onze GEZINSVERZORGING
door de bril van 1960 gezien
Wanneer we de bladzijden van het gezins-
verzorgingsboek terugslaan, dan staan wij
zelf toch wel even verwonderd te kijken
van de vele hulp die er weer in het afge
lopen jaar aan onze gezinnen werd ver
strekt. Wij komen dan op een totaal van
■322 werkdagen. Eén gezinsverzorgster zou
mier dan 6 jaar en 3 maanden voor nodig
hebben om al dit werk te kunnen ver
richten. Van deze 1822 werkdagen waren
er 1478 geheel gratis. Het bedrag dat door
alle gezinnen terugbetaald werd, was in
totaal f 624,35.
We mogen dan wel tot de slotsom komen,
dat er heel wat werk is verricht en heel
wat gezinnen werden geholpen, om precies
te zijn 124.
Nu is de gezinsverzorging zo langzamer
hand een begrip geworden, soms zelfs zo,
dat er mensen zijn die het heel vanzelf
sprekend vinden dat ziekte van de huis
vrouw uitsluitend een aangelegenheid is,
die de fabriek aangaat. Dat zijn ook de
mensen die na een ziektegeval het niet
eens meer nodig vinden om even te be
danken voor de hulp, die dan ook vaak
nog geheel gratis was. Het kwam echter
ook een keer voor, en dat is erger, dat wij
ten aanzien van het werk dat in een gezin
te doen was, alléén halve dagen nodig
achtten. We kregen een dermate grote
mond, dat er van hulp geven vanzelfspre
kend werd afgezien.
Ook kan het voorkomen, dat wij zo druk
bezet zijn, dat er niet direct hulp gegeven
kan worden. Dit kan ook aanleiding zijn
tot grote ontevredenheid van de aanvrager,
die veronderstelt dat wij voor elk gezin een
gezinsverzorgster kunnen reserveren in
geval van eventuele ziekte op elk denk
baar, ogenblik.
De overgrote meerderheid weet gelukkig
de hulp altijd te waarderen.
Het is dan ook prettig werken in deze ge
zinnen en zij hebben ook begrip wanneer
we te kampen hebben met grote drukte.
Soms komen alle baby's tegelijk, alsof het
afgesproken werk was, ook kan het gebeu
ren, dat er gezinsverzorgsters ziek worden.
Het is ons dan onmogelijk om zomaar
meisjes uit de lucht te toveren. Dan komt
het op begrip aan en op verantwoorde
lijkheidsgevoel voor het eigen gezin.
Het is dan prettig om te horen, dat een
vrouw zegt: „Juffrouw, we kunnen hele
dagen hulp van de kerk krijgen, vindt U
het goed dat we dat doen, we moeten dan
zelf wel betalen, maar het is misschien
beter". Of de man die het vanzelfsprekend
vindt als het druk is, dat wij halve dagen
hulp geven, want 's middags is hij zelf
immers thuis. En dit was dan een gezin
waar eigenlijk een gezinsverzorgster hele
dagen zou moeten zijn.
Dit zijn mensen die weten, dat ziekte in de
eerste plaats de verantwoordelijkheid van
het gezin is, daarnaast, willen wij behulp
zaam zijn en doen wat we kunnen om
mede te helpen de moeilijkheden die ont
staan wanneer de huisvrouw door ziekte of
bevalling van de vloer is, te helpen op
lossen. Wij zijn daarom maar weer met
nieuwe moed 1961 ingegaan.
Het was echter wel eens goed eens zwart
op wit dit alles uiteen te zetten, hopelijk
kunnen we dan aan 't eind van 1961 terug
zien op alléén maar plezierige ervaringen.
7