„Wie stil staat gaat achteruit" Arbeitlersbouwfonds Ter Horst Co. M. M. J. ingehouden, dit aan de baas moeten opgeven, zodat hun dit uur uitbetaald wordt. Hiermede gaat de Kern accoord. Seppenwoolde vraagt, of er geen rekening moet gehouden worden met de ploegenwerkers. Markvoort zou aan deze arbeiders willen voor stellen om een uur van hun weekloon af te staan. Lankamp meent, dat het in de Pakkerij moeilijk zal gaan om een uur extra te werken, omdat men hier nog even zal blijven doorwerken tot 6.30 uur. De heer Ligtenberg zegt, dat dit toch overwerk is en dat men een van deze uren kan afdragen voor de Haak-in-actie. Verder stelt spr. voor om de ploegenwerkers niet 1 uur van de normale werktijd in te houden, doch ook deze arbeiders 1 uur te laten overwerken door met deze afdelingen op 2 achtereenvolgende mid dagen Zï uur eerder te beginnen. Seppenwoolde lijkt dit een goed idee en hij voelt hier meer voor dan 0111 de arbeiders zonder meer 1 uur af te trekken. De voorzitter zegt, dat men zo niet alles kan overzien en vraagt of het niet beter zou zijn om de verschillende werktijden nader te bekijken. Er zal dan een concept-werktijdregeling gemaakt worden, welke aan de Kernvoorzitter Nieuwenhuis zal wor den voorgelegd. Met algemene instemming wordt aldus besloten. Hierna vraagt Nieuwenhuis of voor de arbeiders, die in de nachtploeg werken, in verband met Hemelvaartsdag een andere werktijdregeling ge troffen kan worden. Seppenwoolde licht dit nader toe en stelt voor om dan bv. in de vroege en late ploeg te werken (5.3010.30 uur). De heer Jordaan antwoordt, dat dit verzoek be sproken zal worden. Bij de rondvraag worden nog enige kleine punten behandeld, waarna de voorzitter de vergadering sluit. Rijssen, 11 April 1951. L. Dit is een bekend gezegde in handel en industrie. Een koopman dient nieuwe afzetgebieden te zoeken en in de industrie moet men, wat nieuwe machines en werkwijzen betreft, ook met z'n tijd meegaan. Zo gaat het ook in onze „jute"-industrie. Reeds voor de oorlog bestonden er automatische copswisselaars. Thans zelfs is er een nieuwe vinding op weverij-gebied, n.l. het rondweefgetouw. Over dit laatste zullen we het een volgende keer hebben. De automatische copswisseling is thans terdege ont wikkeld, d.w.z. deze is haar kinderziekten door en wordt alom toegepast. Meerdere van onze wevers hebben er in de oorlog reeds kennis mee gemaakt, toen ze gedwongen waren in Duitsland te werken. Het is ook aan de oudere wevers bekend, dat de jute-industrie in Nederland in het verleden grote concurrentie had van België en het vroegere Brits- Indië. Deze tijden komen ongetwijfeld terug. Daar om heeft de Directie van ons be.drijf gemeend ook van de nieuwe vindingen gebruik te moeten maken, temeer daar thans een automatische copswisselaar aan de markt is, die alle vorige overtreft. Voor proef werken er thans reeds enige in de weverij Boomkamp, terwijl een groot aantal in bestelling is. De bedoeling is natuurlijk, dat per wever meer dere getouwen bediend zullen worden dan tot nu toe het geval was. Hoeveel er dat in de toekomst zullen worden is nog niet zeker. Dit hangt mede af van de kwaliteit van de garens en de breedte van de getouwen. Eèn ding is echter wel zeker: door deze nieuwe vinding kunnen we tegemoet komen aan de grote vraag naar juteproducten, die momenteel bestaat, daar we de productie kunnen opvoeren. Het invoeren van automaten zal tot gevolg heb ben, dat de prijs van onze producten lager kan worden, waardoor we in staat zijn nu en in de toekomst de afzet te bevorderen. En in het be houden van onze afzet ligt de werkgelegenheid voor ons allen, waar toch alles om draait. Geleidelijk komen dan meerdere wevers en in de toekomst alle in aanmerking om deze getouwen te bedienen. De overgang zal eerst wel even vreemd zijn, doch gezien de capaciteiten van onze mensen, waaruit de goede naam van de „Ter Horst-produc ten" in binnen- en buitenland geboren is, twijfelen we er niet aan, dat we de eerste moeilijkheden te boven zullen komen. Onder voorzitterschap van de heer H. Jordaan werd op Zaterdag 24 Februari de algemene leden vergadering gehouden. Secretaris ten Hove las de notulen van de vorige vergadering voor, die onveranderd werden goed gekeurd. Aan het verslag van de Administrateur, de beer B. J. Wilmink, ontlenen wij het volgende: In de loop van het boekjaar zijn 22 nieuwe leden toegetreden, waardoor het ledental tot 95 is ge stegen. Aan 4 leden konden de bouwsommen wor den uitgekeerd. Bij diverse bankinstellingen heeft het Bouwfonds zich garant gesteld voor leden, die wensten te bouwen, doch krachtens hun punten telling nog niet in aanmerking kwamen voor uit kering van de bouwsom. De voorzitter maakte bekend, dat in de loop van 1951 vier leden hun bouwsom kunnen opnemen.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1951 | | pagina 2