'Pa.nkbetu.ijinjen 15 re takken van nijverheid. Dit verschijnsel is waarschijnlijk wel te verklaren, maar moei lijker te rechtvaardigen. De verklaring dan lijkt onsde mensen wil len wel eens wat anders, in een tijd, dat het kan. Niet waar zo is ongeveer de gedachte er is overal vraag naar werkkrachten, en waarom zouden we het niet eens ergens anders proberen Het zijn vooral de jonge ren, die geboeid worden door het onbeken de en er naar handelen. Er schuilt iets avon tuurlijks in het nieuwe, het andere, het ver dere en daar gaan ze dan naar een ander soort industrie, maar al te dikwijls buiten hun woonplaats. In dit laatste geval komt er tenminste in het begin een bekoring bijdie van het reizen met trein of bus, ge zellig in groepen bij elkaar; en dan nog reisvergoeding op de koop toe Wat we hier trachten te schetsen slaat in ruime zin op de textiel in Twente, en in beperkte zin np de jute in Rijssen. flfcan nu de grote meerderheid van de be trokkenen dit werkelijk, bij nader inzien, voor zichzelf (of voor hun gezinnen) recht vaardigen Al meer dan een eeuw staat Twente bekend als een textielstreek bij uit nemendheid, waar ontelbaren van geslacht op geslacht in het textielvak hebben gewerkt. Het gevolg daarvan is, dat bij velen wel haast een ingeboren aanleg bestaat, die hen bij uitstek geschikt maaktin de textiel werkzaam te zijn. Voor Riissenaren is dat dan de jute-industrie, terwijl voor bewoners van andere plaatsen katoen, wol. linnen en dergelijke meer voor de hand zullen liggen. Mensen met een dergelijke achtergrond zul len, in hun eigen textielindustrie, meestal in betrekkelijk korte tijd een hoge graad van vakbekwaamheid weten te bereiken. Daaruit volgt dan weer, dat ze de hoogte van hun loon voor een deel in eigen hand hebben. Hun beste kansen liggen dus, in het algemeen gesproken, in het oude ver trouwde vak, in de gevestigde plaatselijke textielindustrie. Dit zijn allemaal dingen, waar ouderen automatisch mee vertrouwd ^zijn, doch die velen van de jongeren zullen ^fcutgaan, tenzij mensen uit het vak hen er wijzen. Gelukkig gebeurt dit vaak op de beste manier in vele gevallen, namelijk in de familiekring, maar andere jongelui wor den meer aan hun lot overgelaten en moe ten dan door schade en schande wijs zien te worden. Deze opvatting wordt gestaafd door bewij zen uit het buitenland. Uit Borne vertrok ken enige jaren geleden enkele gezinnen uit spinnerskringen, die in Nieuw-Zeeland de gelederen gingen versterken der spin ners van de daar inheemse vlassoort. In Zuid-Afrika begint een Twentse fabriek een spinnerij, met Twentenaren als leidingge vend personeel. Natuurlijk, deze voorbeelden zijn uitzonde ringen en geen bewijzen, dat er buiten de Nederlandse grenzen allerwege roep bestaat naar textielmensen uit onze streek. Toch zijn het wèl bewijzen van het feit, wat voor naam we hier hebbenen hebben op te houden Hoe vaak zien we trouwens niet, dat jonge re krachten, na een „uitstapje" buiten Rijs sen, toch weer naar de fabriek hier terug komen, als ze getrouwd zijn. Zij hebben hun kansen gewogen en de weegschaal is daar bij ons in voordeel doorgeslagen. Daar komt dan nog bij, dat ze een gezelliger en gere gelder gezinsleven kunnen leiden. Dat is door allerlei omstandigheden toch al binnen bepaalde grenzen samengedrongen. Laten we het dus niet onnodig verder beperken. Langs deze weg betuig ik de Directie, de ba zen en arbeiders(sters) van Ter Horst Co. N.V. mijn hartelijke dank voor de over- lijdensbijdrage, die ik van hen heb mogen ontvangen. Wed. J. SEPPENWOOLDEHAASE Voor het geschenk, dat we tijdens onze ziek te van de bazen en arbeiders! sters) van onze afdeling hebben mogen ontvangen, zeggen we hun hartelijk dank. G. KNOL (Spinnerij „Beek") D. HARBERS (Kalanderij) Ondergetekende dankt de bazen en arbei- ders(sters) van Spinnerij „Beek" hartelijk voor de prachtige fruitmand, die hij tijdens zijn ziekte van hen heeft ontvangen. G. NIJLAND Voor het mooie cadeau, dat we bij ons 40-ja- rig dienstjubileum van de Directie van Ter Horst Co. N.V. hebben ontvangen, betui gen we onze hartelijke dank. A. GROENINK (Weverij) W. H. PAS (Weverij) J. M. RETERINK (Weverij)

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1956 | | pagina 15