Ondernemingsraadvergadering op 9 januari 1964 Werkplaats is. Maakt men voor deze afdeling een uitzondering, dan komen hierop zeker aanmerkingen van andere afdelingen en terecht. Spreker wil hierop thans ook verder niet ingaan. De heer Beunk zegt graag een bespreking te willen hebben met enkele medewerkers uit de Spoelerij en de heer Pavlicek over de draadbreuken bij de nieuwe machines. De voorzitter zegt, dat hierover toch een bespreking is geweest. Het is hem niet bekend, dat hiervoor een klacht ligt die niet behandeld is. Deze personen moe ten zich vervoegen bij de tariefcommissie. Enige weken geleden is bij deze commissie een klacht ingediend en deze is besproken. De heer Baan zegt, dat het hem als tariefcommissie lid, niet bekend is dat er nog een klacht is die niet afgehandeld zou zijn. De heer Kippers merkt op, dat er draadbreuktarie- ven zijn voor de Spoelerij en Spinnerij. Spreker zou dit ook wél wenselijk vinden voor de Weverij. De voorzitter antwoordt, dat dit natuurlijk niet mo gelijk is. Zijn er abnormaal veel draadbreuken, dan wordt hiermee wel rekening gehouden. De heer Kippers zegt, dat hier altijd geen kennis van wordt gegeven. De voorzitter meent, dat, wanneer iemand abnormaal veel draadbreuken heeft, hij toch de baas kan waar schuwen, waarop de heer Kippers zegt, dat iedereen dit niet doet. Hierop antwoordt de voorzitter, dat het toch ook niet mogelijk is om bij ieder getouw een draadbreukteller te zetten. Ook in de Spinnerij wordt vaak op speciaal verzoek extra opgenomen. Iedereen heeft volkomen het recht te waarschuwen als het garen z.i. abnormaal slecht loopt. De heer Waanders zou nog graag even terug komen op een reeds eerder besproken onderwerp, n.l. dat het altijd zo lang duurt voordat het personeel hoort wat er in de O.R. behandeld en afgesproken is. Spre ker vraagt of hier iets aan te doen is. Zou het niet mogelijk zijn om zo gauw mogelijk de besluiten die in de O.R. genomen zijn, te publiceren? Het is n.l. moeilijk voor de O.R.-leden om direct iets in hun afdeling te vertellen omdat men nooit precies weet wat wel en wat niet direct gezegd mag worden. Spreker stelt voor om direct na een O.R.-vergadering een kort verslag van de O.R.-vergadering in het be drijf bekend te maken. De voorzitter zegt, dat een verslag erg moeilijk is. Het zou misschien wel mogelijk zijn om aan te plak ken welke besluiten door de O.R. zijn genomen. Verder zou de heer Waanders graag willen dat on derzocht werd of het mogelijk is dat ons bedrijf ook in aanmerking komt voor die 5°/o belastingaftrek voor de ploegen. De voorzitter zegt, dat hierover zojuist een brief is gekomen. Deze regeling zou alleen zijn voor de con- tinu-bedrijven en een mogelijkheid zou er misschien zijn voor de semi-continu-bedrijven. Hiervoor wordt echter geen algemene toestemming gegeven om dit zonder meer te doen. De heer Pavlicek zegt contact met Almelo opgeno men te hebben om hierover te spreken, maar dat men daar nog geen richtlijnen had. Zodra men die had ontvangen zou men ons berichten. Voor de continu-bedrijven is het zonder meer ak koord; de semi-continu-bedrijven zullen door de In specteur van Belastingen worden bekeken. Als de mogelijkheid voor ons bedrijf er is, dan zullen wij dit zeker proberen. Verder niets meer aan de orde zijnde, dankt de voor zitter de leden voor hun opkomst en wenst hen nog maals prettige Kerstdagen en een gelukkig 1964. Hierna sluiting. Aanwezig: de heren H. Jordaan, G. J. van Putten, •J. H. Seppenwoolde, A. Borkent, J. Spenkelink, J. H. Nijland, G. J. J. Beunk, J. Bruins, J. Waanders, J. Heuver, G. Kippers, G. Wessels, A. J. Seppenwoolde, J. Baan, W. Harbers en V. K. Pavlicek. De heren A. H. W. Thomassen, Js. Harbers en E. Dommerholt zijn verhinderd de vergadering bij te wonen. De voorzitter, de heer H. Jordaan, opent de verga dering en heet allen hartelijk welkom. 2a. Notulen vergadering d.d. 20-12-1963 De heer J. H. Seppenwoolde vraagt n.a.v. de uiteen zetting over een Bemetel-diploma, of deze vereiste alleen voor personen uit de Centrale Werkplaats geldt of wel voor alle reparateurs. De heer Pavlicek antwoordt dat voor jongere repara teurs in andere afdelingen het Ambachtsschool-diplo ma vereist wordt. N.a.v. de vraag van de heer Baan betreffende de ta rieven van het technische personeel in de vorige ver gadering (blad nr. 13) vraagt de heer W. Harbers of men hiermee al gevorderd is. De heer Pavlicek zegt dat men er momenteel druk mee bezig is. De voorzitter voegt hieraan toe dat de bestaande kan toren op het fabrieksterrein i.v.m. de nieuwe regelin gen verplaatst zullen worden. In het huidige kantoor van de heer Boonstra zullen de heren Kippers, Ro- haan en Schuitert hun kantoor krijgen, zodat dit een centraal punt wordt wat de directe werkzaamheden betreft, terwijl de heren Boonstra en Schouten hun kantoor op het z.g. „oude loonbureau" zullen krijgen. In de technische dienst is dus een verschuiving van werkzaamheden gekomen. De heer Pavlicek zegt te hopen dat omstreeks januari/ februari gestart zal kunnen worden met de nieuwe regeling; er zit n.l. nogal vrij veel voorbereidend ad ministratief werk aan vast. De heer Waanders vraagt waarmee begonnen wordt. De voorzitter zegt, dat vermoedelijk met de plaats werkers en elektriciens begonnen zal worden en dan successievelijk de andere afdelingen ingeschakeld zul len worden. 13

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1964 | | pagina 13