„Jeune, wat dacli ie, zèw' Freerk de motte dooii'
Aan vriend Jansen.
Onze Revue! Wat een uitbundig succes, hè!
In no time 12 tot 14 keer totaal uitverkocht met
nog veel vraag. Waaraan dat succes te dan
ken is? Och, volgens onze mening, omdat het
zo in plaatselijke sfeer wordt gehouden, maar
ook, omdat het geheel twinkelt van goede en
gezonde humor, humor, die onze mensen zo
onopgesmukt kunnen opdienen. Succes ook, om
dat het alles, hoe moeten wij het zeggen, zo
natuurlijk, zo eerlijk wordt opgevoerd. En als
we dan van natuurlijk spreken, dan denken wij
aan de voordracht van de schaapherder, zowel
door Nitert als door de auteur zo prachtig voor
gedragen en door de volle zalen in stilte aan
gehoord, gevolgd door een klaterend applaus.
Jammer, dat wij door omstandigheden de uit
voeringen moesten staken, al is dit op zichzelf
natuurlijk niet zo erg. De oorzaak hiervan is
ontzettend, een ramp, zoals ons land waarschijn
lijk niet eerder trof.
Het ligt in de bedoeling op 7 April met de
uitvoeringen door te gaan en de netto opbrengst
van alle verdere uitvoeringen voor het Rampen
fonds te bestemmen, zoals dit ook reeds het
geval was bij de opvoering van 3 Februari. De
toegangsprijzen worden niet verhoogd, d.w.z.
voor de nog te geven opvoeringen is de toe
gangsprijs voor alle rangen f 1.25, dus boven
zowel als beneden.
V.
Vriend Jansen, je gaat ons verlaten,
Hetgeen ons allen treurig stemt,
Want jij was een goed werker en prater,
Daarvoor stond je nu eenmaal bekend.
Vertellen, ja, dat was toch zo mooi,
Al was 't ook vaker dan één keer.
Het was altijd precies weer hetzelfde,
Desnoods dan voor de zoveelste keer.
Dat stukje van die Burgemeester,
En van die grote Ezels... p
Daarvoor wil ik een tien je geven,
Want dat staat voor mij aan de top.
Een kampioen was jij in 't werken,
Altijd heek netjes en secuur.
Nooit deed je voor een ander onder,
Al was die ook vol kracht en vuur.
Maar nu, nu ga je ons verlaten,
En ik weet niet wat je gaat doen.
Maar ik hoop dat je nog lang mag leven
En genieten van je pensioen.
Kalanderij, 30-12M952.
H. t. B.