links raar rechts, in grote trekken drie groepen en wel, de mannen van Batchingkamer en Krasserij, de meisjes van de Spinnerij en de mannen van Spoelertj, Weverij en Ververij. Daar de centrale ingang ongeveer tegenevee da spinmachines kwam te liggen, kregen wij dus in ieder geval, om in de fabriek kruisingen van het verkeer zo veel mogelijk te voorkomen, aan elke kant van de hall een mannen was- en kleed ruimte. De was- an kleedruimte voor de meisjes moest dus om dezelfde reden aan één der kanten van deze hall komeD, doch dichter hieraan gele gen zijn dan die van de mannen, terwijl toch deze laatste verbinding met de hall moest behou den. Wij hebben om redenen van economische ruimteverdeling de rechterkant steeds met het het gezicht naar het inwendige van de fabriek gedacht gekozen. De ingangshall zelf is in het midden verwijd en uitgevoerd met schuin lopende wanden. Een dergelijke vorm geeft aan verschillende groepen gelegenheid zich direct na het passeren van de hoofddeur min of meer te scheiden, terwijl men daarna om de betreffende kleedkamer te betreden geen volledige rechte hoek behoeft te maken, doch de ingangsdeur van bedoelde ruimte al reeds enigermate voor zich ziet. Bij het uitgaan biedt deze vorm vanzelfsprekend in omgekeerde volg orde dezelfde voordelen. Als wij nu eens de passage door deze ruimten volgen b.v. bij het uitgaan van de fabriek dan is deze de volgendeAlle groepen kunnen, als niet gewassen behoeft te worden en verwisseling of aantrekking van kledingstukken niet nodig is, zonder meer door de hall naar buiten gaan. (Wij hopen dat de thans nog aanwezige pomp spoedig verwijderd kan worden). Is dit wassen of verkleden voor de mannen van de batchingkamer en kras serij wel nodig, dan gaan deze achtereenvolgens door hun links gelegen wasruimte en kleedruimte en voegen zich vcor in hall bij de overigen. Met de meisjes is dit met de voor haar, rechts van de hall gelegen ruimten, eveneens het geval. De mannen van de spoelerij, weverij en ververij kunnen door een open gangpad hun kleedruimte bereiken zonder hun wasruimte te passeren. D?:> ligt echter met de ingang aan dit gangpad er mondt in de kleedruimte weer uit zodat ook deze ruimte, zonder weer terug te behoeven, doorlopen kan worden. Het geheel van deze ruimten h -R weer verbieding met de hall vóór die van de meisjes. De eni e kruising tn het verkeer kan nu nog ontstaan als de mannen uit de weverij etc. di ct door de hall vertrekken, terwijl de meisjes eerst van hun was- en kleedruimten gebruik willen maken. De voorste strook van de voorbouw is twee verdiepingen hoog opgetrokken. In de eerste plaats waren er nog enkele ruimten die een plaats moesten vinden, zoals een laboratorium voor onderzoek en een werkplaats voor de beslagmakers, die gevoeg lijk op de verdieping konden worden onderge bracht. Tevens was dit een welkome gelegenheid een "goede afsluiting van de shedkappen van de fabriek te vinden en een min of meer massief werkend gevelvlak te doen ontstaan, ter onder steuning van de ingangspartij. Op deze ingang kon door deze verhoging tevens nog meer het accent worden gelegd. Het genoemde laboratorium is via een trappenhuis direct vanuit de hall te bereiken, terwijl de werkplaats voor de beslag makers door middel van een trap vanuit de batchingkamer wordt bereikt. Links in de hall, symmetrisch met het trap penhuis is nog een ruimte voor de portier gel egen, terwijl verder beneden nog zijn ondergebracht een hoogspanningsruimte en enkele toiletten. In het ondiepe gedeelte van de voorbouw is een poortvormige doorgang uitgespaard voor in voer van balen jute waarvoor de opslagruimte j direct achter deze ingang is gelegen. Het ovar-^ grote gedeelte van de voorbouw is als laagbouw uitgevoerd om een goede gelegenheid te hebben voor een voldoende verlichting van boven. De voormuur van deze voorbouw is nog ongeveer 1,60 meter teruggehouden van de overige gevelvlakken in verband met het gevaar dat anders een rijdende wagon voor de fabriek bij het uitgaan zou kunnen opleveren. Hierdoor was het mogelijk, met het oog op hetzelfde bezwaar, vóór de ingang een hek te plaatsen om al te be zonnen vertrek te temperen en gelegenheid te geven even de toestand te overzien. Bij de bouw van de voorgevel stuitten we nog op een moeilijkheid, welke overigens wel interessant was. Er bleek hier namelijk vroeger een vaart of haven te zijn geweest waardoor de normale vaste bovengrond was verdwenen. Nadat de opgevulde grond was verwijderd waren wij derhalve bij het drijfzand aangeland m en verplicht bijzondere voorzieningen te treffen. Dit kon bij een dergelijke situatie het beste ge schieden door het laten aekken van betonputten. Bij de vooruitspringc- le hoek van de bat- chirsgkamer had weer een betonpoer voor een ingeklemde kolom gei kt zullen worden, het geen thans niet goed mogelijk was. Wij wijzen hier nog even op om aar, te geven dat wij nu genoodzaakt waren langs deze gevel tussen de hoofdliggers in de fabriek wel die trekstangen aan te brengen waarop wij in het vorige artikel da aandacht vestigden. Wij hopen hiermede bereikt te hebben het waarom van de indeling van deze voorbouw enigszins duidelijk te hebbengemaakt, hetgeen overigens het gebruik straks wel verder zal doen, T.B.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1948 | | pagina 4