werk helemaal niet bekijken en de ander doet het
spelenderwijs.
De heer Seppenwoolde vraagt of er geen gevaar in
zit dat de toplonen zo hoog liggen; personen die de
ze lonen niet kunnen halen zien ze wel van anderen.
De voorzitter zegt, dat er een grote onbillijkheid in
zou zitten als de kans niet gegeven zou worden deze
toplonen te halen. Hierdoor zou iemand die zonder
moeite het hoogste loon haalt, minder moeten gaan
verdienen omdat er ook zijn die met meer moeite
deze lonen niet zouden halen.
De heer Seppenwoolde zegt dat hier wel iets in zit.
De voorzitter zegt dat men verder ook nog heeft te
kampen met het tekort aan personeel; zou men nog
meer personeel kunnen krijgen, dan zou men meer
selectie kunnen toepassen.
De heer Waanders meent, dat wanneer er gesproken
kan worden van een abnormale prestatie, hier wel
iets aan gedaan moet worden.
De voorzitter zegt, dat het moeilijk te beoordelen is,
wat een abnormale prestatie is. Voor de één is die
er niet en voor de ander weer wel. Als iemand in een
afdeling boven zijn macht zou werken om toch een
toploon te kunnen halen en de bazen die hier altijd
op letten, merken dit, dan wordt de persoon in kwes
tie hierop zeker door de baas gewezen.
Het is echter moeilijk om deze persoon iets te ver
bieden of hem minder machines of getouwen te ge
ven.
De heer Waanders is van mening dat, wanneer
iemand b.v. een aantal getouwen heeft en er nog ge
touwen bij vraagt, er dan sprake kan zijn van een
abnormale prestatie. In de Spoelerij laten ze er soms
een halve machine bijlopen.
De heer Nijland merkt op, dat er ook personen zijn,
die een paar maanden heel hard werken en dan in
de Ziektewet gaan. Spreker vindt dit ook niet juist.
De voorzitter zegt, dat dit wel bekend is, maar weet
ook niet wat hieraan te doen is. Als iemand, die alles
goed kan laten lopen, vraagt om nog meer getouwen
of machines aan de baas, moet deze dat dan weige
ren? Dit is ook niet altijd goed.
De voorzitter meent, dat het echter wel goed zou
zijn dit punt nog eens met de bazen te bespreken.
De heer Nijland zegt, dat dit ook in de Spoelerij ge
beurt.
De heer Pavlicek merkt op dat dit toch op de nieu
we copsmachines niet mogelijk is.
De heer Waanders stelt voor een topprestatie vast te
stellen.
De heer Pavlicek merkt op, dat dit bij de nieuwe
copsmachines wel is gebeurd.
De heer Beunk zegt, dat twee personen van de nieu
we copsmachines erover klagen, dat ze nu nog
zwaarder belast zijn dan vroeger en willen hierover
graag een bespreking op kantoor.
De heer Seppenwoolde merkt op, dat er speciaal een
draadbreukteller is aangesteld.
De heer Pavlicek zegt, dat de kern van deze ver
meende klacht ligt in het feit dat veel personen vroe
ger op gemiddeld loon stonden en deze nu weer op
tarief moeten werken.
Met genoemde heren zijn nl. al diverse besprekingen
geweest; indien zij met e.e.a. nog niet akkoord kon
den gaan, dan moesten zij zich in verbinding stellen
met de tarief commissie; van deze commissie hebben
wij echter niets gehoord.
De heer Nijland acht het van belang dat er aandacht
wordt besteed aan de spillen bij de nieuwe cops
machines. Sommige blijven bij het wisselen staan
hetgeen stagnatie geeft.
Verder zegt de heer Beunk, dat men het vervelend
vindt dat men zelf het loon niet uit kan rekenen.
De voorzitter antwoordt, dat dit wel mogelijk moet
zijn. Ingeval dat iemand er niet uit kan komen, kan
deze zich bij de baas vervoegen; kan deze er ook niet
uitkomen dan kan dit altijd naar het kantoor doorge
geven worden.
De voorzitter zegt, dat ca. 10 jaar geleden er formu
lieren zijn gemaakt, die ingevuld kunnen worden,
waardoor men gemakkelijk het loon kan berekenen.
Deze formulieren werden echter zeer weinig gebruikt.
De heer Borkent was het niet bekend dat er zulke
formulieren waren.
De heer Nijland zegt, dat men geen toeslagen weet.
De voorzitter zegt, dat iedereen de lonen wel uit kan
rekenen met behulp van de gegevens, waar voor de
Spoelerij slechts 2 factoren gelden, nl. de draadbreuk
en de kilo's.
De heer Seppenwoolde komt ook nog even terug op
het door de voorzitter aangehaalde punt van het
ziekteverloop.
Spreker gelooft dat dit een verschijnsel is over het
gehele land. De heer Seppenwoolde zegt, dat het
veelal dezelfde personen zijn die iedere keer ziek zijn.
De voorzitter zegt, dat dit wel bekend is; ook is hier
voor wel eens iemand ontslagen, maar het blijft een
moeilijk probleem omdat er niets gedaan kan worden
zonder goede bewijzen. Mede door de hoge lonen
wordt het de mensen gemakkelijk gemaakt om thuis
te blijven.
De heer Waanders vraagt of de nieuwe ketel aan de
verwachtingen voldoet.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer Waanders zegt, dat er dit najaar veel klach
ten waren over de verwarming; er is toen gezegd:
wacht maar tot de nieuwe ketel er is dan zal het wel
beter worden.
Spreker vraagt of de mensen, wanneer het soms weer
te koud zou worden in de afdelingen, naar de baas
kunnen gaan om te vragen of er meer stoom afgege
ven kan worden en zo ja, of die stoom dan wel ge
geven zal kunnen worden.
De voorzitter zegt hierop nog geen definitief ant-^k
woord te kunnen geven. Momenteel is men bezig
door een bepaald bureau de capaciteit van de nieuwe
ketel na te laten gaan en of de mogelijkheden, die
deze ketel zou hebben er inderdaad in zitten. Bij
zachter weer zouden er nl. ook branders uitgescha
keld kunnen worden en volgens de leverancier zou de
capaciteit voldoende moeten zijn.
De heer Seppenwoolde vraagt of het een blijvend
euvel is bij deze ketel, dat het afblazen van stoom
zo'n harde knal geeft. Vooral 's avonds is dit heel erg.
De voorzitter is dit niet bekend, maar zal er naar
vragen.
De heer Baan zou graag iets meer willen weten over
de opleiding van Bemetel. Spreker vraagt of iemand,
die geen Bemetel-diploma heeft, niet in de Smederij
mag blijven, maar in de revisieploeg van de Spinnerij
moet gaan werken. In de afgelopen week heeft nl.
een zeker persoon ontslag gevraagd omdat hij i.v.m.
het feit dat hij nog steeds geen Bemetel-diploma
8