l/akantie, een nuttige heytjkeid uss? 12 /a, U hebt werkelijk „Het Anker" van 1 september in Uw handen, U, die mocht denken„Vakantie Wat is dat ook weer „Mosterd na de maaltijd", zullen anderen brommen. Toch wagen we het er op, het onderwerp aan te snijden. Wat 1956 aangaat is het nakaarten, toegegeven, maar we hopen toch allemaal op een 1957 met vakantie. Meteen halen we onze gepasseerde vakantie weer eens in de herinnering op, en behalve ple zierig is dat nuttig, want dan worden we weer even bezield door die vreugde van de algehele ontspanning, waaraan zelfs de ge dachte ons werk kan veraangenamen. Het valt dikwijls lang niet mee, de beteke nis van iemand voor een bedrijf vast te stellen. Voor ons zelf menen we niet zelden, dat we eigenlijk slecht gemist kunnen wor den. Als we denken in ons werk of in onze verhouding tot mede-werkers te kort te zijn gedaan, dan neigen we gauw tot een van oudsher bekende reaktie. De reaktie namelijk van de weerbarstige zoon, die van een getergde vader een rammeling krijgt. „Ik loop toch lekker weg, en dan zul je er wel spijt van hebben", jammert zoonlief dan wel. Jong of oud, we kunnen ons niet onttrek ken aan de neiging, onszelf in het middel punt van de wereld te stellen. Het is ook haast een bovenmenselijke taak, uit onze eigen huid te kruipen. Slechts weinigen zijn daardoor in staat, de wereld waar te nemen. Waar we in leven is meestal onze wereld. Zo zien we ook de fabriek, waar we werken, steeds vanuit onze eigen ge zichtshoek. Al onze handelingen en reak- ties in het werk zijn daarop ingesteld. Maar daar breekt de vakantie aan. Bij de ene tak van nijverheid is dat een collec tieve vakantie, bij de andere verdwijnen de werkers om beurten. In het laatste ge val komt bij hen al gauw het besef boven, dat het werk toch wel door zal lopen in de fabriek, ondanks hun afwezigheid. Velen gaan de werkelijke verhoudingen zuiverder zien, ze nemen afstand van het werk, kij ken er eens naar als toeschouwer. Als we dat gedaan hebben, komen we meer ge schikt voor onze taak terug. We hebben onze plaats herkend tussen de anderen, een plaats die niet zou bestaan zonder die anderen. Voor beide groepen van vakantiegenieters, de collectieve en de individuele, geldt ver der, dat het jaarlijks verlof een breken met de sleur betekent. Het zijn maar weinigen, bij wie de boog voortdurend gespannen is. Enthousiasme, inzicht, onderscheidingsver mogen, vaardigheid, snelheid, reaktievermo- gen, al die goede eigenschappen lijden op den duur, tenzij we eens opgefrist worden. Willen we het leven werkelijk ten volle waarderen, dan zullen we ook genoegen ii^ ons werk moeten hebben. Als nu de ge^ noemde eigenschappen, en nog vele andere in verband met onze taak, gaan kwijnen, dan vermindert dat genoegen. Met onze jaarlijkse vakantie bewijzen we ons zelf dus een dienst. En daarbij zwijgen we nog over onze gezondheid. Over het „Vakantievieren" lazen we on langs enkele behartigenswaardige wenken van een bedrijfsarts. Hoe iemand zijn ver lof het beste kan doorbrengen, hangt hele-

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1956 | | pagina 12