Ze zeggen dat Deze drie woorden komen nog wel eens voor in 't leven, „ze zeggen dat". Met „ze" wordt dan „men" bedoeld en „men" is een grote reus, die al heel wat kwaad heeft ge sticht met iets te zeggen wat, deels, half, of hele maal niet waar was, maar wat voor „vaste waor" de ronde deed. Hier, in onze naaste omgeving, komt dat ook nog wel eens voor. Zo nemen wij b.v. onze sociale voor zieningen, die vaak aan de mensen voorbijgaan zolang zij er niet mee te maken hebben, maar komt het een of ander een keer aan de orde, dan zijn er de collega's waarmee men dan over de om standigheden spreekt en die dan naar beste weten hun inlichtingen verschaffen; vaak goed, maar ook dikwijls verkeerd en dat is jammer, want zon der het te willen dupeert men iemand. Maar wan neer deze iemand toch liever het juiste wil weten, komt hij naar kantoor en horen wij „ze zeggen dat" En dan blijkt, dat de inlichtingen nog wel eens verkeerd gegeven zijn. Laten wij b.v. onze gezins verzorging maar eens bij de kop nemen. Hiervoor hebben wij onze hoofdlijnen die wij aanhouden, maar elk geval op zich zelf wordt bekeken en dan nog hangt alles af van de omstandigheden op dat tijdstip. Zijn er veel ziektegevallen onder de mevM sen zodat wij niet weten of wij vóór of achte™ leven; zijn er zieke gezinsverzorgsters of kunnen wij zo maar met een breed gebaar direct een ge zinsverzorgster voor hele dagen toewijzen; hebben we te maken met langdurige ziektegevallen of kun nen we prettig rouleren. Dit alles speelt een steeds wisselende rol. Bij de gezinsverzorging is er geen knop, waar men op drukt en waar dan een gezinsverzorgster uit een doosje springt kant en klaar. Zo komt het, dat onze ervaring is dat de voorlichting die men aan een collega geeft er vaak minder gunstig uitziet voor de betrokkene, dan dat men regelrecht naar de bron gaat waar men de juiste inlichtingen verschaft en waar u te allen tijde met raad en daad wordt bijgestaan om op de een of andere manier

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 4