SPORT.
Want hij werd verbazend kwaad.
Even ging hij zich verwijd'ren
Mans ie had wat in z'n zin
Weldra wierp hij vuile rommel
Zo de schone keuken in.
Toen kreeg onze kleine driftkop
Flinke klappen van z'n moe.
Steeds nog kwaad en al maar huilend
Liep hij naar de buurvrouw toe.
Deze vroeg wat Mannes deerde,
En zij hoorde kalmpjes aan
Wat ons kereltje vertelde,
Hoe en wat hij had gedaan.
Deze wilde 't ventje troosten,
En sprak vriendelijk en zacht
,,Wees nog blij dat d' ooievaar je
„Hier bij moeder heeft gebracht,
„Als hij met jou wus gevlogen
„Naar een heel, heel arme vrouw,
„Dan zou ik je willen vragen
„Hoe het je daar bevallen zou".
Met zijn duim naar achter wijzend
Sprak de kleine loze vent
„Foetsie Ik was toch direct weer
„Naar mijn eigen Moe gerend!"
J. H. M.
Och ja, aan alles komt een einde en
ook onze revue winter 19491950 zit er weer
op, Jammer, zeggen onze meisjes, die hier
aan dit jaar een groot en dankbaar aandeel
hadden. De Heren zijn een tikje meer ge
reserveerd, nu het voorjaar in de lucht zit
en de „potters" uit de koele moeten. Een
ander moet van zijn vrouw om de nieuwe woning
de tuin aanleggen en daar tussendoor zijn
visserij benodigdheden voor het komende
seizoen in orde maken. Johan ruikt bos en
hei. Gerhard begon, vanwege het mooie
weer, nu al met een tikje later te komen,
weer een ander kon zijn zakbatterij-onderzoek
niet langer laten rusten en nog een ander lid
konden wij reeds bij herhaling'met zijn schep
netje in het Opbroek zien zwerven op zoek
naar exotische wurmen voor zijn aquarium.
Waarmede wij maar willen zeggen, dat ieder
jaargetijde andere attracties biedt. Maar in
ernst, nu alles weer achter de rug is denken
wij allen toch even dankbaar aan het winter
seizoen terug, dat ons zoveel ontspanning en
gezelligheid bracht. Wij hadden geen tijd tot
„kniezen", maar er zou ook geen reden voor
geweest zijn. En als wij dan de revue nog
even de „revue" laten passeren, mogen wij
tot ons genoegen constateren, dat wij vol
komen geslaagd zijn. De belangstellenden zijn
ook dit jaar weer van heinde en ver geko
men, een bewijs, dat onze revue's populair
zijn en ook dit jaar heeft men zijn waardering
niet onder stoelen en banken gestoken. In
tegendeel, spontane en daverende ovaties
vielen onze spelers(sters) meermalen ten deel.
Toch zijn wij zo vrij enkele kleine, be
merkingen te maken, speciaal wat betreft
onze eigen bedrijfsmensen, waarvoor wij de
eerste avonden draaiden. Tot onze spijt
moesten wij enkelen, die zich niet aan de
voorschriften hielden, aan de controle teleur
stellen. Inderdaad hebben wij dit betreurd,
maar men dient nu eindelijk te begrijpen,
dat wij geen uitzonderingen KUNNEN maken.
Mogelijk is er ook wel een enkeling, die het toch
gelukt is door de mazen te glippen en mis
schien gaat hij hierop ook nog prat, Laat hem,
zijn beurt komt wel. En dan zijn er meerde
ren, die wel hun plaatsen aanvroegen, maar
deze open lieten. En ons daardoor op hogere
kosten jagen. Sportief is het zeker niet, maar
evenmin behoorlijk en zelfs is het niet eerlijk.
Als wij dan ook het volgende jaar voor een be
paalde groep een andere regeling zouden moe
ten treffen, make men ons daarvan geen verwijk
Wij hebben het meermalen gezegd en herha-"
len het nog eens, dat de opzet steeds is
geweest en zal blijven alle mensen uit ons
bedrijf in de wintermaanden een gepast
verzetje te bieden. Ieder wordt in de gele
genheid gesteld vrouw, meisje of jongen
mee te brengen en allen zijn welkom, Van
harte hoor. Maar dan vragen wij onzerzijds
ook van allen, zonder uitzondering, sym
pathieke medewerking. Spreken we dat af.
Boven schreven wij, dat ieder jaargetijde
andere attracties biedt. De natuur ontwaakt
uit haar winterslaap en alles ademt nieuw
leven. Wie zijn oor te luisteren legt en oog
heeft voor de natuur, hoort en ziet het bij
onze vogels, die iedere voorjaarsmorgen
jubelend begroeten en die reeds druk bezig
zijn hun nest te bouwen. En is het eigenlijk
ten opzichte van de mens niet precies zo
Voelen wij ons ook niet bevrijd va.n de be
klemming van de donkere wintermaanden^
waarin de dagen zo kort en soms zo trie^
kunnen zijn? Ook wij begroeten het voorjaar,
het steeds weerkerende nieuw leven, dankbaar
enjmet vreugde.
Speciaal ook de meisjes van onze wan
delclub, al zullen zij dit uit wandeloogpunt
wel verschillend bezien. De kern van onze
groep, en dat zijn de echte wandelaar ster s.
verheugen zich op nieuwe tochten om wer
kelijk te genieten van het wandelen en van
al het moois, dat de Natuur biedt. Zij zien een
mooi bergpad, het dichte bos of een ruim
gezichtsveld met heel ander oog dan zij, die
het, 'nu ja, misschien wel aardig vinden, maar
voor wie het 'wandelen in groepsverband toch
meer een sensatie is. Als zij standvastig en
van goede wille zijn, zullen zij de bedoeling