KERSTLIED 4 Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen, Dan worden de wegen wit Dan rijden de drie kamelen Waarop elk een koning zit Door een woestijn van eeuwen Vol boosheid en gevit. De herders liggen bij nachte Te waken op het veld Bij hun schaapjes met witte vachten, Een engel heeft hun verteld, Dat Jezus niet langer kan wachten Want de wereld moest hersteld. Door een woestijn van eeuwen Vol boosheid en gevit Rijden de drie kamelen Waarop elk een koning zit Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen En dan wordt de wereld wit. Anton van Duinkerken. Wat herders en koningen hopen, Het maakt gering verschil: Men kan het geluk niet kopen, Maar voor mensen van goede wil Gaat de hemel eenvoudig open En dan wordt alles stil. Alleen wie het kwade begeren, Die mogen niet binnen gaan, De hemel is daar voor die leren De goedheid te verstaan, Die de mensen ons ontberen, Als wij hebben kwaad gedaan.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1956 | | pagina 4