De heer Waanders merkt op dat door de jongeren veel wordt gesnipperd op de zaterdag die ze werken moeten. Spreker is van mening dat de produktie ook lager ligt op de bewuste zaterdagen. Het is zo, dat men wel tot 12 uur of korter wil werken, maar dan moet vol betaald worden. Daarom is indertijd besloten om tot 1 januari 1963 zo door te werken (1 ploeg tot 12 uur en 2 ploegen tot 14 uur) en daarna dit nog eens te bekijken. De heer Meijerink vraagt zich af wat we doen moe ten als ze weer met een door velen getekende brief komen. De voorzitter meent, dat het het beste is om het te laten zoals het is. Het komende jaar zijn hierover toch besprekingen en dan kunnen we hierop terug komen. Doorlichting Betreffende de doorlichting deelt de heer Ligtenberg mede, dat de doorlichting die ook dit jaar weer ver zorgd is door onze bedrijfsarts, dokter Moolhuijzen, bijna afgehandeld is. Het voorlopig resultaat hiervan is volgens dokter Moolhuijzen gunstig. Midden of achter in deze week zal in het bedrijf aangeplakt worden, dat bij personen die dan nog geen nadere oproep hebben ontvangen voor het maken dan is er in zo'n gezin een werkster nodig en die hebben wij nu eenmaal niet. Dan dient men zelf naar een oplossing te zoeken, die meestal wel te vinden is wanneer de kinderen bij toerbeurt moeder één ochtend per week ko men helpen of met elkaar er voor zorgen dat moeder een werkster krijgt. Nu kan het wel eens voorkomen dat wij wan neer het eens een keer wat minder druk is aan wensen kunnen voldoen waar wij anders niet aan denken. Zo kan het een doodenkele keer gebeuren dat wij b.v. in een heel druk gezin de moeder een keer door de rijstebrijberg van naaiwerk heen kunnen helpen. Dit houdt geenszins in dat wij dit dan maar over al kunnen doen, omdat Jantje of Pietje dit ook een keer hebben gehad en men er dan ook recht" op heeft. Zelfs wanneer men nog nooit of zeer weinig ge bruik heeft behoeven te maken van onze gezins verzorging, dan is dit alleen maar heel plezierig voor de desbetreffende personen, maar beslist geen motief om voor één maal per week een werkster te vragen, omdat men nooit gezinsver zorging behoefde. Het blijft dus aan ons de beslissing of iets kan of niet. van een nieuwe foto, geen afwijkingen zijn gevonden die een nader onderzoek behoeven. De heer Meijerink vraagt naar aanleiding hiervan om de mensen die voor een nader onderzoek opgeroepen worden, hoogstens één dag van te voren op te roe pen, omdat men zich hierover altijd ongerust maakt. De heer Ligtenberg zegt, dat dit op bedoelde wijze gebeurt. Verder brengt de voorzitter ter tafel het formulier dat de O.R.-leden allen ontvangen hebben betreffen de een gehouden enquête over de Ondernemingsra den door de Bedrijfscommissie voor de Textielin dustrie. De heer Meijerink zegt dit formulier aandachtig te hebben doorgenomen en is tot de conclusie gekomen dat ten opzichte hiervan onze O.R. nog niet zo'n slecht figuur slaat. De heer J. H. Seppenwoolde vraagt betreffende de vergadering of het niet mogelijk is aan het eind van een vergadering een datum vast te stellen voor een nieuwe vergadering. De voorzitter antwoordt, dat dit wel moeilijk is. Dit heeft zijn vóór en tegen. Spreker denkt hierbij aan de Kern zoals we deze hadden vóór de Ondernemings raad. Hierbij was het veelal een zoeken naar dingen omdat men hiermee iedere maand vergaderde. Hierna ontspint zich een discussie tussen de voorzit ter en de heren Meijerink en Waanders over het vóór en tegen van een vaste datum voor een O.R.-verga- dering en ook over het vóór en tegen van het houden van een vóórvergadering. De nadelen van een vaste datum voor een O.R.-ver gadering zijn, dat men dikwijls niet genoeg stof heeft terwijl na een vóórvergadering vooraf door een be paalde groep een bepaald standpunt wordt ingeno men. Heeft een bepaalde afdeling een probleem dat niet de gehele O.R. rechtstreeks raakt, dan kan dit met de O.R.-leden van die afdeling worden besproken; heeft een O.R.-lid een probleem, dan kan deze zich vervoegen bij de heer Pavlicek en de heer Ligten berg om dit af .te -handelen. Naar aanleiding van dit gesprek zou de heer J. H. Seppenwoolde de O.R.-leden op het hart willen druk ken er nooit op af te gaan wat de mensen zeggen in de fabriek of er buiten. Hoort men klachten of iets dergelijks dan kan men het best contact opnemen met het kantoor en daar opheldering vragen. Zodoende worden onware praatjes vermeden. Hijzelf heeft dit enige keren gedaan en dat is de beste manier. De voorzitter wil dit ook ten sterkste aanbevelen. De heer Pavlicek zegt indertijd ook gezegd te heb ben, als er één of ander probleem is, direct, desnoods telefonisch contact op te nemen met het kantoor. De voorzitter vraagt de heer Waanders of hij er zich mee verenigen kan. De heer Waanders zegt dat zijn vraag niet zozeer een vóórvergadering betrof, alswel om het feit dat dit ook zijn goede zijden heeft gehad. In een verga dering durft niet iedereen zo goed voor zijn mening uit te komen. De heer J. Harbers was van mening dat de Kleine Commissie de kleinere gevallen op zou vangen. De voorzitter antwoordt dat een O.R.-lid zich ten alle tijde kan vervoegen bij de Kleine Commissie. Kan

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 29