xyiotteten, een levenó vootwaatde 6 Nimmernacht Nimmernacht, nimmernacht d' avond graauwt. Met purperrode stralen zie ik reeds de zon ter kimme dalen, waar haar 't graf der zee verwelkomt zacht. Maar opeens ze draalt, zij daalt niet neder,, poost een wijl', en rijst dan statig weder. Nu herboren als in rozenpracht Nimmernacht, Noorden, neen Uw zonne gaat niet onder. Met verrukking groet ik 't juli-wonder. O, wat ik gevoeld heb en gedacht Nimmernacht, nimmernacht van struik'len en van strijden Nimmernacht van smart en zielelijden Nimmer, nimmer doodsnacht. Hoopt mijn ziel en wacht Uw avond wordt een nieuwe morgen. Rein van smetten, zalig zonder zorgen uw jeugd in eeuwige levenspracht. Nimmernacht. Een beschouwing over enige aspecten van de Nederlandse volkshuishouding voor als U van vakantie teruggekeerd bent In het vorig nummer van „Het Anker" heb ben wij een ogenblik stil gestaan bij het begrip „Welvaart" en wij hebben er toen op gewezen, dat wij Nederlanders met deze welvaart erg zuinig en voorzichtig moeten omspringen. De betrekkingen tussen lonen en salarissen aan de ene kant en prijzen van goederen en diensten aan de andere zijde moeten een onderwerp zijn van zorgvuldige aandacht, opdat een achtervolging van lo nen en prijzen in stijgende lijn tot iedere prijs vermeden dient te worden. Wij zagen reeds dat een verhoging van de lonen al leen maar zin heeft indien de prijzen sta biel kunnen blijven. Wij zullen nu gaan zien dat deze stabiliteit van het prijspeil ook op andere wijze een voorwaarde is voor het goed functioneren van ons maatschap pelijk leven. Zoals wij allen weten is Nederland arm aan grondstoffen. Wij bezitten in Limburg slechts enkele kolenmijnen en hier en daar vinden we in de bodem wat olie, maar ver geleken met andere landen levert de Neder landse bodem slechts weinig ruwe grond stoffen. We zijn dus genoodzaakt kolen, ertsen, olie, rubber, katoen, jute en nog vele andere materialen van andere landen te kopen, voordat wij met de vervaardiging van eindprodukten kunnen beginnen. Al deze goederen moeten wij in vreemd geld betalen. Om te kunnen betalen moet men echter eerst wat verdiend hebben; we moe ten dus afgewerkte produkten verkopen en diensten verlenen aan die landen, waarvan wij grondstoffen willen betrekken. U ziet dus hoe afhankelijk wij zijn van de invoer van grondstoffen en halffabrikaten voor de vervaardiging van industriële produkten. Onze landbouw en veeteelt helpt ons handje, omdat we o.a. boter en kaas kunnen exporteren, maar natuurlijk moeten we nog veel meer kopen, dan de opbrengsten van onze agrarischhe sector ons veroorloven. Uit statistische berekeningen is gebleken, dat wanneer het Nederlandse volk een ver groting van het Nationaal inkomen van bij voorbeeld 1 miljoen (1.000.000) gulden be-( reikt, van dit bedrag circa 50% 500.000 gulden wordt uitgegeven aan uit het bui tenland te importeren goederen. Ter ver gelijking moge dienen dat dit cijfer voor de Verenigde Staten 2% is =20.000 gulden. Het is voor Nederland dus zaak om goede ren te produceren, die men in het buiten land graag koopt. Dat wil dus zeggen, dat wij onze uiterste zorg moeten besteden a.a.n de kwaliteit en dat we moeten proberen de prijzen laag te houden, in ieder geval lager dan die van concurrerende landen. Wat die kwaliteit aangaat heeft Nederland in het, buitenland in het algemeen nogal een goede naam. Ook ten aanzien van onze prijzen hebben wij jarenlang een voorsprong gehad op onze mededingers. Geleidelijk is echtaj^ ons prijspeil gestegen door de gestadige hoging van de lonen en tevens door hogere nrijzen van geïmporteerde grondstoffen. Zo langzamerhand zijn wij op die manier ons prijsvoordeel in het buitenland kwijtgeraakt en kunnen we ons alleen nog maar beroe men op onze kwaliteit. Maar U weet wel. dat de meeste kopers wel betere kwaliteit willen hebben, maar vooral niet voor méér geld. Onze concurrentie-positie gaat dus achter uit, naarmate wij onze prijzen moeten ver-

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1956 | | pagina 6