UIT DE OUDE DOOS
In ons Jubileumnummer was een artikel opgenomen onder de titel „Ter Horst
in twee wereldoorlogen". Dit artikel heeft de heer Feitkamp, een van onze
mensen in de buitendienst, op het idee gebracht zijn archief door te lopen.
Het volgende aardige verhaal, dat wij onze lezers niet willen onthouden, was
het resultaat.
Het moet er in de eerste wereldoorlog met
onze grondstoffenvoorziening toch niet zo
slecht hebben uitgezien.
Op 1 Augustus 1914 brak de wereldoorlog
uit en trad mijn vader in dienst van Ter
Horst Co.
In begrijpelijke schrik van het eerste ogen
blik was opdracht gegeven dat alle stomen
de grondstoffen in Londen moesten worden
gelost en opgeslagen. Doch alras bleek, dat
de oorlog wel iets langer zou kunnen du
ren dan enkele dagen. De vraag was dus,
hoe komen wij aan grondstoffen en in het
bijzonder: hoe krijgen wij wat in Londen
van ons ligt opgeslagen, in huis.
Mijn vader kreeg daarom het verzoek of
hij voor het laatste niet kon zorgen. Het
moet er dus bij onze Nederlandse scheep
vaart een beetje angstig hebben uitgezien.
Bij informatie bleek, dat het s.s. „Lapwing"
van de General Steam Navigation Co. Ltd.
te Londen in Duinkerken zou lossen en
leeg naar Londen zou gaan. De „Lapwing"
was gebouwd in 1911 en groot 1192 ton
bruto en 495 ton netto. Onder de zee
schepen dus een „klein" bootje. De „Lap
wing" onder commando van Captain W. G.
Branthwaite werd gecharterd en voerde de
eerste jute aan.
De Engelsen waren natuurlijk niet van
zins toe te laten dat Duitsland via onder
meer ons land, van overzee goederen aan
voerde, en blokkeerde alles. Om daaraan
te ontkomen, kwam men in ons land tot
de oprichting van de Nederlandse Overzee
Trust Maatschappij (de N.O.T.). Onder ga
rantie dat de ingevoerde goederen, ook in
verwerkte toestand, Duitsland niet zouden
bereiken, kon de Nederlandse regering door
middel van de N.O.T. noodzakelijke goede
ren aanvoeren. De papieren stonden duak
op naam van de N.O.T. en moesten dus na*
aankomst voor de voor ons bestemde goe
deren op naam van Ter Horst Co. wor
den overgeschreven.
Oorspronkelijk werden de goederen eerst
in de havens gelost en opgeslagen. Om
daarna dan weer in wagons te worden ge
laden. Dit werd eerst verzorgd door de Ne
derlandse scheepvaart. Of men daarna
weer wat angst heeft gekregen Duits
land torpedeerde ook toen meedogenloos.
In ieder geval de „Lapwing" ging weer
voor ons varen. De partijen kenden en ver
trouwden elkaar en dat versnelde de be
handeling ten zeerste. En gaf ook een be
langrijke besparing aan kosten. De gang
van zaken werd toen als volgt:
In de loop van de Zondag, als regel vóór
de middag, stoomde de „Lapwing" het IJ
te Amsterdam op.
Bij de Zondagochtendwandeling langs d<^.
De Ruyterkade keken wij er altijd naa^jf
uit. En het verschijnen van de „Lapwing"
was altijd weer een opluchting. Op Maan
dagochtend vroeg begon men de „Lapwing"
te lossen. De jute ging maar meteen in de
wagons. Met die papieren kwam het wel in
orde Des middags waren de wagens reeds
op weg naar Rijssen.
Intussen kreeg mijn vader dan Maandags
de papieren. Hij was volkomen op de hoog
te van de partijen jute welke waren aan
gekocht. In een cahier met harde kaft
16