Onze gezinsverzorging De heer Nijland vraagt of men kans ziet de produk- tie bij te houden in de Spoelerij als er nieuwe systems in de Spinnerij bijgekomen zijn. De voorzitter zegt, dat dit zeker onze aandacht heeft. De Spoelerij wordt helemaal doorgerekend. De heer Borkent merkt op dat het jaar 1962 wel voorspoedig geweest is. Spreker vraagt of de krappe personeelsbezetting nog afbreuk heeft gedaan aan de orders. De voorzitter antwoordt, dat we niet de produktie hebben kunnen maken als wanneer we een volle be zetting gehad hadden, maar momenteel werkt bijna de gehele weverij Geume weer in 3 ploegen. Vooral over deze weverij zijn we niet ontevreden, wat be treft het personeel, doch er kunnen nog wel enige wevers bij aangesteld worden. De Spinnerij zit momenteel vol, maar als binnenkort weer enige systems er bij komen, kunnen we ook wel weer spinners aannemen. Voor de overige weverijen kunnen we ook nog men sen gebruiken. De heer Beunk vraagt of er nog veel orders zijn voor de verzendgarens. De voorzitter antwoordt, dat we hier genoeg orders hebben, maar omdat we zelf met tekort aan garens te kampen hebben en deze bijkopen, kunnen we niet teveel garens verkopen. Bovendien worden de garens die we bijkopen zeer slecht geleverd, soms wel een maand later dan afge sproken is. Verder zegt de heer Beunk, dat de nieuwe copsen een hele verbetering zijn. Spreker vraagt zich echter af waarom deze machines in Beek bijna de helft van de tijd stil staan. De voorzitter zegt, dat men de oorzaak moet zoeken in het tekort aan garens. De heer Beunk zegt dit jammer te vinden. Verder vraagt de heer Beunk of de oude copsen nog weer terug komen. De voorzitter antwoordt, dat men voorlopig geen copsen bijkoopt. Door de nieuwere uitvoering van de te kopen spinmachines, waarmee men o.a. grotere klossen en een grote snelheid heeft, moeten we eerst proberen hoe dit zal bevallen. Ook kunnen de oude spinmachines op deze manier verbeterd worden. Als de nieuwe uitvoering goed bevalt dan zal men zeker de oude machines ook op deze manier veranderen. Verder vraagt de heer Beunk of er ook nieuwe roll- winders aangeschaft worden. De voorzitter zegt, dat men druk bezig is dit te be kijken. Vervolgens vraagt de voorzitter of er naar aanleiding van dit verlsag nog meer vragen zijn. De heer J. H. Seppenwoolde zegt, dat het hem en de andere Ó.R.-leden zeer verblijdt dat dit jaarverslag veel gunstiger luidt dan dat van vorig jaar. Spreker zegt blij te zijn met o.a. de goede sociale voorzie ningen die ons bedrijf heeft en noemt hierbij o.a. de nieuwe toiletten. De heer Seppenwoolde wenst de directie, de O.R.- leden en de overige medewerkers van de O.R., goede Kerstdagen en Gods zegen toe voor 1963. 2c Wat verder ter tafel zal worden gebracht. Reserve-uren De heer Ligtenberg zegt aan de hand van de snip- perbonnen tot de conclusie te zijn gekomen dat er slechts pl.m. 15 personen zijn, die reeds meer dan 30 snipperuren opgenomen hebben. Het is dus momenteel nog niet zo urgent om de re- serve-uren vrij te maken. De voorzitter stelt voor dit punt tot de volgende vergadering aan te houden. Hiermee gaat de O.R. akkoord. De heer Kippers zegt, dat indertijd, toen men de enquête heeft gehouden voor de verkorte werkweek voor de 3 ploegen, afgesproken is, dat met 1 januari 1963 dit nog eens weer bekeken zou worden. Zoals bekend is, werkt 1 van de 3 ploegen tot 12 uur 's zaterdagsmiddags en de andere 2 ploegen werken tot 2 uur. Spreker voelt er veel voor om te proberen de verkor te werkweek voor de ploegen in te voeren. De voorzitter zegt, dat het bedrijf hier nog geen be hoefte aan heeft. De voorlopige afspraak is, dat de ploegen tot 1964 nog onverkort mogen werken. De heer J. H. Seppenwoolde zegt, dat men de men- sen van de 3 ploegen indertijd de gelegenheid heeft gegeven om verkort te werken. Hieraan heeft slechts één ploeg gehoor gegeven. De heer Meijerink voelt er ook niet voor om hierop nog eens terug te komen. Wanneer wij over „gezinsverzorging" spreken en goed de betekenis van dit woord tot ons door la ten dringen, dan houdt dit dus in, dat door mid del van de hulp van onze gezinsverzorgsters de huishouding zoveel mogelijk doordraait zoals men dat gewend was voordat de moeder ziek werd. Eén van onze meisjes komt dan hele of halve da gen het werk van de huisvrouw overnemen, dit hangt af in de eerste plaats van de grootte van het gezin en in de tweede plaats van de drukte ^fcj van het moment. Wel is er dan in zo'n bepaald ziektegeval door de behandelend geneesheer vastgesteld, dat de moe der één, vier of zes weken moet rusten of opge nomen in een ziekenhuis. Dat zijn de gevallen waarvoor in hoofdzaak vroeger de gezinsverzor ging in het leven werd geroepen, er van uitgaand dat de man na zijn werk niet iedere dag ook nog de huishouding en de kinderen zou moeten ver zorgen. Nu kan het gebeuren dat iemand hulp komt vra gen omdat z'n vrouw b.v. het vrijdagswerk niet meer kan doen omdat dit om de een of andere reden te zwaar is. Kijk, dan komen we op een geheel ander terrein 28

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 28