Er is weer Jute. Spori H. J. Nieuwenhuis herdacht op 12 Mrt. zijn 50 jarig jubileum. Hij werkte eerst in de Spoelerij -en ging in 1904 naar de Spinnerij om klossen te sjouwen. 3 jaar later verhuisde hij naar de Naaierij en is daar tot op heden als zakkenkeurder werk zaam. Door zijn medearbeiders(sters) werd hem een ruststoel aangeboden, als blijk van waardering voor zijn prettige samenwerking. Op 13 Mrt. vierde B. Ligtenberg zijn 50 jarig jubileum. Hij begon zijn loopbaan in de Spoelerij en werd twee jaar later overgeplaatst naar de Spinnerij, waar hij werd belast met het smeren der machines. Door zijn gedegen kannis van de machines en de tact om met mensen om te gaan werd hij op ongeveer twintigjarigen leeftijd tot onderbaas bevorderd. Toen in 1913 innerij werd uitgebreid volgde zijn benoeming t^^ioofdbaas. De vele en prachtige geschenken, die hij van het Spinnerijpersoneel en de gezamen lijke bazen mocht ontvangen, zijn een ondubbel zinnig blijk van de achting die „Beernd" geniet en van de prima verstandhouding tussen baas en arbeiders(sters-) - De jubilarissen werden door de Directie ontvangen, die hen dank bracht voor hun trouwe werk, dat zij voor ter Horst Co. hebben ver richt. Als aandenken aan deze dag werd hen een gouden horloge aangeboden. Bovenstaande jubilarissen, alsmede A. J Seppen- woolde en G. W. v. d. Maat, die reeds eerder hun 50-jarig jubileum vierden, werden door H.M. de Koningin begiftigd met de Eremedaille van Oran je Nassau. B. J. Ligtenberg en A. J. Seppenwoolde ont vingen deze medaille in zilver en G. W. v. d. Maat, G. J. Ehrenhard en H. J. Nlauwenhuis in brons. Door de Directie werden zij met deze onderscheiding gefeliciteerd. Ook wij bladen hen van af deze plaats onze gelukwensen aan en hopen dat zij nog vele jaren dit ereteken mogen dragen. Daar heb ik werkelijk met genoegen naar gekeken, toen ik in de afgelopen weken weer die volle wagons met grondstof zag arriveren. Weer jute, een pak van m'n hart. Na alle misère van vlas en wat dies meer zij had ik de laatste weken al een nachtmerrie over nog erger, papier, zoals in de oorlogsjaren. En al is het dan misschien nog wel geen rozengeur en maneschijn, we kun nen in ieder geval weer even voort en we hebben in eerste instantie weer jute, de ons zo vertrouwde grondstof. We hebben werk en we zullen kunnen blijven doorgaan met leveringen aan de klanten. Maar, waarde collega's, als ik eerlijk moet zijn vrees ik, dat er onder ons nog steeds zijn, die met minder belangstelling dan de meerderheid de aankomst van de nieuwe toevoer heeft gade geslagen en die het ook minder interesseert, welk product wij tenslotte fabriceren, papier, vlas of jute. Zij breken zich het hoofd niet met de vraag wat de klant vraagt en welke eisen de klant stelt. Zij geloven het welals ze in hun loonzakje geen misère merken vinden zij het wel goed. Maar zij begrijpen niet, dat ook hun loonzakje op de duur alleen aantrekkelijk kan zijn, wanneer in ons bedrijf vele nijvere handen werk vinden en zij begrijpen ook niet, dat straks, wanneer het weer een vechten wordt tegen de concurrentie, hetgeen reeds gaande is, een kwaliteitsproduct het uitein delijk zal winnen. Daarom is het niet alleen een firmabelang maar ook een belang van de eerste orde voor ons, werknemers, wanneer wij zien, dat de toevoer van grondstof tenminste hervat is en daarom is het ook ons aller belang te zorgen, dat wij een kwaliteitsproduct blijven produceren, gedekt door de naam Ter Horst Co. Werknemer. Het zijn zo soms van die kleinigheden die je onwillekeurig doen terugdenken aan de tijd van vroeger en hoe het toen was. Die gedachte kwam onwillekeurig ook even bij ons op, toen wij in een van de laatste weken toefden in onze sportzaal bij de oefeningen van onze herenafde-

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1949 | | pagina 5