WAT 'N SPIL
9
•adat de jongens van de krant het
nunne naaden „bijgedragen" tot
revue van dit jaar, zag je bij de
„bronnen" een soort zorgelijkneid
op de gezichten verschijnen. Het
leek er op, of de eerste zorgen voor de
revue van het volgend seizoen zich al
aandienden.
Als je met de spullebaas in gesprek kwam,
clan citeerde hij hele zinnen uit persversla
gen, die hem versloegen. Om aan de span
ning een radicaal einde te maken, staken
de „koppen" de hoofden bij elkaar en het
beste bier" inspireerde één hunner tot
^Ben heldere opmerking.
^^)m kort te gaan, ze gingen ver, zijn ge
dachten,. Zijn voorstel kwam hier op neer.
met z'n vieren naar Skandinavië om daar
nu eens met eigen ogen de mensen te
zien leven, met de bedoeling volgend jaar
wat nieuws te brengen. Aldus werd beslo
ten.
Om de kas niet te veel te bezwaren bracht
een vliegtuig' hen naar Kopenhagen. Bij
het genot van het sterke nationale drankje
werd er een werkplan opgezet. Een ieder
kreeg z'n land met z'n opdracht. Wat de
taal betreft, hadden ze al wel zoveel onder
vinding in Kopenhagen opgedaan, dat één
hunner de kreet ontsnapte„Ai'j betaalt,
köj oaweral trechte".
Een maand lang hoorde niemand iets van
het nijvere viertal en in sommige gezinnen
ontstond een stemming van min vaa is
toch neet in thoes. De moeders praatten
tegen beter weten in over: ne mooie breef-
kaate in kluurn, enz.
Enkele dagen na het afgesproken tijdstip,
waren toch alle vier weer aanwezig in
Kopenhagen, aan hetzelfde tafeltje. „At'
Jfeiut, dan skrief ik honderd revues, zovölle
^ne'k wal met e'maakt", was de hoofdinhoud
van het gesprek. De heren gingen die
avond met een wonderlijk gevoel naar
bed, leeg geput en toch vol.
De volgende dag werd besteed aan „wier
op de lapn komn en wat vuur de wichter
en de vrowe koopn".
De K.L.M. bracht hen, zorgvuldig als kerst
ballen behandeld, weer naar Holland.
Op de leeszaal van 't Parkgebouw werden
de indrukken aan elkaar gelijmd, de be
levenissen „onder ons" verteld en zo moes
ten de strekking en de lijn van de ko
mende revue worden bepaald. Er werd on-
Een van de reizigers „hef 't zoer"
in Lapland
danks de ontstane broederlijkheid heftig
gedebatteerd over het hoe en het wat wel
en wat niet.
Een nieuwe vergadering moest uitkomst
brengen en ze kwam inderdaad. Er werd
nu, zoals één der heren opmerkte, bezon-
kener gezien, een soort inzicht was gerijpt.
Het draaide, om kort te zijn, zo, dat men
tot de conclusie kwammeer tekst in de
streektaal, in de daarvoor geëigende tafe
relen. De zang mocht gerust op een wat
gevulder en bewegelijker toneel plaatsvin
den.
„Mer dan har dee reize doargens hen
helemoal gin zin e'had", riep een jaloers
mannetje.
„Viej hept' er zoer genog e'had", was het
eendrachtelijke antwoord.
Er werd nog wat met stoelen geschoven en
koffie besteld en het einde was de alge
mene overtuiging, dat alleen door gezamen
lijk overleg en overdenking, hard werken
en op tijd beginnen met de plannen, een
geslaagde revue kon ontstaan. Luid zin
gend gingen dan ook de heren de trap af,
waar beneden reeds enkele districtsblad-
journalisten stonden te dringen om de
plannen op te tekenen. Eén der schrijvers
antwoordde kort en bondig: „Viej zeunt
'er oons wal met redn
En dit laatste sterkt ons, bewonderaars,
in de overtuiging, dat de 10e revue wel
weer in goede handen is. Succes gewenst
van
A. J. B.