Och, liet is tocli wel een andere avond als een
gewone. Dat voelt men, als men zich op die avond
naar de kerk spoedt 0111 in het: „Uren, dagen, maan
den, jaren, vliegen als een schaduw heen", daar
aangeheven, te zeggen, dat de toon van het ver
gankelijke diepe indruk op ons maakt. Zelfs de
meest onaandoenlijke mens zal de gedachte niet van
zich kunnen afschudden, dat het aantal jaren, hem
toebedeeld, al weer met één is verminderd.
„Een gelukkig uiteinde", zo klinkt de wens, die
wij uiten, als we elkander op de laatste dag van het
jaar ontmoeten. Een teken natuurlijk, dat de wisse
ling van het jaar toch iets buitengewoons is in ieder
mensenleven. Wij tellen de duur van ons leven bij
jaren, d.i. bij die tijdperken, welke de aarde nodig
heeft 0111 haar wenteling om de zon te volbrengen.
Het aantal onzer jaren is niet groot. Reeds een dei
Israëlitische psalmdichters, misschien levende vijf
eeuwen vóór onze jaartelling, zei: „Onze levens
dagen gaan tot zeventig, hoogstens tachtig jaren".
Wanneer nu met deze Oudejaarsavond één van
dit niet grote getal weer is voorbijgegaan, komt in
ons een stemming van weemoed, omdat iedereen
het leven lief heeft. Bovendien zijn misschien in dit
jaar enkele vrienden, met wie we jong waren en zo
menig heerlijk uur hebben doorleefd, heengegaan.
Als we hier even bij stilstaan, dan zullen we toch
moeten zeggen: ,,'t Is toch een andere avond dan
een gewone".
De Oudejaarsavond heeft ons echter nog meer te
zeggen. Wie met ernst leeft, voelt op die avond de
aanraking van de godin der herinnering en zij ont
rolt hem het blad der historie, frist daardoor zijn
geheugen op, zodat hij weer ziet de mensen, die
langs hem gingen, de toestanden, onder welke hij
leefde, de gebeurtenissen, die zich hebben afge
speeld.
Dan treft het een ieder, dat er zoveel is geschied,
dat zoveel mensen zijn weg hebben gekruist, dat
zo'n grote verscheidenheid van omstandigheden
zich in zijn leven hebben voorgedaan. Te midden
van dit voortdurend wisselende toneel was menig
feit, menig mens in het vergeetboek geraakt doch
gelukkig, dat deze avond komt, 0111 het alles nog
eens als in een kaleidoscoop voor de geest te laten
voorbijgaan. Het is, of we nu op een verre afstand
alles met den helderder oog. zien.
Ook de kranten zullen ons Wel behulpzaam zijn
hij dit spel der herinnering.^Wat ons liet meeste
aantrekt,fis echte®,, hoe wij het dit afgelopen jaar'
zelf gehad hebben* @111 zich dit alles "nog eens te
herinneren; kan nuttig 'zij«,^Wie liet eeflijk doet, bij
de sombere -ervaringen niet ^h|te lang blijft stil
staan, maar met welgevallen de lichtzijde naar zich
keert, zal daardoor een dankbare stemming ver
krijgen en... gelukkig de mens, die dankbaar kan
zijn!
Doch in het memoreren van deze dingen alleen
bestaat niet de waarde van het herdenken. Er is nog
iets belangrijkers, nl.Hoe hebben wij ons getoond
bij al die ervaringen? Waren wij in het afgelopen
jaar de bekwame leidsman of leidsvrouw voor de
aan onze zorg toevertrouwden? Heeft aan ons werk
en onze verhouding ten opzichte van anderen niets
ontbroken
Bij deze vragen zullen velen onzer het hoofd
moeten buigen en zullen zeggen: 't Had zo anders
kunnen zijn. Wanneer wij echter tot deze erkenning
komen, en onze zwakheden zien, dan zetten we de
eerste stap op de goede weg om ons te herstellen.
Dan pas zal het een waardige Oudejaarsavond
overdenking zijn, waaruit rijke vrucht kan ontkie
men, 0111 met goede voornemens het nieuwe jaar
tegemoet te treden.
Dan ook zal men zeggen,,'t Is tocli een andere
avond dan een gewone".
Een nieuw jaar: een nieuw geluid!
Deze dag roept tot zelfvernieuwing.
De gedachte van te staan voor een nieuw deel van
ons leven, is van grote betekenis; de waardige vie
ring van de Nieuwjaarsmorgen kan van grote in
vloed zijn op ons doen en laten.
De luchthartige wensen, waarvan de bedoeling
vaak maar half wordt begrepen, hebben zonder
meer niet veel waarde.
Maar op de nieuwe zin, waarmede wij allen de
nieuwe tijdkring tegémoet treden, daar komt liet
op aan.
Iïet huisgezin roeptman en vrouw vragen 0111
onze liefde, die hen sterken zal; de kinderen om
zorg en wijsheid bij de opvoeding. De arbeid vraagt
de toewijding van hoofd en hand. Zeker, wij zullen
hieraan onze beste krachten geven.
En al zal ook leed of teleurstelling in het nieuwe
jaar ons deel zijn, we zuilen tonen tot fier, kloek
dragen hiervan in 3taat te zijn.
Hoort ge wel het nieuw geluid? We staan voor
het leven, met nieuwe moed.
Het zal anders, het zal beter worden. Neen, dit
jaar zal maar niet de eentonige voortzetting zijn
van. het vorige.
Nieuwe niensen willen we óns tonen.
E11 zouden we dan de Nieuwjaarsdag als feestdag
uit ons leven willen schrappen?