld, doch het is gebleken
dat wij het in deze categorie niet speciaal moeten
zoeken.
De heer Waanders vraagt of er vergelijkend mate
riaal is met andere bedrijven.
De Voorzitter zegt dat de percentages in de stad
nog iets hoger liggen dan hier (o.a. Almelo en
Enschede), doch deze hebben altijd al iets hoger
gelegen. Het verschijnsel van toenemend ziekte
verzuim komt niet alleen in ons land naar voren,
doch ook in andere landen zoals o.a. Duitsland.
De heer Waanders stelt de vraag of er misschien
verschil is tussen de bedrijven onderling b.v. de
textiel en de metaal, resp. ploegen en niet ploegen.
De Voorzitter zegt dat er niet speciaal vergelij-
25