„Wilhelmina" concerteerde in 't Parkgebouw Op zaterdag 30 november gaf onze muziekvereni ging „Wilhelmina" een concert in het Parkge bouw. Vergeleken bij vorige gelegenheden was de be langstelling bevredigend te noemen, want naar schatting waren ongeveer tweehonderd mensen in de zaal. Ter gelegenheid van de herdenking „150 jaar Ko ninkrijk" werd begonnen met het „Wilhelmus", dat door de aanwezigen staande werd medege zongen. Het programma begon met een pittige mars die al direct goed insloeg en een daverend applaus verwekte. We zullen wat de rest van het programma betreft niet in bijzonderheden treden. U hebt, als dit Anker verschijnt, waarschijnlijk in de pers reeds een uitvoerig en deskundige verslag kunnen lezen. Wel mogen we nog even vaststellen dat het pro gramma waaronder ook de modernere stukken, zeer in de smaak vielen. Het publiek was gul met applaus en het bleek wel dat men „Wilhelmina" een goed hart toedraagt! Het laatste nummer moest zelfs nog gebisseerd worden en geen won der, want de wijze waarop deze mars „When the Saints go marching in" uit de verf kwam, vróég eenvoudig om een herhaling. De dirigent, de heer Sommer, richtte zich op een I gegeven moment tot het publiek om, zoals hij het uitdrukte, zijn jongens te laten zien. Een stuk of tien muzikanten van 10 tot 20 jaar stonden op en ontvingen een speciaal applausje. De heer Sommer wees er op hoe goed het is dat men op een jeug dige leeftijd een instrument leert bespelen en al jong de vreugde van het musiceren kan beleven. „Stuur uw jongens naar mij toe", zei de dirigent, „dan zal ik ze het wel leren!". En inderdaad, wat is er mooier dan een of ander muziekinstrument te bespelen in een goed orkest onder prima leiding. Of het nu de grote tuba is of de kleine piccolo, de trompet of de bugel, de hoorn of de klarinet, de grote trom of de triangel, de trombone of het slag werk, allen spelen hun eigen partij. De ene muzi kant heeft een spectaculair aandeel in het ene stuk, de andere weer in een volgend nummer. En er zijn instrumenten die steeds op de voorgrond treden en een leidende positie innemen. Maar allen ge hoorzamen de dirigent en soms, als hij zijn stokje opheft, zwijgt plotseling dat ene belangrijke instru ment, zijn rol is uitgespeeld, het staat in de parti tuur. Is het in het maatschappelijke en politieke leven ook niet zo? Iedereen heeft een partij te spelen in het grote wereld-concert, een grote partij of een heel klein partijtje, maar als de grote Dirigent zijn stok opheft, dan zijn we uitgespeeld, het staat in de partituur! Deze gedachte drong zich aan ons op tijdens het concert van „Wilhelmina" en we herinnerden ons daarbij de recente tragische gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Het is goed, meenden wij, er even bij stil te staan in deze dagen van bezinning. Bij het ter perse gaan van dit nummer bereikt ons het bericht, dat onze vroegere medewerker, de heer Gijs- bert Muller op 10 december is overleden in de leeftijd van bijna 83 jaar. De heer Muller trad in 1905 in dienst van Ter Horst Co. N.V. en heeft tot de datum van zijn pensionering op 31 december 1948, op de afdeling Verkoop gewerkt. Door zijn innemend optreden had hij vele vrienden in Rijssen en daarbuiten en het was bekend dat de zake lijke relaties waarmee hij vroeger contact onderhield, nog altijd met waarderende woorden over hem spraken. Naast zijn werkkring was hij de grondlegger in Rijssen van de sportbeoefening en oprichter van Rijssen Vooruit zowel als van de gymnastiekvereniging D.O.S. Beide verenigingen heeft hij tot op betrekkelijk hoge leeftijd met inzet van zijn gehele persoonlijkheid ge diend en hij was vele jongeren tot voorbeeld. De velen die hem persoonlijk gekend hebben, zullen zich de heer Muller herinneren als een hoogstaand mens. Dat hij ruste in vrede. 17

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 17