Het woord is aan onze oudste klant: De Nederlandse Handel-Maatschappij Honderd vijf en twintig jaren: een hele tijd! Geen mens, hoezeer het hem ook meeloopt, is het gegeven deze leeftijd te bereiken. Handelslicha men hebben op mensen, in dit opzicht, een streep je voor. Maar ook zij, willen zij niet ten onder gaan, hebben zich tegen de slopende werking van de tijd te verzetten. Zij moeten optornen tegen tal van elementen, die zij niet kunnen beïnvloe den. Zo de conjunctuur, vraag en aanbod, de nationale wetgeving, loon- en prijzenpolitiek, het politiek en economisch bestel van heel de we reld. Honderd vijf en twintig jaren! Deze tijdsduur is ook in ons land, dat veel oude firma's en ven nootschappen kent, meermalen bereikt - waar firma's zijn van honderden jaren oud - maar dat neemt niet weg dat het zich handhaven tegen tij en ontij 125 jaren lang een uitzonderlijke pres tatie blijft. Zonder wijs en vooruitziend beleid bereikt een handelslichaam zulk een leeftijd niet. Uw 125-jarige geschiedenis toont aan dat uw leiding het heeft verstaan de huik naar de wind te hangen en kloek naar een andere branche is overgestapt toen het aanvankelijk bedrijf, de ka toenweverij, niet winstgevend bleek. Het lag voor de hand dat de firma D. en J. H. ter Horst te Rijssen, stad, gelegen in het nijvere Twente, zich aanvankelijk op de door onze Maatschappij ge reorganiseerde en door haar begunstigde katoen industrie toelegde. In 1835 was het jonge Ko ninkrijk der Nederlanden na de afscheiding van België vereenzaamd achtergebleven, politiek en ook economisch. Door de afscheiding beschikte Nederland voor zijn toenmalige koloniën niet meer over het gewilde exportartikel, het Gentse katoenen lijnwaad. De producten van de overi gens weinig omvangrijke Leidse en Haarlemse ka toenindustrie voldeden niet aan de eisen voor deze bestemming overzee. Vandaar dat Twente voortaan het katoenen exportproduct voor Oost- Indië zou leveren. Het was onze Maatschappij, die de Twentse ka toenindustrie, erfgename van de inheemse linnen en halflinnen nijverheid, in haar eigen begin met grote orders voor de markt op Java heeft ge steund. In de Engelsman, Thomas Ainsworth, had onze Maatschappij de man gevonden die, tech nisch onderlegd en scheppend begaafd, in staat bleek de Twentse huisnijverheid omhoog te trek ken en op hoger peil te reorganiseren. Op zijn initiatief en op kosten van de Nederlandse Han- del-Maatschappij heeft heel Twente met de snel spoel leren weven. In de jaren 1835-1844 heeft de Handel-Maatschappij jaarlijks voor miljoenen tot een maximum van elf miljoen aan witgoederen van de Twentse katoennijverheid afgenomen, eerst door vaste orders aan vaste fabrikanten en later, na 1844, bij inschrijving tegen de laagste prijs. Stellig zal ook uw firma van deze orders hebben geprofiteerd, want de Nederlandse Han del-Maatschappij volgde de gedragslijn van be trekkelijk kleine orders uit te geven aan een groot aantal fabrikanten. Toch bleek deze tak van be drijf voor de heren Ter Horst niet profijtelijk, want zij grepen een order van onze Maatschappij voor jute zakken als welkome aanleiding aan om van de katoen op de jute over te stappen. Neder land leefde toen nog in de dagen van het Cultuur stelsel en de Nederlandse Regering had de jute zakken nodig voor de koffie, die van Java door de Handel-Maatschappij naar Nederland werd vervoerd. Onafgebroken echter schijnt de Handel-Maat schappij Ter Horst Co. niet met orders van koffiezakken te hebben begunstigd, want wij trof fen in ons archief een brief aan, waarbij de heren Ter Horst zich nog eens in de clientèle van de Handel-Maatschappij aanbevalen. Deze brief zal in de jubileumcourant van het jaar i960 niet mis staan, weshalve publicatie volgt: 8

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1960 | | pagina 10