J-. Jé'. Ut Jééetd
2
Al korte tijd voordat de kaartjes
rondgingen, liepen er geruchten in Rijssen over de aanstaande verloving van
meneer Auke. Reeds dadelijk ontstonden er twee partijen: degenen, die het
„zeker wisten" en er zich op verheugden, en degenen, die er niets van beliefden
te geloven, maar er zich (als het waar was geweest) op verheugd zouden hebben.
Weldra werd echter aan alle onzekerheid in dit opzicht een eind gemaakt door
de officiële aankondiging.
Ofschoon heel het personeel meneer Auke reeds op de een of andere manier
heeft gefeliciteerd, mag een gelukwens in „Het Anker" niet achterwege blijven.
Niet, omdat de redactie van ons personeelsblad het nu zelf zo graag nog eens
mooi zegt, maar omdat deze heugelijke gebeurtenis waard is, in „Het Anker" te
worden vastgelegd, nu en voor de toekomst. Dus, mijnheer Ter Horst, of liever
„meneer Auke", wees bij deze gelegenheid door ons allen nogmaals van harte
gelukgewenst met Uw verrassende verbintenis En ook U, mevrouw en mijnheer
J. J. ter Horst, feliciteren wij gaarne met de verloving van Uw zoon.
We gebruikten hierboven het woordje „verrassend", op zichzelf een dubbelzinnig
iets, want een verrassing kan een onaangenaam karakter hebben. Maar wel
niemand, menen we, zal in dit verband aan de aard en de bedoeling er van
twijfelen. Blij verrast, dat waren allen, die van de verloving hoorden en
meneer Auke kennen.
Achteraf hebben we wel een paar betrokken gezichten gezien, toen liet
nieuws goed was doorgedrongen. Gezichten namelijk van vurige kantoorvoet-
bailers, die het eind van de carrière van meneer Auke als speler in het kantoor-
elftal zagen aankomen, en dat wel zwaar vonden tellen. Tot hen zouden we
willen zeggen: „Zo lang meneer Auke op dit punt zelf nog niets heeft gezegd,
is er hoop. Geen zorgen voor de tijd, en voorlopig alleen dankbaarheid voor zijn
jarenlange enthousiaste sportgeest."
Laat ons eindigen in dezelfde stemming, waarin, onze directeur blijkbaar ver
keerde, toen hij voor de frontpagina werd geknipt. Mogen we allen steeds in
staat zijn, in zulk een stemming ons werk te doen