Vrouwen, die hun mannetje staan
BONT
■HaucLtet
20
zich even bij hun leidsters ot leiders opge
ven, opdat wij kunnen zien op hoeveel
mensen we rekenen kunnen, maar laten
alleen degenen zich opgeven, die ook wer
kelijk van plan zijn om geregeld te komen.
Zijn we van plan om zo af en toe eens te
komen, dan kunnen we er beter niet aan
beginnen en kan de heer Jansen zijn
vrije avond beter besteden.
De wandelclub is, zoals bekend, weer be
gonnen met haar wekelijkse training en
de eerste 25 km-tocht zit er ook al weer op.
Zaterdag 13 april werd deelgenomen aan
de K.W.F.-tocht, die hier in Rijssen ten
bate van het Koningin Wilhelmina-Fonds
werd gehouden. Daar onze leider Haase
het te druk had met het organiseren van
de tocht werd deze middag gelopen onder
leiding van Mej. Reterink. We hadden het
genoegen onze groep een paar maal te zien
od deze tocht; ze maakte een goede indruk
en we geloven dat, als onze meisjes gere
geld oefenen, ze dit jaar weer veel plezier
aan hun wandelsport zullen beleven.
J. P.
Jn de Engelse stad Gillingham (in het
graafschap Kent) staat een fabriek,
waar machines voor de vervaardiging
van gereedschap worden gemaakt en waar
van hoog tot laag alleen vrouwen werken.
Dit bedrijf is tien jaar geleden opgericht
door Miss Verena Holmes, die tijdens de
Eerste Wereldoorlog in een machinefa
briek werkte. Daarna was ze een tijd lang
tekenaar van machines. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog was zij ingenieur bij het
Ministerie van Arbeid
Op een dag kwam Verena Holmes tot de
conclusie, dat het tijd was om zelfstandig
te gaan werken. Zij wilde aantonen, dat
ook vrouwen in staat zijn een industrieel
bedrijf op te richten en groot te maken.
En zo is er in Gillingham een fabriek
ontstaan, waarin vrouwen van alle leef
tijden achter de draaibanken staan. De
lorries worden door vrouwen geladen en
door vrouwen bestuurd. Op het gehele fa
brieksterrein is geen man te zien.
Volgens Verena Holmes zijn vrouwen vlot
ter dan mannen; ze zegt, dat vrouwen
bereid zijn overal in te springen, waar dat
nodig is, ook al betreft het niet hun
afdeling.
Fuut, fuut, gaat het, en dan weer an
dere vogelgeluidjes. Het is hier stil,
slechts van heel uit de verte hoor je
doffe slagen op het hout.
Roerloos ligt het kleine watertje daar be
neden, er in zie je de overkantbegroeiing
op z'n kop staan. Je krijgt de neiging om
ook eens heel eventjes net zo te gaan
staan om het effect te zien.
Het is nu nog geen lente en toch is
het behagelijk in de luwte. Een klein ko
nijntje komt huppelend achter een bosje
weg en gaat ook even zitten kijken naar
al dat schoons. Tegen het donkergroen
van sparren zie je een paar berken af
steken. Opzij hiervan staat een beuke-