HET RIESSENS<sm
17
Hiermede zeg ik de bazen en arbeiders(sters)
van de Naaierij hartelijk dank voor de mooie
fruitmand, die ik tijdens mijn ziekte van
hen heb ontvangen.
H. KOSTERBOK.
Hiermede zeg ik de Directie hartelijk dank
voor het prachtige gouden horloge, dat ik
ter gelegenheid van mijn 50-jarig dienstjubi-
leum van haar mocht ontvangen. Verder
ben ik de Plaatswerkers, alsmede mijn oud
collega's en bazen uit de Batchingkamer
zeer erkentelijk voor hun attenties tijdens
mijn ziekte.
J. W. GOOSSEN.
Hierdoor zeg ik de Directie van Ter Horst
Co. N.V. en van de Kamgarenspinnerij
Ihartelijk dank voor de prachtige cadeau's,
fcie ik mocht ontvangen ter gelegenheid van
mijn 50-jarig dienstjubileum.
Verder dank ik allen, die deze dag voor mij
tot een onvergetelijke hebben gemaakt.
G. J. ROZENDOM.
Ondergetekenden betuigen de Directie, de
bazen en arbeiders van hun afdeling hun
oprechte dank voor de prachtige fruitman
den, die zij tijdens hun ziekte van hen heb
ben mogen ontvangen.
O. VOORTMAN (Wev. „Beek").
A. J. RUTTERKAMP (Naaierij).
Voor de cadeautjes, die ik bij mijn huwelijk
van de bazen en arbeiders van Batching
kamer „Boomkamp" heb ontvangen, zeg ik
hartelijk dank.
H. PAS.
Langs deze weg betuig ik de bazen, arbei
ders en arbeidsters van de Kalanderij mijn
hartelijk dank voor het geschenk, dat ik tij
dens mijn ziekte van hen heb ontvangen.
H. TEN BERGE.
Hiermede betuig ik de Directie van Ter
Horst Co. N.V. mijn hartelijke dank voor
het mooie gouden horloge met ketting, dat
zij mij aangeboden heeft bij mijn 50-jarig
dienstjubileum.
J. SLAGMAN (Weverij).
e laatste eeuw is er meer en meer
belangstelling voor dialecten ont
staan van allerlei zijden. De taal
kundigen met hun "wetenschappe
lijke belangstelling gingen voor, met in hun
kielzog de ontelbare dialectsprekers, die
zich de aard en de waarde van hun tongval
bewust werden. Vele van deze laatsten waag
den zich, dikwijls met succes, op het gladde
ijs van het schrijven in dialect. Ze vonden
hun lezers onder plaats- en streekgenoten,
maar ook wel onder mensen, die altijd de
^^Igemene omgangstaal hadden gesproken,
^■och daarnaast enigszins op de hoogte wa
ren met een streektaal. Voor hen was het
nu eens een verfrissing, het Nederlands in
een andere vorm te horen of te lezen.
Het Rijssens bleef daarbij niet achter. De
man, die als een der eersten ons plaatselijk
dialect aan het schrijfpapier toevertrouwde,
was meester W. J. C. van Wijngaarden, ie
mand wiens naam en faam nog steeds voort
leven. Jaren lang was hij „bovenmeester"
in Rijssen. Kort geleden is er een boek van
de pers gekomen „Met 'n oaln Maèster biej
'n Heard", waarin zijn verzamelde stukken
zijn opgenomen. Weliswaar staan de meeste
daarvan in gewoon Nederlands geschreven,
maar met zijn uitingen in het Rijssens had
hij min of meer baanbrekend werk ver
richt.
In onze plaatselijke pers kunnen wij dui
delijk zien, dat de belangstelling voor het
dialect nog onverflauwd bestaat. Allerlei
stukjes en gedichten verschijnen er gere
geld in, en de meeste Rijssenaren zijn er
gretige lezers van.
Juist in deze tijd van intensief verkeer en
eenwording op tal van gebieden, met als
keerzijde van de medaille vaak een zekere
vervlakking en massawording, betekent een
levend dialect voor velen een verademing,
een doorbreken van de sleur. Dat is een van
de redenen, dat onze Ter Horst-revues ook
bij veel mensen van buiten Rijssen zo bij
zonder inslaan. In die revues hoort menig
een praten, zoals hij dat in zijn jeugd zelf
min of meer gewend was. Hij stapt even uit
de werkelijkheid van alledag, waarin hij al
gemeen Nederlands spreekt of iets wat
er veel op lijkt.
Wat voor indruk maakt nu eigenlijk het