„HET ANKER"
K ern vergadering
MEDEDELINGENBLAD VOOR HET
PERSONEEL VAN TER HORST Co. n.v.
12 September 1951
DERDE JAARGANG No. 38
OCTOBER 1951
(KONINKLIJKE JUTESPINNERIJ EN -WEVERIJ) RUSSEN
Aanwezig de heren H. Jordaan, B. Ligtenberg,
H. Nieuwenhuis, J. H. Seppenwoolde, G. Mensink,
J. H. Nijland, M. Kreijkes, E. Goossen, F. A. Pfeif
fer, D. Markvoort, H. Laakamp, Joh. Brinks, D. J.
Wolterink en de dames H. H. Bruins en B. W.
Maatman.
■*De heer Jordaan heet de aanwezigen welkom en
ml in 't hijzonder Nijland, die geruime tijd wegens
ziekte verhinderd was de vergaderingen bij te
wonen.
De notulen worden ongewijzigd goedgekeurd.
Hierna geeft de Directie een korte uiteenzetting
over het verloop van de doorlichting, die wat
de opkomst betreft erg is tegengevallen.
Van het personeel zijn pl.m. 200 personen niet
naar deze keuring geweest. In totaal werden door
gelicht 1150 personeelsleden en 1050 huisgenoten,
waarvan 8 personen naar 't C.B. werden verwezen.
Slechts enkele personen zijn weggebleven uit
geloofsovertuiging, doch bij de overigen bleek dit
laksheid of bangheid te zijn.
De keuring heeft op deze manier geen voldoende
effect, omdat onder de personen, die er niet ge
weest zijn, ook nog gevallen kunnen zitten.
Besproken wordt verder, om deze doorlichting
verplicht te stellen.
Hierna gaat men over tot het afwerken van de
agenda.
De Kern deelt mede, dat zij het geval betr. de
vacantiegeld-regeling van Meijerink uit de Spoelerij
aan de Regionale Commissie zal voorleggen.
De Directie zegt, dat de Kern dit vrijstaat om
te doen, doch begrijpt niet, dat hier nog over ge
sproken wordt, terwijl de persoon in kwestie met
de getroffen regeling accoord ging. Wanneer aan
het verzoek, om ook vacantiegeld uit te keren over
de periode, dat de betreffende persoon niet heeft
gewerkt, werd voldaan, zou men een precedent
scheppen ten opzichte van meerdere arbeiders, die
het laatste jaar zijn aangenomen.
Een loonkwestie, betreffende een handlanger uit
de smederij, die moest invallen voor een nacht
waker, zal aan 't Loonbureau worden doorgegeven.
Betreffende het voorstel van de Directie, om het
ploegen werk in de Weverij uit te breiden, deelt de
Kern mede, dat zij zich er mede kan verenigen, in
zover het betreft de jongens, die uit de Spinnerij
naar de Weverij zijn overgeplaatst.
De Directie zegt, dat het erg bezwaarlijk is om
telkens de Kern bijeen te roepen, wanneer één of
meer arbeiders in ploegen zullen moeten werken
en zou graag zien, dat de Directie in haar beleid
ten opzichte van deze uitbreiding vrij gelaten werd.
De Kern vreest, dat er te veel wevers zullen
komen en zou niet graag willen, dat men straks
mensen moest ontslaan. Verder zou zij willen advi
seren, om niet te veel meisjes aan te nemen, ingeval