WiE VERRE RE/ZEN DOET KAN VEEL VERHALEN...
18
Rijssens op buitenstaander, d.w.z. op men
sen, die het nooit eerder van hun leven
hoorden Nu, er schijnen uiterste gevallen
te zijn geweest, waarin onwetende „Hollan
ders" het hebben versleten voor een vreemde
taal, al konden ze die taal dan geen naam
geven. Daarover zijn verschillende verha
len in omloop gebracht door Rijssenaren,
die in vrolijke stemming in de grote stad
op zeker ogenblik kennelijk hun dialect niet
wilden verloochenen. Maar het is een feit,
voor niet-ingewijden, buiten onze Saksische
gewesten, is het Rijssens heel moeilijk te
verstaan. Sommigen zeggen dan: „Het lijkt
wel een soort Duits". Daar staat tegenover,
dat door Hoog-Duitsers van het Nederduits
uit de grensstreken van hun land wordt ge
zegd: „Het lijkt wel een soort Nederlands".
Zulke uitspraken zijn op zijn minst overdre
ven, maar het is natuurlijk waar, dat er
een geleidelijke overgang bestaat van het
brandpunt van de Nederlandse cultuurtaal
naar dat van de Duitse. Trouwens, hetzelf
de wordt het Limburgs ook al aangewre
ven en hoe verschillen Twents en Limburgs
niet hemelsbreed van elkaar De proef op
de som is en lijft: Laat een Hoog-Duitser
eens proberen, het Rijssens te verstaan
De weinige verstaanbaarheid voor buiten
staanders vloeit ook voort uit het feit, dat
de meeste klinkers in het Rijssens een an
dere klank hebben dan in het algemeen
Nederlands. En dan nog de afwisseling,
die daarbij mogelijk is.
Een paar voorbeeldjes:
de Nederlandse klank ee veel völle;
week (7 dagen) wekke; week (zacht)
weèk; keek kik.
de Nederlandse klank aa gaan gaon
(hier bezorgt de slotklank ook moei
lijkheden gaat geet; laat (van la
ten) löt; maar mèèr.
Een beletsel voor onmiddellijk begrip is
verder, dat het Rijssens een groot aantal
heel andere woorden en uitdrukkingen kent
dan het algemeen Nederlands.
Voorbeelden hiervan:
praten kuiern; soms smangs; be
grafenis groowe; zak (in kleding)
taske, tuk; drempel zul; kousevoeten
hoinveute.
En dan een uitroep als „det zal wa Daar
mee drukt de Rijssenaar verbazing uit. In
het Nederlands betekent „dat zal wel": ,dat
klinkt niet erg waarschijnlijk". Ieder kan
zich voorstellen, wat daar voor misverstan
den uit kunnen voortkomen.
Enkele kenmerkende verschijnselen zijn ten
slotte nog de uitgesproken slot-n van werk^
woorden en de bijzondere uitspraak van djfl
t, die vaak als een soort ts klinkt. Deze bei
de bijzonderheden gelden trouwens ook voor
de andere Saksische dialecten.
We mogen niet onvermeld laten het oordeel
van sommigen over het Rijssens: „Het lijkt
wel of die mensen daar voortdurend ruzie
maken Dat is dan weer iets, waar de Rijs
senaar zich niets van hoeft aan te trek
ken, of duidelijker waar hij niets hoeft
,ob oet te doon". Ten eerste, omdat zulke
lelijke dingen ook over andere dialecten
wel worden beweerd, over het Limburgs
b.v. (als boven!). Ten tweede „Umdet er
mèèr één Riessen is", zoals het in het liedje
heet. Nu is dit laatste wel voor meer dan
één uitleg vatbaar, maar de echte Rijsse
naar kiest natuurlijk automatisch de gun
stige
hebben we kortgeleden, het was
VI 16 februari, de koudste dag sedert
100 jaar volgens het K.N.M.I., wel
geen vérre reis gemaakt, maar dan
toch één, waar de omstandigheden een
avontuur van maakten, dat misschien het
vertellen waard is.
We moesten beslist eens naar Harderwijk
en Arnhem en daar De Bilt zonnig weer
voorspeld had met weinig wind, besloten
we het er maar op te wagen.
Het begon 's morgens nog goed. De trein
van 9.17 uur richting Deventer was precies
op tijd, doch bleek achteraf die van 8.32
te zijn, die 3 kwartier vertraging had. Min
der aangenaam was, dat de verwarming
niet functioneerde en de deuren maar half
open konden. Toen we ons naar binnen hac^^
den gewrongen, was het eerst wat we zs^P
gen, een enigszins blauw aangelopen heer,
die zich stampvoetend en armenzwaaiend
door het compartiment bewoog in een ijde-
le poging om warm te blijven.
In Deventer was de deuropening aanzien
lijk nauwer geworden en de mensen die er
beslist uit wilden of beslist mee wilden,
moesten er met man en macht uitgesleurd
resp. ingedrukt worden. Gelukkig zijn wij
slank als dennen en dit werd in Apeldoorn
onze redding, we konden nog net door de
kier die de deur ons liet, ontsnappen.