liij zingt zacht voor zich heen een passend lied: „wij zijn niet Bang". En nu kan onze secretaris vooraf wel een groot woord hebben gehad, dat is in de geschiedenis met grote mannen ook wel eens vaker voorgekomen, zijn gezicht wijst wel uit, dat hij zich in het hol van de leeuw allerminst rustig gevoelt. De talrijke bezoekers behoeven wij over de wedstrijd, die de eindbeslissing voor dit jaar zou brengen, weinig te vertellen. Deze was spannend vanaf het eerste ogenblik en toen met rust de Beek met 1-0 leidde, was zij daarmede nog lang geen kampioen. Spijtig voor vriend Schintz, die voor de eerste keer van zijn leven nu eens in een echte kampioenswedstrijd speelde, dat hij de Beek juist aan dat ene puntje moest helpen maar dat zou ieder in zijn positie overkomen zijn. Ook na de rust werd door beide ploegen alles gegeven doch, en nu zijn wij even heel ernstig, wij kunnen niets dan lof hebben voor de wijze, waarop bei de ploegen hun spel speelden, ook zonder één uitzondering op de bekende regel. In onze voet- balgemeenschap is men over het algemeen sterk gekant tegen het Bedrijfsvoetbal en een van de motieven van het „tegen" is dan steeds, dat men elkaar niet ontziet om niet te spreken van erger. Wij hebben dat te bevoegder plaatse steeds sterk bestreden en zullen dat blijven doen. Met Uw steun dan spelers. Jammer was het, dat in de tweede helft van deze ontmoeting een van de meest vooraanstaande spelers van het Kantoor door een klein ongeval moest uitvallen. De keeper van het kantoorelftal waagde zich in zijn goed bedoeld enthousiasme te ver van zijn „kist" en de venijnige Stein, oude rot als hij nu eenmaal is, wist daarvan handig te profiteren, waarmede het Kantoor geslagen was. Een trouwe tribune bezoeker, die voor de spelopvatting van beide ploegen veel waardering had, bood na atloop winnaar en verliezer bij Derksen een con sumptie aan, die dankbaar geaccepteerd werd en waar men een uurtje gezellig bijeen bleef. Van deze plaats bieden wij de nieuwe kam- li pioenen alsnog onze hartelijke gelukwensen aan met het succes van dit 3eizoen. Wie zouden wij het beter kunnen gunnen dan juist de Beek, die al zo vaak als tweede eindigde en door taai vol houden nu als eerste de eindstreep passeerde, De mannen van de Beek, die steeds, en ook dit jaar weer, een betere opvatting van hun vrijwillig ge accepteerde plichten hebben gehad dan wij dit van enKele andere elftallen zouden durven zeggen. Wat zegt U, geen plichten? Toch wel spelers! Wanneer wij in het voorjaar ook Uwe toezegging tot deelname ontvangen, aanvaardt U daarmede een plicht deze toezegging ook gestand te doen. Wenst U dit niet, doe dan liever niet mee, geef Uw toezegging dan niet. Dan pleegt gij geen af braak, hetgeen nu wel het geval is. Gij verschuilt U meermalen achter het motief, dat Jan of Piet ook niet opkomt maar met zo'n tante Betje's po- ditiek moet ge toch maar liever niet komen aan dragen. Laten we afspreken, dat wij U het Volgende jaar werkelijk liever niet op de lijst noteren, wan neer gij alleen wenst te spelen, wanneer het U luimt. We kunnen hier nog eens rustig de vraag stellen, waarom wij eigenlijk aan fabriekssport doen, wat daarvan het doel is en ook of Uw medewerking van belang is. In de eerste plaats dan doen we het, om ons lichaam zoveel mogelijk fit te houden en als ontspanning. Maar er is ook nog een andere, een ideeële zijde, een doel, om de gemeenschapszin onder elkaar in het bedrijf te bevorderen. \Vij achten dit van even groot be lang als het onder punt 1 genoemde, niet in de eerste plaats om het bedrijf zelf, al zit hierin veel, ja heel veel, maar ook om in het bedrijf, waar men uit de aard der zaak dagelijks niet zo direct met elkaar in aanraking komt, een prettige sfeer te scheppen. Om dat te bereiken en om elkaar te leren kennen, elkaar te begrijpen en waardering voor elkaar te hebben, ook voor eikaars inzichten en gewoonten, is onze sport een machtig hulp middel. Maar er is een bekend gezegde, dat de liefde niet van één zijde kan komen en dat is ook volkomen juist. Onze sport beoogt geen ander doel dan samenwerking en gemeenschapszin in en door het bedrijf, dat ook Uw en dat ook mijn bedrijf is, dat ONS bedrijf tenslotte is en, zoals in die bekende steen van het oude kantoor ge grift stond„Vlijt geeft brood voor het algemeen". Laten wij dan toch ook niet onverschillig blijven en in dit bedrijf niet langs, doch naast elkaar gaan, ieder op zijn post. Op ZIJN of HAAR post, die in het kader van het geheel even be langrijk is als elke post, hoog of laag. De eindstand der voetbalcompetitie is als volgt BEEK 8 5 2 1 12 17—11 KANTOOR 8 p 1 2 11 21 11 SMEDERIJ 7 3 2 2 8 13—14 NAAIERIJ 7 1 2 4 4 11—20 SPOELERIJ 8 1 1 6 3 5—9 Door niet opkomen der afd. Smederij wordt de laatste wedstrijd Smederij Naaierij niet meer ae- speeld. En nu nog even een enkel woord over onze meisjessport, waarover echter weinig te vermelden is. Of veel Ja meisjes, dat moet ieder nu maar voor zichzelf uitmaken. Het is misschien wel wat gek gezegd, maar ook hier kan de liefde niet van één kant komen. In ieder geval, als er op Zater dagmiddag oefening is en de helft verschijnt niet, vinden wij dat meer dan vervelend voor Johan en van Uwe zijde tegenover hem ondankbaar. Of denkt U misschien het zonder hem tot een hoogte te hebben kunnen brengen als waarop gij thans nog staat. Wij zeggen met nadruk „thans nog alleen stilstand betekent reeds achteruitgang. Maar tenslotte is het ook zo, dat wij liever straks na de vacantie met 20 geoefende loopsters naar een concours gaan dan met 60, die het spel be derven. Als U dan ook eens teleurgesteld zoudt

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1949 | | pagina 5