HOE HET ONTSTOND Een kort overzicht over de tijd waarin, en omstandigheden waaronder, de ontwikkeling van Rijssens grootste industrie ontstond. „Als het buitenwerk was afgedaan, kwam het weven weer aan de beurt, want de kleine luitjes moesten er een centje bij verdienen de Winterdag, 't Is een droog en zindelijk werkje. Men is onderdak bij re gen en sneeuw en als de vorst het grond werk stillegt, den wever deert het niet. Zoo mag hij zich een gezegend man ach ten. Hij dacht er niet over dat die lage, bedompte weefkamer ongezond was en dat hij daarvan zo veel moest hoesten in het seizoen der korte dagen", schreef de Achter- hoekse schoolmeester H. W. Heuvel over de huisweverij. Hij schreef over een tijd, toen ook hier in Rijssen de huisweverij nog in zwang was; toen iedere huishouding nog voor zichzelf het nodige moest verbouwen om te kunnen leven. Ruilhandel was de manier om aan meer duurzame gebruiksvoorwerpen te ko men, geld kende men onder de gewone man praktisch niet. Doch de tijd, dat het geld meer en meer het middel werd om in deze ruil te bemiddelen, was aangebroken, nu een 100 tot 125 jaar geleden. Het aantal gezinnen breidde zich uit niet iedereen kon meer leven van de opbrengst van eigen grond en de producten van de huisweverij, die tot nog' toe aftrek vonden, konden el ders goedkoper geproduceerd worden. Langzamerhand verdween de ruilhandel dus, maar lange tijd hebben sommige pro ducten zich nog in deze ruilhandel kunnen handhaven. Boter bijvoorbeeld werd een zestig jaar geleden in Rijssen nog voor dit doel gebruikt (opmaakn dut de botter ver- koopn). Men ging daarmee naar de kruide nier en ruilde tegen andere artikelen. In de tijd, waarover dit artikeltje eigenlijk handelt, toen de huisweverij dus in het gedrang kwam (omstreeks 1830) kende Rijssen naast de boerenbedrijfjes met de weefkamers nog een vijftigtal 'steenfabriek jes of tichelwerkjes, die meestal niet gro ter waren dan de boerderijtjes en veelal slechts één veldoven hadden. Ook Gerrit Hendrik ter Horst (geboren 1771) was eigenaar van een steenbakkerij met drie ovens, benevens van een hout- handel. Hij leefde in de tijd, waarin een omwenteling op weefgebied in Twente voor de deur stondDe snelspoel ontdekte Twente en huisindustrie zou geleidelijk aan fabriekswezen worden. Koning Willem I (1814—1840) heeft v<M^ moeite gedaan Twente tot industriegebied te maken. Dat was nog niet zo eenvoudig', aangezien Twente als het ware een geïso leerd gebied vormde. Slecht begaanbare wegen en ondiep water hadden onze om geving voor reizigers niet aantrekkelijk ge maakt. Om Twente dus voor de buitenwereld te ontsluiten waren straatwegen nodig, waar over degenen, die Twente als reizigers wil den bezoeken in hun rijtuigen, konden worden vervoerd. Die wegen kwamen er, zij het geen groot aantal. Er kwamen ook 2

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1959 | | pagina 4