„Nieje kemosies" De „Ter Horst Revue", zoals die buiten onze plaats in het algemeen wordt aangeduid, blijkt ieder jaar meer populair te worden en vooral de juist beëindigde vijfde in successie, heeft wel alle andere overtroffen. Niet alleen wat de belangstel ling uit onze plaats zelf, maar vooral ook die van elders betrof, doch zeer zeker ook om hetgeen ge boden werd. Wij Rijssenaren lijken soms wel een beetje erg nuchter. Als iets de toets der critiek kan doorstaan, aanvaarden velen van ons het gebodene als vanzelf sprekend; bevredigt het ons echter niet in elk op zicht, dan staan we gauw met critiek klaar, vooral waar het onze eigen mensen betreft. Billijk is dat natuurlijk niet, en wij geloven ook niet, dat die critiek kwaad is bedoeld of getuigt van gebrek aan In het zigeunerkamp lers(sters) weer teruggeroepen werden, wanneer het gordijn gezakt was, wij geven hen allen de ver zekering, dat de waardering er niet minder om ge weest is en dat men dit langzamerhand traditionele festijn, waarop men zich weken lang verheugt, niet gaarne meer zou willen missen. En de spelers sters) V Latèn wij beginnen te zeg gen, dat het steeds groter wordend succes door de enorme belangstelling velen eigenlijk een tikje te machtig wordt. Deze jubileum-revue is niet min der dan 12 keer opgevoerd en zelfs toen nog waren er honderden aanvragen, zowel uit eigen plaats als van elders. Dan kijkt men elkaar eens aan en, hoe kan het anders, op de gezichten staat grote voldoe ning te lezen. Maar, nietwaar, eens moet het einde zijn en wij mogen ook ten opzichte Van moeder de vrouw, die wij gerust als stille medewerksters mo gen beschouwen, niet al te veel eisen. En als dan het scherm voor de laatste keer gehaald is, zijn wij waardering. Maar als men blijk geeft op prijs te stellen, wat de eigen collega's presteren, dan kan dat voor dezen een prikkel zijn tot nog betere pres taties te komen. Opmerkelijk is in elk geval, dat bezoekers van buiten eerder meeleven en enthou siaster zijn in hun uitingen van waardering. Zij hebben bijv. geen haast om weg te komen als bij de slotscène, als alle spelers nog eenmaal in groepverband opkomen, deze hun laatste lied heb ben gezongen. Wij geloven intussen, dat de koel heid van onze Rijssenaren maar schijnbaar is. Wie zich de moeite geeft de gezichten in de zaal tijdens het spelen te observeren, kan ogenblikkelijk con stateren hoe men meeleeft en stil op zijn „stoeltje zit te genieten", zoals dat in een van onze vorige revue's werd bezongen. En al is het dan tijdens de uitvoeringen voor de mensen uit ons bedrijf nooit een laaiend enthousiasme geweest, waarbij de spe- allen dankbaar, niet, omdat het nu afgelopen is, doch omdat ook deze revue ons weer zoveel plezier heeft geschonken. Reeds weken tevoren bij de taaie en vaak droge studie, maar waar toch altijd grote kameraadschap en samenwerking betoond werd. Daarna de Spanning van hoop en vrees, hoe de revue het zal doen, wat men nooit van tevoren ge heel kan bekijken, en dan het genoegen van het succes, iedere avond weer. Om het succes, natuur lijk om te mogen constateren, dat de revue „er in gaat", maar zeker ook om mee te genieten van het medeleven en meegenieten van de uitpuilende zalen, telkens uitschietend in een daverende lach. Dat is het, wat onze spelers en speelsters de meeste genoegdoening' geeft. Zoals bekend mag worden geacht, werd de laat ste avond voor een liefdadig doel gespeeld, in dit geval voor het sanatorium te Hellendoorn. Hieraan

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1952 | | pagina 8