Jubilea
1 1
immrn
Zij:
Het is toch verrukkelijk te schrobben
en te boenen
en alles brandschoon te maken met niet
krassend Vim
Je boeltje ziet er uit als om op slag te zoenen
IMaar je niet je man, want die kijkt als een
1 Isegrim.
Hij:
Hij overpeinst, kan dat nu niet een keertje
minder
In plaats van minstens 2 x per jaar
Hij spreekt nooit tegen vrouwlief het
woordje „hinder"
Want dan staat ze voor hem met ver
ongelijkt gebaar.
Zij:
O, dacht jij misschien, ik boen voor mijn
plezier
Ik sta te poetsen op de traproeden van
koper
Terwijl ik van de drukte en allerlei gemier
Bijna mijn hals breek over de traproeloze
loper.
Hij:
M'n lieve mens, ik ken je beter dan je zelf
doet
Je kunt het immers toch niet laten.
Op 2 januari vierde J. SLAGMAN zijn
50-jarig jubileum.
Hij ving zijn werkzaamheden aan in de
Spoelerij, waar hij twee jaar als spoeler
werkzaam was bij de rolwinding. Hierna
heeft hij een jaar lang geholpen met de
Het schrobben zit je in het bloed
daar moeten we niet verder over praten.
Ramen zemen iedere week,
Gaat het niet je bent van streek.
Meubels wrijven keer op keer,
Als 't kan, zelfs nog veel meer.
En je hebt het o zo druk
Met ieder wrijfbaar meubelstuk.
En dan hebben we nog ons koper:
glimmen moet het, dat staat proper.
Het is een week'lijks ritueel
en je vindt het niets te veel..
De matten zuigen, maar ook kloppen
want daarmee kun je niet stoppen.
Iedere week de lopers „op"
of het huis staat on z'n kop.
En dan is er nog een ramp:
We hebben een mooie gla.zen lamp,
Die moet er ook wel eens af,
dat mag ikdoen tot m'n straf.
En als ik zeg: „zie zo, dat 's schoon",
zeg je op onverstoorbare toon
„Schoonmaaktijd breekt nu weer aan".
Daar gaan we weer van voor'n af aan.
Zo moet de man het leven door
Met luchtjes van Omo, Vim, boenwas en
chloor.
De moraal
„Ik geef U echter een goede raad
Die zelfs zwart on wit hier staat:
Laat door dit alles U niet weerhouen
Om toch in Uw leven te gaan trouwen".
aanvoer van pijpen voor de Weverij. Van
1909 tot 1912 werkte hij bij de copsmachines.
In 1912 werd hij overgeplaatst naar de We
verij om daar het weversvak te leren. Be
halve een onderbreking voor zijn dienst
tijd van 1915 tot 1918 is hij aldoor in de We
verij „Boomkamp" werkzaam geweest. Zon
der overdriiving kunnen wij zeggen, dat hii
dit vak volkomen, beheerst en dat hij altijd
tot grote tevredenheid van zijn superieuren
heeft gewerkt.