Vlot Herfsimanielije, Voor het mouwpatroon neemt U een papier van 24 cm. breed en 28 cm. lang. Heeft de kleine zus lange armpjes dan 30 cm. lang nemen. Meet aan beide zijkanten 8 cm. naar bene den en zet een punt. Zet precies in het midden een punt en trek lijnen volgens tekening. Meet aan de onderkant 3 cm. naar boven fen zet puntjes. Ook in het midden een puntje en trek nu de laatste lijntjes. Uw patroon is hier mede klaar. Knip het langs de lijnen uit. Daarna op de stof leggen, vast spelden en met een naad toegift de omtrek met krijt aftekenen. Dit jasje heeft geen kraagje. Het wordt aan de hals afge werkt met een bies aan de binnenkant. Hierdoor wordt een stevig koord geregen, dat als sluiting dient. Aan de zoom en onderkant van de mouw tjes komt een versiering van kleurige steekjes. H. G. Een allerliefst kledingstukje voor een meisje ^^&n 2 tot 3 jaar. Het kan gemaakt worden van afgedankte grote zomermantel of rok. Nodig is vooral een soepele wollen stof. Wanneer dit jasje uit een oud kledingstuk wordt gemaakt, dan is het nodig om de stof eerst te wassen en vochtig op te strijken. Moet U er stof voor kopen, dan hebt u] nodig 1 l/i Meter van 90 of 100 cm. breed. Eerst van papier een patroon maken. Vouw een stuk papier van 58 cm. breed en 49 cm. lang, in de lengte dubbel. Op de tekening zijn de snijkant en de zelfkant van de stof door stippellijnen aan gegeven. We spreken van boven en ondersnijkant, zelfkant, vouw enz. Door dikwijls naar de teke ning te kijken wanneer U het papieren patroon maakt, zult U heel gemakkelijk de beschrijving begrijpen. Aan de bovensnijkant meet U vanaf de mouw 13 c.m. af. en zet een punt. Vanaf die punt meet U 7 cm. verder en zet weer een punt. Nij blijft er aan de bovensnijkant nog 9 cm. over. Op de hoek van die snijkant meet U eerst 3 cm. ijaar beneden af, zet een punt, en meet vanaf die Ht naar beneden 9 cm. en zet weer een punt. Nu vanaf die punt 4 cm. naar binnen. Aan de andersnijkant 5 cm. naar boven afmeten. Boven en ondersnijkant benevens de zelfkant zijn uitge meten. Nu nog aan de stofmouw 9 cm. van de bovenhoek naar beneden afmeten en het laatste puntje zetten. Trek nu tusseu de uitgezette puntjes, de lijntjes die op de tekening te zien zijn. Dit is het patroon voor het voorpand. Nu voor het rugpand. Een stuk papier van 50 cm. breed en 46 cm. lang in de lengte dubbel vouwen en weer puntjes uitzetten. Aan de bovensnijkant van de stofmouw 9 cm. Aan de open zijkant 2 cm. naar beneden afmeten, een puntje zetten en daarna nog 9 cm. afmeten. Nu 4 cm. naar binnen afmeten en van de ondersnijkant 3 cm. naar boven. Aan de vouw van de snijkant af 4 cm. naar beneden. De maten van het rugpand zijn hiermee uitgezet. Nu de punten weer door lijntjes verbinden volgens te kening. Achterpand stofvoet w f/| jSio f vo uw onderkant

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1949 | | pagina 7