gehouden op vrijdag 18 mei 1962, 's middags 4 uur in de grote ver gaderzaal van het kantoor. Aanwezig: de heren H. Jordaan, A. H. W. •[Thomassen, G. J. van Putten, E. Dommer- nolt, A. Borkent, J. Spenkelink, J. H. Nij- land, G. J. J. Beunk, Js. Harbers, J. Bruins, J. Waanders, M, Meijerink, G. Kippers, G. Wessels, A. J. Seppenwoolde, G. Weijers, W. Harbers en V. K. Pavlicek. De heer J. H. Seppenwoolde is wegens ziek te verhinderd aanwezig te zijn. De Voorzitter, de heer Jordaan, opent deze bijeenkomst en heet allen welkom. Spreker zegt, dat de O.R. bijeengeroepen is i.v.m. een mededeling van de Directie, betreffende de winstdeling. Zoals reeds in de vorige vergaderingen is gezegd, heeft men besloten voor ons be drijf winstdeling uit te keren, ook reeds over het jaar 1961. Op 27 april j.l. is er een vergadering van aandeelhouders geweest, waarin besloten is om over 1961 een uitkering te geven van 3% aan die personen die in 1961 in dienst zijn geweest en op 27 april j.l. nog in dienst waren en op die datum nog geen ontslag hadden aangevraagd. Deze 3% wordt uitgekeerd over het in 1961 bruto verdiende loon, exclusief de 4% uit spring met de vakantie en Kerstdagen. ^Plierbij zijn ook inbegrepen uitkeringen uit de Ziekte- of Ongevallenwet. Voor die per sonen die in de loop van 1961 in dienst zijn getreden, worden de eerste 3 maanden niet meegerekend. Personen die in 1961 met pensioen zijn ge gaan krijgen 3% over het genoten loon in dat jaar. Weduwen waarvan de man in 1961 over leden is, ontvangen ook de 3% uitkering over het genoten loon. Ook de militairen ontvangen deze uitke ring onder voorbehoud dat ze na hun mili taire diensttijd minumum 3 maanden hier werken en onmiddellijk na het „afzwaaien" hier weer in dienst treden. Het bedrag wordt op een collectief spaar bankboekje geplaatst. De heer Thomassen licht e.e.a. nog nader toe. Spreker zegt dat vrouwelijke werkne mers die wegens huwelijk zijn vertrokken en minstens 6 maanden in dienst zijn ge weest, ook in aanmerking komen voor deze uitkering. Verder ook de mensen die uit getrokken zijn uit de Ziektewet. Verder zegt de heer Thomassen dat op deze winstdeling de normale inhoudingen zoals A.O.W., loonbelasting enz. zullen wor den toegepast. De uitbetaling zal waar schijnlijk woensdag over een week plaats vinden. De heer Meijerink stelt de vraag of dege nen die op 30 december 1960 met pensioen zijn gegaan, nog in aanwerking komen voor deze winstdeling. Hierop antwoordt de Voorzitter ontken nend en vraagt of naar aanleiding van dit onderwerp nog meer vragen zijn. De heer Kippers vraagt of de gepensio neerden van 30 juni over 26 weken uitbe taald krijgen, waarop de Voorzitter beves tigend antwoordt. De heer Meijerink vraagt nog wat personen uitbetaald krijgen, die in 1961 ziek zijn geweest. De heer Thomassen antwoordt dat de winstdeling dan gebaseerd is op het zieken geld. De heer Waanders vraagt deze regeling wel soepel toe te passen. De Voorzitter zegt, dat de datum van de aandeelhoudersvergadering aangehouden wordt voor het met ontslag zijn gegaan of ontslag aangevraagd hebben. De heer Dommerholt vraagt of de 4% va kantietoeslag er buiten gehouden wordt. De Voorzitter antwoordt dat deze 4%, zoals reeds medegedeeld is, inderdaad niet mee gerekend worden. 11

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1962 | | pagina 11