Met n vtolijk tal op 5 tap 20 Toen de keurige bus van Nölken zater dagmiddag 20 juli voorreed, was het hele stel, op enkele laatkomers na, (waaronder ondergetekende) al compleet en spoedig had zich ieder een goed plaatsje uitgezocht. Op de Enterweg wer den Dieks en de vrowwe en als laatste Nietert en de vrowwe nog opgepikt, waar na koers werd gezet richting Enter. Onze chauffeur, die een rustig en bekwaam be stuurder bleek te zijn, ontpopte zich ook nog als een uitstekend explicateur, die de aandacht van zijn passagiers vestigde op alle bezienswaardigheden langs de weg en bovendien kond deed van elk gehucht, dorp of stad, waar we door toerden. Van Enter wist hij blijkbaar weinig, want het tijdperk van ganzen en schippers had hij niet meegemaakt en dat er veel klompen makers gevestigd waren, achtte hij blijk baar aan zijn gezelschap bekend. Hij vol stond derhalve met de simpele aanduiding „Enter", voor het geval iemand dat niet zou weten. Van Goor wist hij ons veel meer te vertellen. Hij vertelde ons b.v. met beslistheid, dat het morgen zou regenen, omdat het dan „Goorse kermis" was. In elk geval regende het die middag en dat was minder prettig. Vooral voor de opti misten onder ons, die hun regenjassen ge makshalve maar thuis hadden gelaten en dat later wel betreurd zullen hebben. Edoch, de mensen van onze revue incas seren een tegenslag met een glimlach ei^^ de humor, die hun aangeboren schijnt. Via LochemZutphen toerden we naar de Posbank bij Arnhem met zijn prachtig natuurschoon en vergezichten. Bij een kopje thee op het terras van het restau rant peinsde onze voorzitter, waar de naam „Posbank" nu wel betrekking op kon heb ben. Iemand uit ons gezelschap meende, dat het wel met de P.T.T. in verband zou staan, maar dat werd niet serieus geno men. De kelner was zo vriendelijk uitleg te geven. Het fijne is ons ontgaan, maar het komt hierop neer, dat de Posbank mis schien genoemd is naar de oprichter van de K.N.A.C. Bij de afdaling naar Arnhem kwam onze bus nog even klem te zitten tussen een andere bus en een boomtak, doch met een beetje vooruit-achteruit, maar meer achter uit dan vooruit, werd de moeilijkheid op gelost. In Arnhem was „uitverkoop" en de rest laat zich raden. Onze dames zouden en moesten winkelen en de „niet vrij lopende heren" moesten natuurlijk mee. Daar werd dan maar een uurtje voor gegeven. Vol gens onze smaak had één der dames (ijBk denkt anoniem te kunnen blijven) eel^ goed koopje gedaan. Een dot van een hoedje, een bijenkorfje in 't klein, zonder vlieggat. En het stond haar nog charmant ook. O ja, de kleur is vuurrood. Intussen waren we met het tijdschema wel enigszins overhoop komen te liggen en de vraag reesal of niet naar Ouwe- hand's Dierenpark Maar nu lieten en kele heren zich gelden, die beslist apen wilden zien. Dus, op naar Ouwehand. Hadden we dat nu, achteraf bekeken, maar niet gedaan. In dat uitgestrekte park, waar men noodzakelijk lange wandelingen moet

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1957 | | pagina 20