U/iit u.. 18 dat van half juli tot begin augustus de violen gezaaid moeten worden voor voor jaarsbloem Het beste resultaat krijgt men in koele vochthoudende grond in een gesloten kou de bak, die beschaduwd moet worden, (ge kalkte ruiten is niet voldoende). Wordt het zaaisel in de zon gehouden of wordt de grond op een andere manier droog en korstig, dan ontkiemt het zaad niet. Om deze reden lukt het in droge warme zomers ook niet in de volle grond. Voor degenen, die toch in de vole grond moeten zaaien, is het het beste een schaduw plekje te zoeken, niet onder bomen en daar een zaaibed aan te leggen. Het zaad mag ten hoogste een halve centimeter diep komen te liggen. Na het zaaien het bed afdekken met een jutezak, mat of iets dergelijks en het regelmatig vochtig houden. Na ongeveer 5 a 6 weken de plantjes ver spenen en tegen eind oktober op de be stemde plaats uitplanten. Violen staan graag op een beschut plekje uit de wind. dat dahlia's geknopt of gepluisd moeten worden om grote bloemen met stevige stengels te verkrijgen. Wanneer we dahlia's hun natuurlijke gang laten gaan met groei en en bloeien, dan zullen we wel veel bloemen krijgen, maar deze blijven klein en minder sterk met korte slappe stengels. Om dit te voorkomen worden alle over tollige knoppen en scheuten verwijderd. Bekijken we eens zo'n scheut, waarvan juist de knoppen zichtbaar worden, dan zien we boven drie knoppen, nl. één hoofd- knop en twee zijknoppen. Verder naar on deren in iedere bladoksel een zijscheut. Door de hoofdknop te laten staan (de middelste- en de zijknoppen schuin naar beneden af te rukken alsook de zijscheuten, bereiken we, dat al het voedsel alleen de hoofdknop ten goede komt, waardoor deze zich goed zal kunnen ontwikkelen. Bij het schuin naar beneden afrukken van zij knoppen en scheuten is het aan te raden het blad met de linkerhand enige steun te verlenen om beschadiging te voorkomen. De vraag hoe ver de zijscheuten mogen worden weggenomen kunt Uzelf beant woorden. Wilt U een stengel van 60 cm. dan haalt U ook bijna zoveel zijscheuten weg (ik schrijf bijna, want de hoofdknop groeit na het pluizen nog zo'n 20 cm. door). Men mag echter niet de onderste scheuten wegnemen, want deze moeten ons de vol gende bloemen leveren. Het is wel aan te raden dit knoppen geregeld bij te houden, ten minste twee keer per week. Wacht mei^ te lang met het wegnemen, dan wordt stengel te slap en kan deze de zware bloeni niet dragen. Door dit knoppen krijgt men minder bloemen per plant, maar gezien het resultaat zult U er geen spijt van hebben. Het snijden der bloemen mag niet eerder geschieden of deze moeten volrijp zijn. Snij geen half geopende dahliabloem, deze komt op een vaas niet verder en gaat spoe dig verwelken. Wanneer U van bovenstaan de iets niet duidelijk is, vraag dan eens iemand van de dahliavereniging „Flora" of hij het eens vóór wil doen. Weet U niet wat voor soort U moet hebben Breng dan straks in september een bezoek aan de tentoonstelling, welke ongetwijfeld dit jaar ook weer verzorgd wordt door deze ver eniging. U zult dan Uw keuze kunnen ma ken uit honderden soorten. dat degenen die dit voorjaar knolbego nia's gekocht hebben, welke nog niet in blad waren en deze in de volle grond gezet heb ben, een grote teleurstelling zullen krijgen vooral met die, welke ook nog op het zui den zijn geplant en dus volle zon krijge|^ De knolbegonia is een plant, die van vei^ vocht en humusrijke grond houdt. Door het droge en zonnige voorjaar zullen deze knollen dan ook niet spruiten. Mochten ze nog gekomen zijn, dan zullen ze aan de oppervlakte verschrompelen door zon en droogte. Hebt U planten gekocht die reeds goed in het blad waren, dan is het aan te raden om turfstrooisel of bladaarde aan de grond toe te voegen om verbranding te voorkomen en om een luchtige en vocht houdende grond te verkrijgen. In droge en dorre grond willen geen knolbegonia's groei en. De grond regelmatig vochtig houden is een eerste vereiste om een goed gewas te verkrijgen; wanneer het een paar dagen droog en zonnig is, dan dient men even met de gieter bij te springen. Zou U dit

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1959 | | pagina 18