De Roekoek Wanneer de herfst ons enige mooie dagen heeft geschonken, zoals dit jaar het geval is geweest, zijn wij spoedig geneigd de natuur in te gaan. En al mogen dan sommige bomen door de oktober- storm van de bladeren zijn ontroofd, mooi nog zijn de felle kleuren die de amerikaanse eik en het krentenblad ons voortovert. Toch voelen wij de stilte als wij buiten in de natuur zijn; weg is het vrolijke lied van onze zangertjes en de luide strofen van de zanglijster. Slechts de alarmkreet van ekster en vlaamse gaai doet ons even schrikken. Toch kan de herfst zonder dit alles nog mooi zijn. Waarom hebben onze zangertjes ons verlaten en de verre reis naar het zuiden aanvaard? Is het de komende winter of het gebrek aan voedsel, dat hun tot de aftocht dwingt? Hoewel de geleerden het hierover nog niet eens zijn mogen wij wel aan nemen, dat voedselgebrek de grootste rol speelt. Zo zien wij, dat sommige moeras- en weidevogels bij een zachte winter aan onze kusten overwinte ren. Anders is het gesteld met de koekoek, waar wij verder even stil bij willen staan. De koekoek welke in april-mei weer tot ons terugkeert, vindt hier dan zijn voedsel weer terug, bestaande uit insecten en rupsen. Gaat dit voedsel echter weer uit de natuur verdwijnen, omstreeks augustus, dan gaat de koe koek ons weer verlaten. Hoewel de koekoek een nuttige vogel is, heeft hij onder de mensen veel vijanden, misschien wel dooi de bijzondere levenswijze welke deze vogel er op na houdt. Natuurlijk moet iedereen begrijpen dat het een fabeltje is, dat de koekoek in de winter verandert in een sperwer. Al we echter in mei wederom het geroep van de koekoek horen, zal hij zeker op zoek zijn naar het nestje van een insecten etende vogel, om daar zijn ei in te deponeren. Dit ei wordt in de bek genomen en zo op zijn plaats gebracht. De koekoek bouwt zelf geen nest en laat het broeden aan de zangvogeltjes in welks nest het ei terecht is gekomen, over. Dit koekoeksei wordt met de eigen eitjes trouw^fc bebroed en de jongen zien bijna gelijktijdig het levenslicht. Door de gevoeligheid op zijn rug, die de jonge koekoek vanaf zijn geboorte reeds bezit, duldt hij geen jongen bij zich. Deze worden dan ook direct door hem over de rand van het nest ge werkt en zijn ten dode opgeschreven. Nu krijgt onze veelvraat al het voedsel, dat het vogelpaar aansleept alleen. Dit kost de pleegouders, vooral als hij groter wordt, heel wat zwoegen. Bij het ver laten van het nest wordt hij nog enige tijd door de pleegouders gevoed. Voelt hij zich groot en sterk genoeg dan zal hij in augustus, zonder ooit zijn vader of moeder gekend te hebben de verre reis naar het zuiden aanvaar den, vanwaar wij zijn terugkomst met vreugde te gemoet zien. Hoe wonderlijk mooi en toch soms wreed kan de natuur zijn. G. J. van Putten In verband met interne reorganisatie heeft de Directie besloten de heer V. K. PAVLI- CEK te belasten met onze personeelszaken zodat hij voortaan als onze personeelschef zal optreden. 28

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 28