WANDELEN I 8 niets met zekerheid aan te geven. Is het een dankfeest aan de goden Dankoffers oorspronkelijk een dankfeest aan de go den geweest Dankoffers voor het gewas of voor de jacht Als in Ootmarsum de 12 slagen van de torenklok hebben aangekondigd, dat er weer een jaar voorbij is en dat een nieuw jaar zijn intrede heeft gedaan, verschijnt op het marktplein de nachtwacht met zijn ratel. Hij is omgeven door een groep men sen en samen trekken zij door de straten van Ootmarsum. In de „Gids van Oot marsum" troffen wij de onderstaande woorden van zijn heilwens aan, die door de nachtwacht bij zijn nachtelijke ronde wordt gezongen Komt, burgers, komt, nu allen terstond Het nieuwe jaar ingetreden. En 'k wens op dezen vasten grond Veel heil, geluk en zegen. Het oude jaar, dat is verdween, Het nieuwe zijn wij ingetreên. Oorspronkelijk zal de nachtwacht zich echter wel van een tekst in dialect hebben bediend; een Twents gebruik, waarbij niet in het Twents werd gesproken, was niet denkbaar Vroeger gingen de boerenmeiden en de boerenknechten in Twente van Kerstmis tot Nieuwjaar hun ouders bezoeken en kregen dan steeds van de boerin iets mee voor huis: een metworst, een stoeten en ook vaak nog koffiebonen. Ze gingen „hen kooken", Nieuwjaarskoeken eten. Voor deze koeken had de smid speciale koekijzers gemaakt, waarin tekeningen en inschrif ten welke tijdens het bakken in de koeken werden afgedrukt. In het boek „Overijsel^ maakt de heer J. J. van Deinse meldin^fc van een Nieuwjaarskoek, die een opschrift droeg dat erg geschikt is om dit artikeltje te besluiten, namelijk „Gelukkig die het jaar begint met lust en is gesint om zich tot God te wenden. Dan zal het in vreede enden". J. W. R. Toen wij één dezer dagen in ons sport archief wat aan het rommelen wa ren op zoek naar de diverse opeen volgende tekstboekjes van onze revue, kwam ons een foto in handen van onze wandelclub uit de jaren van opgang. Waar deze fraaie opname destijds ge maakt is, durven wij niet zeggen, doch de deelnemende meisjes met de leider zal dit wel bekend zijn. Wij vonden de groep zo goed geslaagd, zo getuigend van een heid en levensvreugd, dat wij er onmid dellijk mee naar de redactie van het An ker togen om, zo mogelijk, opname te verzoeken. Wij twijfelen niet, of deze foto zal door de dames nog eens met bijzondere aan dacht bestudeerd worden. Zij zal allicht prettige herinneringen wekken aan andere tochten, die hier in de wijde omtrek na goede voorbereidingen ondernomen zijn. Tochten, waarin zij ervaringen hebben opgedaan en ook het mooie, dat de natuur ons biedt, beter hebben leren waarderen. Tochten, waarin vriendschap werd aan geknoopt of verstevigd, tochten, waarin lichaam en geest gesterkt werden, toch ten, waaraan zij steeds met veel genoegen zullen terugdenken. In die dagen was de deelneming verheu gend groot, zelfs al betrof het een door-de- weekse gewone oefening. Misschien was dit een gevolg van de oorlogsjaren, toen na on derdrukking en ellende algemeen behoefte gevoeld werd zich uit te leven. Mogelijk was het ook de verwerping van het oude en zoeken naar een nieuwe levenswijze, dat de grote deelneming verklaart. Dit vea^ schijnsel kon immers geconstateerd wo|^ den over de gehele wereld. Aan dit ver schijnsel werd door overheidsinstanties, doch ook door het bedrijfsleven bijzondere aandacht geschonken, want het was dui delijk, dat vooral aan de jongeren, op wie de oorlogsjaren wel het meest een stem pel gedrukt hadden, de helpende hand moest worden geboden. Uit die dagen da teert ook de instelling van de vele be drijfsverenigingen, de deelneming van zo veel jongeren aan sport en spel. En uit

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1957 | | pagina 10