PERSONALIA Het bewaren van dahliaknollen Waar men haar ook zet, vergeet het gieten of sproeien niet en geef haar om de paar weken wat vloeimest (koemest verdund in water of kamerkunstmest). Eind september moet de plant weer bin nenshuis, op een koele, lichte plaats, en dan maar eens kijken hoeveel bloemen er uit komen, U ziet het, er komt heel wat kijken, wanneer men zelf deze planten in bloei wil brengen, maar het geeft ook meer voldoening dan wanneer men een bloeiende plant koopt. Het bewaren der knollen kan op verschil lende manieren en plaatsen geschieden. De eenvoudigste manier is in de kelder op de aardappels. Degenen, die in de oorlog een schuilgat onder de kamervloer hadden, kunnen deze ook gebruiken als opbergplaats voor de knollen. Verder kan men ze evenals aardappels in de tuin inkuilen. De beste manier lijkt me de volgendeWanneer de knollen goed winddroog zijn en de aarde zoveel mogelijk verwijderd (U hebt ze dan natuurlijk al voorzien van een etiket met kleur en hoogte erop vermeld), dan pakt men ze in een kist met droog turfstrooisel en zet deze op een droge, koele, vorstvrije, plaats. Het turfstrooisel kan ook vervangen worden door zaagsel. Men doet verstandig de knol len in januari eens na te kijken. Wanneer er rotte delen aanzitten, deze wegsnijden en met houtskoolpoeder be strooien. De bergplaats is dan wellicht te vochtig geweest. We nemen kurkdroge turf strooisel, pakken de knollen er weer in, en zetten de kist als dit mogelijk is op een drogere plaats. Het komt ook dikwijls voor, dat de knollen met schimmel zijn bedeka^ Men kan dan een weinig stuifzwavel over verstuiven of als de weersgesteldheid het toelaat een dag in de zon leggen. Na de behandeling weer in droog vers turf strooisel. Zijn de knollen daarentegen ge schrompeld dan doet men er beter aan deze in even vochtig turfstrooisel over te pakken. De knollen op deze manier behandeld zul len begin april voor het grootste deel gaaf te voorschijn komen. K. L. Geboren Gehuwd 20- 8-'59 Gerhard Jan Hendrik, z.v. J. Roggeveen (Spinnerij) en G. L. de Graaf. 8- 9-'59 Willemina Johanna, d.v. F. J. Schreurs (Spoelerij) en J. Wit ten. 12- 9-'59 Gerhard, z.v. J. G. Aalderink (Weverij) en M. Averesch. 24- 9-'59 Dina, d.v. J. Meijerink (kan toor) en J. P. A. Lubbers. 26- 9-'59 Mannes, z.v. G. J. Potman (We verij Holten) en G. Kruithof. 30- 9-'59 Frederika, d.v. D. J. Beunk (C.W.) en M. Harbers. 5 -10 - '59 Hermanna, d.v. W. Schreurs (Krasserij) en A. Willems. 28- 8-'59 H. Kreijkes (C.W.) en G. Jurgens. 4- 9-'59 G. Hofstede (Spinnerij) en G. Lankamp. 4- 9-'59 H. van 't Oever (Spinnerij) en F. M. de Winter. 3- 9-'59 J. Nijkamp (Spinnerij) en A R. Karsten. 10- 9-'59 J. Wolterink (Schoonm.) en W. Rozendom. 18- 9-'59 J. H. Wichers (Spinnerij) en J. Tijhuis. 2-10-'59 J. van Losser (Naaierij) en G. J. Schuiterd. Overleden 12- 8-'59 J. van Putten (Gepensioneerd) 17- 9-'59 J. H. Nijland (Gepensioneerd) 24- 9-'59 J. Nijland (Gepensioneerd) 22

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1959 | | pagina 22